We hadden nooit gedacht dat hij zelfstandig zou lopen
Zou hij ooit leren lopen, vroegen we ons af. Vooral in het kinderdagcentrum Rozemarijn oefenden ze veel naarmate de jaren vorderden, met antroposofisch geduld. Samuel steunde in een soort hoepel op wielen met een zitje. De halve kamer was thuis gevuld als hij in zijn metalen omhulsel balanceerde. Nee, thuis trainen bleek moeilijk. Daarna kreeg hij, bij wijze van spreken, een omgekeerde rollator, met handsteunen en een zitje achter zich. Hij droeg ook al spalken voor steun aan zijn kuiten, enkels en voetjes. Omgekeerde scheenbeschermers, vond zijn jongere voetbalbroertje Joshua. Bijna elk jaar meten ze nu nieuwe spalken aan, na een gipsafdruk van zijn groei.
We hadden nooit gedacht dat hij zelfstandig zou lopen, wat we tegenwoordig normaal vinden, al zijn de spalken onmisbaar. Samuel wandelt wat af. Op school brengt hij soms iets naar een ander klasje. Thuis staat hij op van de bank, loopt naar de tv, naar de keuken, naar de deur, naar de tafel, allemaal met die grappige, wat waggelende stijl. Hij loopt een beetje als een robot, maar dan eentje van vlees en bloed. Een lief robotje dat lacht of met een leeg bekertje naar je toeloopt en om limonade gebaart.
Hoe moeilijk hijzelf ook heeft leren lopen, hij geniet van snelheid op voeten. Samuel kan schaterlachen als hij op tv naar atletiek kijkt, als Dafne Schippers zich verheft uit het blok en de starter haar wegschiet.
Dat hij loopt, is een cadeau. Met de 40ste verjaardag van Bernique liet ik Samuel, vlak voordat het dansen losbarstte tijdens het feest, opstaan uit de rolstoel en over de vloer naar haar toelopen. Een vriendin barstte in vreugdtranen uit, omdat ze dacht dat ze een wonder aanschouwde.
Daar was iets aan vooraf gegaan. Een onuitwisbaar tafereel had zich voltrokken, waar ik niet bij was. Op dat moment verbleef ik in Rio de Janeiro, waar het Nederlands elftal op trainingskamp was.
Een bericht in mijn mailbox: ‘Samuel loopt!!!!!!!!! Kijk en geniet!!!!!!!’
Op mijn hotelkamer opende ik het filmpje. Samuel zit op zijn stoel. Juffrouw Sannah helpt hem op te staan. Ze begeleidt hem. Eén hand vast, twee handen vast. Hij oogt kwetsbaar en bangig, in zijn T-shirt van het WK 2010. Opgetrokken schoudertjes. Zo voorzichtig, zijn linkerhand grijpt zijn shirt stevig vast. En dan, als hij weg is, niet als Schippers maar als Samuel, laat ze hem los. Kijk. Kijk dan. Eén stapje, nog een stapje, en nog een.
Even verderop, bij de vensterbank, staat zijn grote broer, daar is de finish. Warempel, hij versnelt. Een pas of acht, dan valt hij in de armen van David. Alsof hij de regisseur van het filmpje begrijpt, kijkt hij even in de camera van de telefoon. Samuel lacht bevrijd. Ook hij is winnaar.
Willem Vissers (1964) schrijft iedere week in de Volkskrant over het leven met de gehandicapte Samuel, de middelste van zijn drie zonen. Zijn kroniek verschijnt iedere woensdag om 12.00 uur op het Lebowski Blog. Dit is deel 3.
Reageren? w.vissers@volkskrant.nl
Foto © Marijn Scheeres