Welke waarden heeft een multiculturele maatschappij? (Mihai Martoiu Ticu)
De jetset van de verlichtingsgozers, zoals Voltaire, Cobbett, Bauer en Michelet, vonden de Joden niet echt bruikbaar. D’Holbach zag hen als abjecte wezens. Rousseau, een oom van de moderne rechtsstaat en burgerrechten, beschreef hen als woeste zeloten. Voor Diderot waren Joden in staat tot elke schurkenstreek. Voltaire beschouwde de Joodse filosofie als onbestaand.
Abbé Grégoire, vandaag bekend als kampioen van rassengelijkheid, schreef over de Elzas, waar de grootste Joodse gemeenschap leefde: 20.000 zielen. Hij betoogde in één van de winnende essays dat Joden een verloederende, degenererende invloed op Frankrijk hadden. Joden waren parasieten, door inteelt gevoelig voor ziektes en ze waren geïndoctrineerd door hun religie om de ongelovigen te haten.
Rabbijnen zouden in hun preken de hele Bijbelse moraliteit hebben bedorven. De Joden geloofden niet dat ze zondigden als ze christenen bedrogen, want God verschoonde hen op de Dag des Oordeels en een menigte van hun ‘sofisten’ keurde hypocrisie, valsheid en dubbelzinnigheid goed.
Maar Grégoire had zeker goede bedoelingen, zoals elk verlicht mens: ‘Laten we de Joden in burgers veranderen.’ Joden moesten worden ‘geregenereerd’: fysiek, psychisch en moreel. Ze moesten een gezonder, robuuster temperament krijgen en gedwongen worden tot verlichting en eerlijkheid. Hun hart zou worden bijgesteld door deugdzaamheid, hun handen versterkt door arbeid. Vooral in de landbouw.
Grégoire wilde het grondig aanpakken: verlichte christelijke geestelijken, zoals hijzelf, moesten de opvoeding van de Joodse kindjes uit de handen van hun ouders overnemen. Hopelijk zou dit de Joden bevrijden van hun bijgeloof en Talmoedische dromen, ingeprent door hun ouders en rabbijnen. Een militaire aanpak was ook goed, dienstplicht zou hen moed en patriottisme bijbrengen.
Aan de andere kant mochten Joden geen openbare functies krijgen waar publiek geld mee gemoeid was en ze zouden alle christenen hun schulden moeten vergeven.
En zo moest men de Joden profijtelijk maken.
Liberalen herhalen dezelfde fout
Twee eeuwen en een holocaust verder beschouwen liberalen de migranten nog steeds zoals de verlichtingsdenkers de Joden toen. Zij zien zichzelf als reïncarnanten van de verlichtingsdenkers. Het Liberaal Manifest van de VVD begint met artikel 4 van Déclaration des droits de l’homme et du citoyen: ‘De vrijheid bestaat erin te mogen doen wat de rechten van een ander geen schade toebrengt’.
VVD’er Halbe Zijlstra vertelt in het manifest ‘Kwetsbare waarden’ dat ‘onze’ waarden steeds meer onder druk staan door migranten, vooral moslims, die voor geld komen en foute waarden hebben. ‘We moeten onze waarden… te vuur en te zwaard’ verdedigen, en de migrant moet zich ‘aanpassen aan onze manier van leven, of anders beter elders zijn heil zoeken.’ Het woord ‘onze’ komt 40 keer voor. Edith Schippers in de Schoo-lezing vreest dat moslims haar dochter in een boerka zullen proppen en herhaalt het woord ‘onze’ 75 keer. Ook premier Mark Rutte meent dat we ‘onze waarden’ moeten ‘bewaken’ en ‘beschermen’ tegen allochtonen. In een paginagrote advertentie in alle landelijke bladen, vermaande hij de allochtonen zichzelf te regenereren of op te rotten. Het klussen aan minderheden blijft dus een verlichte hobby.
Ik zal in dit essay aantonen dat men het woord ‘ons’ niet zou moeten gebruiken in het immigratiedebat. Ik zal ook vertellen hoe men over waarden dient te denken en welke waarden gedeeld zouden moeten worden in een pluriforme maatschappij.
Oplichterij
Het woord ‘ons’ is een retorische truc. Het manipuleert de autochtone luisteraar om zich te identificeren met de spreker en de migrant te zien als ‘de ander’. Indelen is verdelen, weten psychologen. Stel je voor dat je deelnemers aan een onderzoek willekeurig rode of blauwe mutsen geeft. Er ontstaat onmiddellijk wij/zij-gedrag. Men zal zijn eigen groep als superieur zien en de andere als inferieur. De eigen groep wordt als uitverkoren beschouwd, als voorbestemd om meer geld, macht, privileges en andere sociale goederen te ontvangen. De groepen zullen valsspelen, ethische regels breken om meer sociale goederen voor de eigen groep te bemachtigen. Men vindt smoezen om de ander als ongelijk en minderwaardig te behandelen. De ander heeft minder (mensen)rechten. In de psychologie heet dit fenomeen in-group favoritism.
Met ‘wij/zij-taal’ sleutelen liberalen in de hersenen van autochtonen, met als gevolg dat autochtonen onverdiende sociale goederen voor zichzelf bemachtigen. Met het woord ‘onze’ in hun discours veroorzaken liberalen een willekeurige verdeling van welzijn en welvaart. Werkgevers zullen CV’s van allochtonen naar de prullenbak verwijzen; allochtonen zullen minder promotie maken en minder verdienen in dezelfde functies; autochtone zakenmensen zullen contracten met andere autochtonen sluiten; autochtone artsen zullen allochtonen slechter behandelen, etc.
Hoe zou u zich voelen als ik met een toverspreuk het geld uit uw portemonnee in mijn portemonnee zou verplaatsen? Zou u mij als charlatan zien? Liberalen veroorzaken een ongelijke verdeling van de sociale goederen, niet op basis van een rationeel onderbouwd argument, maar met behulp van een retorische truc: de ‘wij/zij taal’. Dus ze spelen vals met een toverspreuk en schenden de eerste regel uit hun Liberaal Manifest.
Liberalen zijn inconsistent
Het valt op dat de liberalen weinig voorbeelden geven van ‘onze waarden’. Zij weten heel goed dat autochtonen geen enkele waarde met zijn allen delen. Emile Roemer wil de rijken bestelen en de armen bevrijden. Mark Rutte wil de armen bestelen en de rijken bevredigen. Geert Wilders wil moslims bevriezen. Marianne Thieme wil beesten bestieren. En Kees van der Staaij vervangt volkenrecht met Deuteronomium 32. Er bestaan dus geen Nederlandse waarden.
Maar als je het Rutte zou vragen, zou hij Van der Staaij nog steeds als ‘wij’ zien en mij als ‘de ander’, terwijl Rutte misschien meer waarden met mij deelt dan met de SGP. Ik deel Rutte’s visie over homo- en vrouwenrechten en over de doodstraf. Rutte bedoelt met ‘wij’ een etnische groep – de Nederlander met een aantal generaties voorouders in Nederland – en niet een groep met dezelfde waarden. Dus een wij/zij-indeling is volstrekt willekeurig.
Liberalen veroorzaken dogmatisme
Op mijn 16e schoor ik mijn kop kaal, onder het bewind van de communistische dictator Ceaușescu in Roemenië. De schooldirectrice vond mijn coiffure een ‘misdaad tegen de socialistische revolutie’ en het feit dat ik geen logisch verband tussen kaalheid en revolutie wilde begrijpen was een daad van zieke rebellie.
Later stak ik een veiligheidsspeld door mijn oor, droeg een broek volgens eigen design en een Pink Floyd-tas. Mijn tenue – aldus filosofeerde de politie met een knuppel – was in strijd met de revolutie.
Zo ontdekte ik de toverkracht van het woord ‘revolutie’. Zodra ambtenaren ‘revolutie’ riepen, wonnen zij met 10-0. Het was dé troefkaart in elk mogelijk argument.
Op dezelfde manier wordt het woord ‘ons’ een troefkaart in het debat. Het zal geen reet uitmaken welke rationele argumenten ik zou produceren om één van mijn waarden te verkiezen boven een waarde van Rutte, hij zal mijn argument wegwuiven met de smoes dat het een migrantenwaarde is en niet van ‘ons’. Vooral omdat hij veronderstelt dat zijn waarden superieur zijn aan die van mij.
Westerlingen zijn blind of misdadig. Of beiden.
Het is irrationeel om superieure waarden te weigeren alleen omdat ze van een migrant komen. Een voorbeeld. In mijn masterscriptie in filosofie betoogde ik dat individuen staten in internationale hoven zouden moeten kunnen aanklagen. Individuen zouden staten moeten kunnen dwingen om mensenrechten en volkenrecht te respecteren.
De gevangenen op Guantánamo, bijvoorbeeld, zouden de VS moeten kunnen dwingen om mensenrechten te respecteren, te stoppen met martelen, hen een eerlijke rechtszaak te geven of vrij te laten. Irakezen zouden een Amerikaanse invasie (of bezetting) via internationale hoven moeten kunnen stoppen. Palestijnen zouden Israël moeten kunnen dwingen om de bezetting te stoppen.
De wereld waar machtigen altijd het laatste woord hebben is een dictatuur. Het feit dat de machtige staten hun wil aan machteloze staten en individuen opleggen is een van de grootste wereldproblemen, groter dan klimaatopwarming, terrorisme en asielzoekers. Het is illegitiem om van machtelozen te eisen dat ze geen aanslagen plegen, zolang zij de machtigen niet met vreedzame middelen tot de orde kunnen roepen. Zolang zulke hoven niet bestaan, zal het terrorisme toenemen.
Op basis van mijn onderzoek verstuurde ik stukken naar alle kranten en opiniebladen, maar geen enkele redactie besefte de cruciale behoefte om deze hoven te implementeren. Oftewel, de westerling is blind voor wezenlijke rationele argumenten. Waarom? Mijn favoriete verklaring is dat de westerling onbewust of opzettelijk blind is voor mechanismen in de wereld die de macht en de rijkdom oneerlijk in zijn voordeel verdelen. De dictatuur is onzichtbaar voor de dictator.
Mijn argument kunnen we in een dictum vertalen: een moreel persoon geeft onverdiende rijkdom, ongerechtvaardigde privileges en illegitieme macht op. Het dictum is gerelateerd aan reeds bestaande ideeën, zoals de Gulden Regel en het Kantiaanse categorische imperatief dat je zo moet handelen alsof je een universele onpartijdige wet zou volgen. Laten we zeggen dat mijn dictum een superieure waarde is.
Hieruit volgt dat het onzinnig is om over ‘onze waarden’ te praten en deze heilig te verklaren. Sommige van deze waarden zijn te verkiezen boven sommige waarden van de allochtoon, of boven andere waarden van autochtonen. Sommige waarden zouden opgegeven moeten worden, of een lagere prioriteit moeten krijgen, als de allochtoon betere waarden met rationele argumenten bewijst.
De vraag zal zeker komen: ‘Hebben we meetinstrumenten voor waarden?’. Het antwoord is ja en nee. Ik zal aantonen dat we meetinstrumenten hebben voor kernwaarden. De andere waarden (de satellietwaarden) kunnen we via democratische processen kiezen.
Kernwaarden zijn universeel
Ik vraag de lezer om een paar minuten te pauzeren en het volgende gedachte-experiment te doen: stel je voor dat je onsterflijk zou zijn. Misschien als een soort lichaamsloze geest. Welke waarden zou je hebben?
Klaar? Wat heb je ontdekt? Sommigen zeggen dat het leven saai en zinloos wordt. Inderdaad. Veel van onze waarden zijn het gevolg van onze sterflijkheid, resultaat van ons overlevingsinstinct. ‘Gij zult niet doden’ is evident. Zodra we onsterflijk worden, ontdekken we dat veel dingen hun belang verliezen. Moraal, deugd, wetten, aanzien, macht, idealen en waarden worden irrelevant. Carrière en concurrentie hebben geen zin meer.
Ik zie het overlevingsinstinct als meer dan puur doodsangst. Het is een verzameling van (automatische) gedragsvormen die ons stuurt om langer te leven en kinderen te maken. We zijn bang voor vuur en hoogtes, we eten, we worden verliefd. En we lijden als we sommige biologische en psychologische behoeftes niet kunnen vervullen. Deze behoeftes zal ik voortaal met een nieuwe term aanduiden: biops.
Sommige waarden zijn apert sterk verbonden met de biops (of met het overlevingsinstinct) en ik zal hen ‘kernwaarden’ noemen. Neem bijvoorbeeld ‘gelijkwaardigheid’. Zij voorkomt dat valsspelers onverdiende voordelen voor zichzelf bemachtigen of onterechte nadelen voor anderen veroorzaken (zoals de liberalen met toverspreuken teweeg brengen).
Soms zien we slechts na langer nadenken dat sommige waarden verbonden zijn met biops. Bijvoorbeeld: in maatschappijen die sommige mensen als ongelijkwaardig behandelen zullen de benadeelden korter en slechter leven, zij zullen vaker ziek worden en psychologisch lijden.
Ook abstracte waarden, zoals vrijheid, kunnen we verbinden aan biops. Zonder fysieke vrijheid (in gevangenschap) leven alle dieren slechter, ze lijden aan stress. Zonder politieke vrijheid leeft men korter en slechter. Wanneer VVD’ers met retorische trucs mijn welvaart negatief beïnvloeden, schenden ze mijn politieke vrijheid. Met hun drogredenen zijn zij zoals een vrachtwagenchauffeur die zijn vrachtwagen stiekem op de snelweg aan mijn trekhaak vastmaakt: mijn auto rijdt langzamer en verbruikt meer benzine.
Kernwaarden zijn universeel, constant in tijd en ruimte. Ook de oude Grieken mochten niet moorden, liegen, stelen. Als iemand je portemonnee in Saoedi-Arabië steelt, verwacht je dat de politie je helpt. Het is waar dat men vroeger voor buitenstaanders uitzonderingen maakte. Maar de morele cirkel groeide gestaag en blijft groeien. Vroeger nam men geen familieleden als slaaf, daarna geen stamgenoten, daarna geen landgenoten en tegenwoordig is slavernij universeel verboden. Ook de onderklassen en vrouwen mochten op een bepaald moment stemmen. Andere waarden verspreiden zich verder. In steeds minder landen bestaat de doodstraf nog; homo’s en vrouwen krijgen in meer landen rechten.
Wetenschappers vinden meer bewijzen voor het volgende: een deel van de morele waarden heeft een biologische basis, en het brein heeft twee systemen. Een onbewust deel doet veel intellectueel werk, lost problemen op, neemt beslissingen. Het bewuste gedeelte weet niks van de drijfveren achter de beslissingen, kijkt meer zoals een toeschouwer naar een groot bedrijf en fantaseert een verklaring voor de beslissingen die het in persberichten leest.
De neigingen en redenaties van het onbewuste gedeelte lekken soms naar het bewuste. Daardoor vinden steeds meer mensen bepaalde waarden logisch. Dit verklaart waarom de kernwaarden zich verder verspreiden.
Bijvoorbeeld: de Hoge Raad besloot dat de SGP geen vrouwen mag weren, omdat het discriminatieverbod zwaarder weegt dan andere grondrechten. Dit is geen toevallige hedendaagse prioriteit in waarden, maar een logische vergroting van de morele cirkel. Vrouwen hebben gelijkheid nodig voor een beter leven en SGP’ers leven niet slechter of korter als ze geen vrouwen discrimineren.
Mensenrechtenverdragen bestaan uit twee soorten bepalingen (artikelen). Eén soort dat toestaat dat staten zich eraan onttrekken, en artikelen die non-derogable zijn: ze staan geen vrijwillig verzuim toe. Het valt op dat deze artikelen evident samen opgaan met het overlevingsinstinct, óf proberen te voorkomen dat groepen mensen absolute macht over anderen krijgen en hen overlevingsmiddelen ontfutselen. Google maar op artikelen 6, 7, 8, 15, 16 en 18 van het ‘Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten.’
Vier voorbeelden: artikel 6 is het recht op leven. Bingo. In artikel 7 staat: ‘Niemand mag worden onderworpen aan folteringen, of aan wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing. In het bijzonder mag niemand, zonder zijn in vrijheid gegeven toestemming, worden onderworpen aan medische of wetenschappelijke experimenten.’ We zien hier zowel het overlevingsinstinct aan het werk als de biops. Artikel 8 verbiedt slavernij en horigheid. Biops. Artikel 18 garandeert vrijheid van denken, geweten en godsdienst; en ook de vrijheid om van religie te veranderen.
Het lijkt alsof het bewuste deel van het brein van de bedenkers van deze artikelen toegang kreeg tot de logica van het onbewuste brein. Deze bedenkers formuleerden de beste spelregels om overleving en biops te bevorderen. Zij hebben niet alles zelf bedacht, maar verfijnden oude waarden die in de geschiedenis zijn geëvolueerd, met nieuwe generaties denkers.
Daarentegen, de regels die niet evident verbonden zijn met het overlevingsinstinct verliezen mettertijd hun kracht, vooral als zij mensen onderdrukken, of als ze een deel van de bevolking voortrekken. Diegenen die slechter leven strijden totdat de regels veranderen en de bevoordeelden hun onverdiende privileges verliezen.
Uit de Tien Geboden blijven de verboden op moord, stelen en liegen bestaan, maar andere verboden verliezen in kracht, zoals het verbod om van religie te veranderen. En we doen ook niet zo moeilijk meer als mensen vreemdgaan. Dit omdat deze kwijnende regels niet verbonden zijn met biops.
Het is dus rationeel om sommige waarden voorrang te geven ten aanzien van andere waarden, omdat men hun voorrang met rationele argumenten kan onderbouwen. Maar ze zijn niet superieur omdat ze liberaal, Nederlands, Westers of judeo-christelijk zijn, noch omdat ze van ‘óns’ zijn. Omdat kernwaarden universeel zijn of worden, is de uitspraak ‘onze waarden’ onzinnig. Zij zijn niet van autochtonen, maar van alle mensen.
Satellietwaarden zijn flexibel
Satellietwaarden zijn niet evident verbonden met biops, noch met het overleven; of hun effect op ons welzijn is klein of onbekend. Neem bijvoorbeeld de liefde voor sport en kunst. Alhoewel de wetenschap steeds meer ontdekt dat deze de gezondheid verbeteren, zijn ze niet cruciaal. We zouden zonder sport of kunst niet onmiddellijk sterven, noch zouden we onmetelijk lijden als we geen muziek mogen beluisteren.
De satellietwaarden variëren per tijd en per werelddeel; ze ontstaan en ze verdwijnen. Zoals bijvoorbeeld tradities. Het is rationeel om deze waarden te onderwerpen aan een constante ruil en onderhandeling, om hun voorrang op democratische wijze te beslissen. We zouden bijvoorbeeld het ene jaar meer subsidie aan voetbal kunnen geven en het andere aan musea.
Sommige waarderelativisten en tolerantiefundamentalisten maken de fout om in termen van ‘alles of niets’ te denken. Ze menen dat er slechts twee mogelijkheden bestaan: of alle waarden zijn relatief, of niet; je tolereert alles, of niets. Ik zeg dat tolerantie en waarderelativisme slechts voor satellietwaarden gelden. Ik hoef niet tolerant te zijn met iemand die homoseksuelen wil doden. En het zou absurd zijn om te zeggen dat we geen enkel criterium hebben om te beslissen welke waarde superieur is: het recht op leven of iemands ‘behoefte’ om een ander naar het leven te staan.
Paradoxaal heeft de democratische minderheid meer zeggenschap over de satellietwaarden en tegelijkertijd heeft de minderheid juist in hun satellietwaarden meer vrijheid. Alleen fanatiekelingen blazen Boeddhabeelden op, dwingen vrouwen om boerka’s aan of uit te doen of bepalen wie met wie seks mag hebben.
De kernwaarden hebben voorrang op satellietwaarden. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens gunt machtelozen bijvoorbeeld meer vrijheid van meningsuiting om mensen met macht (zoals regeringen) te bekritiseren. En het Hof gunt meerderheden minder vrijheid van meningsuiting om haat te zaaien tegen minderheden, omdat het haatzaaien uiteindelijk zal leiden tot mensenrechtenschendingen.
Kernwaarden zijn moeilijk in te ruilen. We zeggen niet: ‘Als ik jou mag vermoorden, mag jij de kunstsubsidie verhogen. Deal?’ We laten ze ook niet aan het democratische besluit over. Stel dat de meerderheid via een referendum beslist om de Friezen te vergassen. De Friezen zijn dan niet verplicht om deze democratische beslissing te respecteren. Zij zijn vrij om zich met geweld te verdedigen. Hieruit volgt dat de minderheid legitiem handelt als zij de kernwaarden aan de meerderheid oplegt.
In conclusie
Het is legitiem om de kernwaarden zowel aan allochtonen als aan autochtonen tegen hun wil op te leggen (desnoods met geweld). De legitimiteit voor dwang ligt in de rationaliteit van de waarde, omdat de waarde een evidente rol speelt in overleving of vervulling van fundamentele biologische en psychologische behoeftes. Het feit dat bepaalde waarden van de autochtoon afkomstig zijn, schept geen legitimiteit; de allochtoon kan deze waarden met dezelfde legitimiteit aan de autochtoon opleggen.
De satellietwaarden zijn minder relevant voor het overleven. Ze dienen gekozen te worden via ruil, onderhandelingen en democratische processen. De legitimiteit van de keuze ontstaat door het democratische proces en is daardoor niet afhankelijk van het feit dat de waarden van de autochtoon afkomstig zouden zijn.
Kortom: het feit dat waarden van de autochtoon zijn, is volstrekt irrelevant. De politici zouden er wijs aan doen te stoppen met hun retorische manipulaties waarbij het woord ‘ons’ wordt ingezet, want ze veroorzaken onrechtvaardige verdelingen van de sociale goederen. Hou op met het nationalistische groepsdenken en behandel nieuwkomers gelijkwaardig. Beoordeel hun argumenten voor nieuwe waarden op hun rationele onderbouwing, niet op hun afkomst.
Mihai Martoiu Ticu studeerde filosofie en internationaal recht in Utrecht en schrijft over politiek, filosofie, argumentatie en mensenrechten. Lees meer op zijn website en Twitter-account.