Roman Bezorgde burgers actueler dan ooit door Turkije-rel
‘Meneer, meneer,’ roept een man me tegemoet. Opzij, opzij, roep ik in gedachten. De Turkse bakker is niet meer te ontwijken en duwt een dienblad baklava onder mijn neus. Aan de gevel van zijn zaak wappert een Turkse vlag. Ik liep daar eens binnen voor een snelle trek, maar het duurde wel vijf minuten voordat ik iets eetbaars vond. Een zweterig saucijzenbroodje dat ongetwijfeld al de hele dag op de warmhoudplaat had gelegen. ‘Het is feest,’ verklaart de man. ‘Daarom gratis baklava voor iedereen op straat. Ook voor u meneer. Pakt u maar.’
De honger wint het van mijn neiging beleefd te bedanken. Ontbijt is de belangrijkste maaltijd van de dag, leerde ik ooit, maar ’s ochtends krijg ik nooit een hap door mijn keel. Behalve nu, want mijn energiebalans is nog net zo van slag als mijn bioritme. Terwijl ik de mierzoete traktatie oppeuzel, legt de Ottomaanse snor me uit wat er vandaag te vieren valt. ‘Erdogan heeft een coup van Gülen afgeslagen. Dat heeft u toch wel gehoord op de televisie? Mijn neef trok met zijn blote handen een landverrader uit zijn tank. Onze president wil dat we ook hier de straat op gaan om te laten zien dat het Turkse volk achter hem staat. Is de baklava lekker?’
Ik wil de versnapering terug in zijn gezicht tuffen, want via de liveblogs van Nederlandse kranten heb ik waarschijnlijk objectievere informatie over die staatsgreep meegekregen dan deze bakker geïndoctrineerd kreeg via zijn gecensureerde propagandasatelliet. Zo mag het geen toeval heten dat Erdogan vrijwel direct tot vervolging overging van duizenden rechters, ambtenaren, onderwijzers en journalisten die hij in het kamp van Fethullah Gülen schaarde, de prediker met wie hij eerder gelijk optrok in zijn streven naar een islamitische staat, maar later mee gebrouilleerd raakte. Erdogan sleurt zo een heel land mee in een persoonlijke vete, die ontstond toen zijn machtskliek in 2013 beschuldigd werd van corruptie. Een leugen uit Gülen-hoek, meende Erdogan, die sinds dit weekend de staat zuivert van andersdenkenden.
‘Ja, meneer, smaakt lekker.’ Eigenlijk verloochen ik mezelf nu dubbelop. Ten eerste omdat Hollandse smaakpapillen niet ingesteld zijn op mierzoet glucosegeschut. Ten tweede omdat ik hem de wind van voren moet geven vanwege zijn bewondering voor een Anatolische fascist. Die opperturk van hem is namelijk een complex geval. Erdogan verdient sympathie omdat hij zonder privileges geboren werd, zich opwerkte vanuit een bergdorp en de zelfgenoegzame elite van het pluche in Ankara verdreef. Zou hij in geitenhoedersrok de scepter zwaaien, kromzwaard desnoods, dan gunde ik hem het beste. Ik zou hem met alle liefde het haatgedicht vergeven waarvoor hij ooit de bak indraaide. ‘Democratie is slechts de trein die wij nemen totdat wij op onze bestemming zijn aangekomen,’ sprak hij de socioloog Ziya Gökalp na. ‘Minaretten zijn onze bajonetten, koepels onze helmen, moskeeën onze kazernes en gelovigen onze soldaten.’ Verwerpelijk, dat zeker, maar metaforisch gezien een meesterwerkje.
Ik moet de metro halen, maar blijf nog even hangen omdat een groepje Turken verhaal komt halen bij de regeringsgezinde bakker. Waarschijnlijk aanhangers van Gülen, maar hun driftige gepraat en wilde armgebaren doen anders vermoeden. Dat is namelijk nogal in tegenspraak met het zalvende voorkomen van de prediker in ballingschap. Enkel vijandigheid tegen de bakker laat nu zien dat ze tot het kamp van Gülen behoren. Waar was ik ook alweer gebleven in mijn gedachten? Ja, ik zou Erdogan het beste gunnen, ware het niet dat hij zich de streken van de elite eigen maakte die hij eerst fel bestreed. Enerzijds paait hij bergturken met vrome verhaaltjes, anderzijds wentelt hij zich in rijkdom en vervult hij zijn eigen almachtsfantasie. De macht is een doel op zich voor hem geworden, zijn bestaansrecht, zijn lotsbestemming.
Zelfs zijn vriendschap met Gülen, overigens ook niet de fraaiste figuur, bleek opportunistisch. Het is de vroomheid van de oplichter die Erdogan aan de dag legt. In niets is hij nu anders dan de gevestigde orde die hij de oppositie of zelfs de gevangenis injoeg. Op een enkel aspect na: hij bezoedelt de scheiding tussen kerk en staat, één van de weinige principes die nou juist wel deugde in het vorige regime. Pas dus op met sympathie voor sociaal mobielen. Je hebt ze in twee soorten. De één blijft trouw aan zijn trui, ook al bereikt hij de troon. De ander likt zich een ongeluk, emancipeert en maakt zich dankbaar de gebruiken eigen van de gearriveerden onder wie hij gebukt ging. Erdogan behoort tot deze laatste groep, maar doet alsof hij nog een bergturk is. Dat maakt hem de vileinste landverrader aller tijden, een snob die de mislukte coup mogelijk zelf ensceneerde om de teugels nog meedogenlozer aan te kunnen trekken.
Ik zou het de bakker in zijn besnorde gezicht moeten brullen, maar ik houd de conflicten liever in mijn hoofd. Ik wel. Bovendien heeft hij het op dit moment druk zat met een ruzie die niet in Rotterdam maar in Istanbul thuishoort. Ik werk het straks wel allemaal uit in een ingezonden brief aan de spreekbuis van de salonfähigen. Weigeren ze mijn stukje dan moet ik ook maar eens de revolutionair in mijzelf aanspreken, een staatsgreep organiseren die de verbouwing van het Binnenhof wat wind in de zeilen geeft.
‘Allahoe akbar,’ klinkt het inmiddels van alle kanten. Het zilveren dienblad van de bakker ligt op het trottoir te schitteren in de ochtendzon. Uitzinnige Turken stampen de baklava tot moes. ‘Allahoe akbar,’ schreeuwt de bakker door de brievenbus terug. Een competitie om wiens geloof het waarst is. Het zijn mijn zaken niet, maar ik had graag gezien dat ze een eindje verderop, drieduizend kilometer om precies te zijn, hun meningsverschil beslechten met het uitdelen dan wel pletten van baklava. De meeuwen cirkelen weer boven mijn hoofd, nemen een duikvlucht en doen zich te goed aan resten Turks traditie. Ik hoop dat ze er ziek van worden, want ik had ze nog zo gewaarschuwd.
Steven de Jong (1981) is opinieredacteur van NRC Handelsblad. Voor nrc.nl was hij jarenlang rechtbankverslaggever. Hij deed onderzoek naar o.a. burgerparticipatie en (internet)democratie, en publiceerde in 2006 De lastige burger – Dienstverlening in een tijd van ontbrekend burgerschap. Bezorgde burgers is zijn eerste roman.