Zoeken
De magere moraliteit van Keizer en co.
Roxane van Iperen beziet de zaak Henry Keizer vanuit het zonnige Italië en herkent een patroon in de ontwikkelingen: een overheid die haar idee van integriteit heeft uitgekleed tot het sobere kader van de wet, en een vaderlandse pers die haar taak als controlerende macht nog maar nauwelijks kan bolwerken. 

De magere moraliteit van Keizer en co.

Gepubliceerd op 3 mei, 2017 om 00:00, aangepast op 23 juli, 2019 om 00:00


De soap rond Henry Keizer volg ik deze week vanaf een Siciliaanse berg. De zon schijnt hier iedere dag, de pasta is goddelijk en het vertrouwen in overheidsgezag nihil; helaas tref ik alleen in dat laatste een overeenkomst met Nederland. Het cynisme over een eerlijke, doortastende behandeling van ‘Keizergate’ laat zien dat dit soort integriteitskwesties en de troebele procedure eromheen een patroon beginnen te vormen.

De Keizer-affaire ontbloot namelijk twee ontwikkelingen die al langer spelen: een overheid die — naar privaat voorbeeld — haar idee van integriteit heeft uitgekleed tot het sobere kader van de wet, en een vaderlandse pers die haar taak als controlerende macht nog maar nauwelijks kan bolwerken.

Private staatsgreep

In het rookgordijn dat demissionair premier Mark Rutte in samenwerking met de VVD-partijtop nu optrekt, lopen we gevaar de kern van de zaak uit het oog te verliezen. Om tot een oordeel over Keizer te komen lijkt het of enkel van belang is of hij met zijn handelen regels heeft overtreden: de wet, statuten, de interne code van de VVD.

Rutte stelt dat het ‘om privéhandelingen’ gaat en dat er ‘geen sprake is van strafrechtelijke vervolging’; voor een eindconclusie verwijst hij naar de integriteitscommissie. De pers gaat in dit slim gekozen frame mee, door talloze experts aan het woord te laten die op deze ‘overtreedt hij de regels?’-vragen ingaan. Accountants over de jaarrekeningen, juristen over de statutaire bevoegdheden, hoogleraren over de belangenverstrengeling, enzovoort.

Als blijkt dat er geen regels zijn overtreden, is de kans groot dat de hele affaire wordt afgedaan als niets meer dan overenthousiast ondernemerschap. Ziehier de succesvolle staatsgreep van de privésector over de publieke zaak, waarbij private mores sluipenderwijs tot in alle hoeken van onze samenleving zijn binnengedrongen.

Om een keihard oordeel over de integriteit van Keizer te vellen hoeven we niet op een uitspraak te wachten. Er is een wezenlijk verschil tussen de publieke en private sector. In de private sector draait alles om aandeelhoudersbelang, waarbij de afgelopen decennia iedere innerlijke moraal is overgedragen aan regelgeving. ‘Als het mag, dan kan het,’ luidt het devies.

De dramatische gevolgen van die externalisering hebben we in recente jaren wereldwijd gezien. De publieke zaak, daarentegen, zou het belang van alle burgers moeten dienen. Die taak gedijt niet bij een mentaliteit die deze tot op het bot uitgeklede versie van integriteit als uitgangspunt neemt. Het vereist een breed palet van intrinsiek gevoelde waarden, zoals rechtvaardigheid, oprechtheid, betrouwbaarheid, oog voor de belangen van een ander, de bereidheid om verantwoording af te leggen en transparantie.

Rutte doet alsof Keizer een Chinese Muur in zijn hersenen heeft

Het is niet zo ingewikkeld om te concluderen dat Keizer, zowel ten tijde van de gewraakte transactie als de afgelopen dagen rondom de bekendmaking ervan, op alle fronten jammerlijk faalt. Dat Rutte net doet alsof de beste man een Chinese Muur in zijn hersenen heeft waardoor ‘Keizer de crematiekoning’ en ‘Keizer de partijvoorzitter’ twee gescheiden entiteiten zijn, is dan ook een belediging voor het volk. Juist Keizers eigen verwijzing naar ‘het nergens overtreden van de regels’ als legitimering van zijn gedrag, maakt zonneklaar dat hij slechts de magere, private versie van integriteit kent — óók als hij in zijn publieke hoedanigheid wordt aangesproken.

Controlerende macht

Het enige correctiemechanisme dat ons nu rest is de pers, als vierde, controlerende macht. De voortekenen waren niet goed: eerst de voorzichtige verslaggeving die een pijnlijk gebrek aan kennis verried, vervolgens de regie die aan Keizer werd overhandigd door bij hem op audiëntie te verschijnen bij een ‘besloten persgesprek’ waarvan niemand wijzer werd. Daarna volgden de vele interviews met experts die moeten vertellen welke regels er nu wel of niet zijn overschreden, totdat echt iedereen denkt dat dat de belangrijkste vraag is — precies in het frame van de VVD.

De ware vragen achter deze affaire vereisen een pers die boven de materie staat en zich niet als doorgeefluik voor de hoofdrolspelers laat gebruiken. Zij is de laatste hindernis die kan voorkomen dat de magere moraliteit van mensen als Rutte en Keizer gemeengoed wordt.

Een land geleid door zonnekoningen, niet langer gecontroleerd door overheid of pers, zorgt voor een cynisme dat iedere veerkracht uit een samenleving mept. En wij hebben zon noch goddelijke pasta om die tragiek te compenseren.

Dit artikel verscheen eerder op Follow the Money.

Auteurs
Auteur: Roxane van Iperen

Roxane van Iperen (1976) is auteur en jurist. In 2016 verscheen haar debuutroman Schuim der aarde, waarmee ze de Hebban Debuutprijs won. In 2018 volgde 't Hooge Nest. Het werd bekroond met de Opzij Literatuurprijs 2019 en stond op de shortlist van de NS Publieksprijs 2020. In 2021 schreef Van Iperen het Boekenweekessay De genocidefax, verzorgde ze de 4-meilezing en publiceerde ze Brieven aan 't Hooge Nest. Voorjaar 2022 verscheen haar essay Eigen welzijn eerst, en in 2023 volgde haar nieuwe roman Dat beloof ik.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: