Zo erg is een natte luier niet, van een zestienjarige jongen
Samuel is niet zindelijk. Geregeld komt een medewerker van de apotheek dozen vol luiers brengen. Tena voor de dag, Absorin voor de nacht. Onze verzekering vergoedt ze gelukkig. Gemiddeld draagt Samuel drie luiers per dag. De eerste krijgt hij als hij opstaat, de volgende ergens gedurende de dag, de laatste als hij naar bed gaat.
Af en toe heeft hij 's ochtends een beetje doorgelekt. Zijn nachten zijn lang. We proberen de luier zo goed en strak mogelijk om te doen. Daarna een onderbroek over de luier, ten slotte zijn gewone broek.
Af en toe poept hij overdag. Dan ruiken we dat. Of Joshua roept van de bank: 'Mama, papa, Samuel heeft gepoept.' Heel af en toe wijst hij zelf op het pictogram van de schone luier. Dat is meestal niet voor niets. We zijn het gewend, het deert ons niet, al is het best een vies klusje, de poepluier van een zestienjarige verschonen.
Als we ergens heengaan, nemen we altijd luiers mee. Het moeilijkste was de periode tussen zijn vierde en twaalfde jaar, toen hij te groot was om te verschonen in de daartoe bestemde openbare ruimtes, met zo'n plank aan de muur met een kussen erop. Een baby kan daar mooi liggen, een jongen van 40 à 50 kilo niet.
We legden hem dan op een handdoek, ergens op het gras of zo. Dat was onprettig, voor hem en voor ons. Sinds hij kan lopen gaat het makkelijker. Bernique en ik zijn best trots op elkaar, als we dat weer eens soepel oplossen, bijvoorbeeld op het wat ruimere invalidentoilet.
Zoals het veel gemakkelijker is om een Ikeakastje met zijn tweeën in elkaar te zetten dan het alleen te doen, geldt dat ook voor het verschonen van Samuel buiten de deur. Hij blijft gewoon staan. De een houdt hem vast, de ander laat de broek zakken. De een trekt de nieuwe luier even goed om zijn billen, de ander plakt de strips vast. Het is zo gepiept.
Samuel heeft een paar jaar geleden zindelijkheidstraining gehad, met een echte trainer. Ze begonnen op het kinderdagcentrum. Wij gaven vier setjes kleding per dag mee. Ze zetten hem om het halve uur op het toilet, maar Samuel had helemaal geen zin in de exercitie. Hij was meestal al nat voordat ze hem weer op het toilet hadden gezet. Het was alsof hij het erom deed.
Pas als alle vier setjes schone kleding vuil waren, kreeg hij weer een luier om. Dat was steeds vroeger op de dag het geval. Op een gegeven moment zijn we ermee gestopt: elke dag vier setjes natte kleding als hij thuiskwam, elke keer die geur van plas in de tas.
Samuel was ogenschijnlijk blij met het einde van de training. Hij laat zijn plas liever lopen in de absorberende luier. We gaan het nog eens proberen, als de tijd rijp is, als wij daaraan toe zijn. En, belangrijker: als hij daaraan toe is.
Zo erg is een natte luier trouwens niet, van een jongen die zelden buiten de deur poept.
Willem Vissers (1964) schrijft iedere week in de Volkskrant over het leven met de gehandicapte Samuel, de middelste van zijn drie zonen. Zijn kroniek verschijnt iedere woensdag om 12.00 uur op het Lebowski Blog. Dit is deel 24.
Reageren? w.vissers@volkskrant.nl
Foto © Marijn Scheeres