Tokyo Expatwife #6: Tokio Indo
Tokio Indo
Toen de kans zich aandiende om naar Tokio te verhuizen hoefde ik daar niet over na te denken. We waren het er snel over eens dat zo’n kans maar één keer komt, en dat het goed zou zijn voor de kinderen, en voor onszelf. Diep in een donker hoekje van mijn gedachten begon er echter een piepklein rood lampje op te lichten: Wat zou mijn vader ervan vinden?
Mijn vader is Indisch, en mijn opa en oma hebben, zoals zoveel Indische opa’s en oma’s, in een Jappenkamp gezeten. We zijn opgegroeid met verhalen over de wreedheden van de Japanners tijdens de Tweede Wereldoorlog. Als kind kreeg je er slechts flarden van mee, omdat er weinig over gesproken werd. Dat maakte het juist nog intrigerender, en als je andere Indische kindjes ontmoette werd er onderling over opgeschept. Mijn opa was violist en ik wist dat ze in het Jappenkamp al zijn vingers hadden gebroken. De wreedheden waren talrijk en soms zo bizar. Japanners waren echt slecht.
In ons huis gold een Japan-boycot. Als de bestuurder van een Japanse auto mijn vader irriteerde lag het steevast aan de auto. In mijn jeugd zijn we één keer naar een Japans restaurant geweest, en dat was toen mijn vader naar Bosnië was uitgezonden.
Je kan dus gerust stellen dat Japanners zijn ontmenselijkt bij ons thuis. Ik heb ze ook nooit als Aziaten beschouwd. Ze waren een buitencategorie.
Toen we net in Japan aankwamen werd ik getroffen door hoe Aziatisch Japanners zijn. Dit klinkt misschien dom, maar voor mij was dit een enorme verrassing. Mijn hele leven lang hoorde ik alleen maar hoe anders en wreed deze mensen waren. Ik wist wel dat het heus niet zo was, maar toch.
Als je Indisch bloed hebt, en je gaat voor het eerst naar Indonesië, dan zie je stukjes familie in vreemde mensen. Het is een rare gewaarwording. Overal zitten mensen die hetzelfde eten als een oom, met hun handen praten als die ene tante, of bepaalde gelaatstrekken hebben die je aan je familie toeschrijft. Dat maakt het een soort thuiskomen, zoals het thuiskomen is in de keuken van andere Indische mensen waar de kastjes vanbinnen ruiken zoals bij je oma.
In Tokio gebeurde hetzelfde. Ik zag de ogen van een Indische jeugdvriend, de handen van mijn oma, iemand die kauwde zoals een oom, enzovoort. Het maakte me bewust van twee dingen:
Japanners zijn ook gewoon Aziaten.
Ik ben zelf niet alleen half Indisch, maar daarmee ook half Aziatisch.
Vooral dat laatste was een enorm besef. Er zijn ongeveer 4,5 miljard Aziaten. Ik ben er een van.
Aanvankelijk wilde mijn vader niet langskomen. Dat vond ik jammer, maar ik begreep het wel. Inmiddels hebben mijn ouders geboekt. Ze komen eind oktober. Ik ben heel erg benieuwd.
Mick Johan (1980) is schrijver, kunstenaar en drummer. Hij was de helft van kunstenaarsduo Miktor & Molf en de eerste hoofdredacteur van Vice in Nederland. Totemdier Arafat is zijn debuutroman. Meteen na publicatie verhuisde hij met zijn vrouw en twee kinderen naar Tokio.
Over bijgaande foto: 'Dit is een prima Japanner. Funfact: de helm droeg hij in een Nederlandse film ergens in de zestiger jaren.'