Zon, zee en Southern Gothic
Flannery O'Connor – De Geweldenaars (The Violent Bear It Away)
De koningin van het genre wist als geen ander de zwaktes en perversies van mensen bloot te leggen, maar koppelde het wel aan het mededogen dat je van een overtuigd katholiek schrijfster mag verwachten. Net als in haar eerste roman, Wijs Bloed, speelt in De Geweldenaars religieus fanatisme een centrale rol. De buiten de samenleving opgegroeide wees Francis Marion Tarwaters wordt door zijn stervende oom met een missie opgescheept: hij moet naar de grote stad om het zwakzinnige kind van een andere oom dopen. Die moet daar echter niets van hebben, en zo ontstaat een verbeten strijd om een onschuldige ziel. Ontroerend, bizar en ook erg komisch.
William Faulkner – Terwijl ik al heenging (As I Lay Dying)
De leden van een arm gezin brengen in negen dagen een kar met het lijk van hun moeder naar de plaats waar zij begraven wilde worden. Terwijl het onbewerkte lichaam zich in de hitte steeds sterker laat ruiken, valt de familie langzaam uit elkaar. Het is misschien wel meeste toegankelijke boek van Faulkner, maar werd bij verschijning in 1930 gewaagd in opzet geacht: vijftien vertellers met ieder hun eigen stem, die ook hoorbaar was in hun gedachten, aangezien Faulkner veelvuldig gebruik maakte van de 'stream of consiousness'.
Erskine Caldwell – Tobacco Road (Tobacco Road)
Een familie van eenvoudige, witte landarbeiders krijgt ten tijde van de Grote Depressie te maken met steeds extremere armoede. Ze raken niet uit de neerwaartse spiraal, ook niet als een hysterische predikante met een zak geld voor de deur staat. Het boek uit 1932 heeft een komische toon, maar gaat ook over industrialisatie, migratie, racisme en verbondendheid met het land, en is op dat niveau nog altijd politiek relevant.
Donald Ray Pollock – Al die tijd de duivel (The Devil All The Time)
De eerste roman van de laat gedebuteerde Donald Ray Pollock (de fabrieksarbeider publiceerde zijn eerste werk op 54-jarige leeftijd) wordt meestal tot Country Noir gerekend, maar de grens met Southern Gothic is vaag, dus we nemen hem mee. Een jongen ziet hoe zijn vader probeert om zijn door kanker verteerde moeder beter te bidden, en samen brengen ze offers bij hun 'prayer log' in het bos. Hij groeit op in een wreed universum dat hij deelt met onder meer seriemoordenaars en een rondtrekkende priester die tijdens zijn diensten spinnen eet, en probeert om meer te worden dan het product van zijn omgeving.
Smith Henderson – Montana (Fourth of July Creek)
Terwijl zijn eigen gezin uit elkaar valt, raakt een ambtenaar van de Jeugdzorg steeds meer in de ban van een vader en een jongen die diep in een bos wonen. De vader heeft de samenleving de rug toe gekeerd en bereidt zich voor op het Einde der Tijden, dat onvermijdelijk op het punt van uitbreken staat. De paranoïde geloofsfanaticus haalt zich een klopjacht op de hals en dwingt zowel de jeugdzorgmedewerker als de lezer om na te denken over concepten als vrijheid, verantwoordelijkheid en noodlot. Een van de beste debuutromans die afgelopen jaren verschenen.
Lees hier meer over Smits eigen Ondijk/Punt.