Arm
Het meisje dat belde noemde het: ‘Een Freudiaanse verschrijving.’
Ik vroeg haar: ‘Zal ik altijd arm blijven?’
Ze had werkelijk geen idee.
Terwijl we belden stond ik met een tas vol vuile was te wachten op een tram. Mijn wasmachine was overleden en schone kleren waren al dagen op. Mensen keken me aan, het leek misschien alsof ik ging reizen: de stad ging verlaten of er zojuist aankwam. Maar het enige waar ik naartoe wilde was een wasmachine. Ook dat is een reis.
Het gaat broeien als je kleren te lang moet dragen. Een dag eerder had ik deodorant gekocht. Dat hielp, al was het maar voor even. Misschien keken de mensen slechts omdat ik stonk.
Zwervers dragen waarschijnlijk ook veelal dezelfde kleding. Meer dan een plastic tas hebben ze vaak niet bij zich.
Al schijnt er, in Gent, een zwerver te zijn die altijd met honderden plastic tassen zeult. Hij staat helemaal bol. Het verhaal gaat dat hij zijn vrouw heeft verloren omdat ze door zijn schuld onder de tram of bus kwam. Ze probeerde een plastic tas te redden. Wat er in die tas zat weet ik niet, hopelijk geen vuile was.
In de verte zag ik mijn tram aankomen. Als mijn vriendin of tas onder een tram komt, weet ik niet wat ik zou moeten doen. Het vormt doorgaans geen echt probleem om iets niet te weten. Maar als het te dichtbij komt, is vluchten denk ik het meest logische.
Ik stapte de tram in en een uur later omhelsde ik mijn geliefde. Ik stelde haar fluisterend voor om te gaan douchen en ik vroeg of ik mijn kleren mocht wassen. Ze knikte vastbesloten met haar hoofd tegen mijn schouder.
Onder de douche vroeg ik haar: ‘Kom ik armzalig over?’
Ze zei: ‘Nee, je hebt een rijke, maar uiterst beperkte, geest.’
Het leek me voldoende, voor nu.