Hoe gegevens van onschuldige Nederlanders na 1 januari 2018 massaal worden opgezogen door de geheime diensten en waarom dat erg is (Wouter Moraal)
Het is goed dat er wettelijk grenzen worden gesteld aan wat de geheime diensten mogen doen en wat daarbuiten valt, maar de Wiv schaadt fundamentele mensenrechten en loopt vrijheden van burgers onder de voet. De daaruit voortvloeiende sleepnetsurveillance zorgt voor disbalans in onze rechtsstaat en een verstarde democratie die bovendien vatbaarder is voor corruptie. Het werk van pers en gezondheidszorg worden door deze wet ondermijnd. Al met al vormt dit de ideale voedingsbodem voor een mogelijke totalitaire staat.
Wat mogen de geheime diensten straks volgens de nieuwe wet?
In de nieuwe Wiv staat onder andere dat de geheime diensten grootschalig internetverkeer dat door Nederlandse kabels loopt mogen onderscheppen en substantiële porties daarvan mogen analyseren en bewaren. De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) mogen bijvoorbeeld al het internetverkeer naar een land als Syrië of alle Whatsapp’jes vanuit een stad als Haarlem monitoren. Naar deze bevoegdheid wordt ook wel verwezen met ‘het sleepnet’, omdat die zo grootschalig is: ook internetverkeer van massa’s onschuldige mensen wordt op deze manier ‘gevangen’. Degenen die voor de inzet van deze bevoegdheid toestemming moeten verlenen zijn enkel de Minister van Binnenlandse Zaken (voor de AIVD) of de Minister van Defensie (voor de MIVD) en een nog op te richten toetsingscommissie (de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden) die de rechtmatigheid van het besluit van de minister toetst. De wet regelt ook dat de AIVD en MIVD zelfs realtime toegang mogen vragen tot hele databases van overheidsinstanties, bedrijven of andere instituties. Dit betekent dat niet alleen de gegevens van één verdachte persoon opgevraagd kunnen worden, maar meteen ook de in de database aanwezige gegevens van andere personen toegankelijk zijn. Voor deze bevoegdheid is geen toestemming van een rechter of de Toetsingscommissie nodig.
Naast gefilterde gegevens mogen door de nieuwe wet ook grote hoeveelheden ongefilterde data met buitenlandse inlichtingen- of veiligheidsdiensten worden gedeeld. Hiervoor is geen toestemming nodig van de Toetsingscommissie. Alleen bij het delen van ruwe gegevens die verkregen zijn door het sleepnet wordt achteraf de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensen (CTIVD) ingelicht, maar dan is het (waarschijnlijke) kwaad al geschied. Opvallend is dat de AIVD en MIVD ook gegevens mogen delen met landen “waarmee geen samenwerkingsrelatie bestaat”. Dit betekent dat de AIVD en MIVD data - waaronder ook ruwe internetgegevens van onschuldige Nederlanders - mogen delen met bijvoorbeeld diensten in Turkije, China et cetera. Naast het toespelen aan andere landen mogen de diensten gegevens doorsluizen naar het Nederlandse Openbaar Ministerie voor vervolging. Dit mag zelfs als het gaat om vertrouwelijke communicatie tussen een advocaat en diens cliënt, mits de rechtbank in Den Haag daar toestemming voor geeft.
De Wiv maakt daarnaast datamining bij de verzamelde data mogelijk. Datamining is het automatisch doorzoeken van grote hoeveelheden gegevens met behulp van computeralgoritmen. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) gaf afgelopen jaar in een rapport genaamd ‘Big Data in een vrije en veilige samenleving’ al aan dat het gebruik van datamining om bijvoorbeeld terroristische activiteit op te sporen niet effectief is. ‘Omdat elke terroristische aanslag uniek is, is het nagenoeg onmogelijk om een goed profiel te maken. In combinatie met een gering aantal aanslagen levert dit te hoge foutpercentages op,’ zo stelt de WRR. Dit betekent dat er gegevens van heel veel onschuldige burgers in het verdachtenbakje belanden, terwijl niet eens zeker is dat de data van alle gezochte terroristen daar tussen zitten. Wanneer datamining door de AIVD en MIVD zal worden toegepast, kunnen we er dus zeker van zijn dat de gegevens van veel onschuldige burgers worden bekeken. Mocht je willen weten wat de Wiv nog meer toelaat naast het bovengenoemde, dan kun je dit stuk van Privacy Barometer lezen of de volledige wettekst bekijken.
De druk om te conformeren
Nu je begrijpt wat de belangrijkste massasurveillance-onderdelen van de Wiv inhouden, kunnen we bekijken wat die voor gevolgen hebben. Door het sleepnet en de automatische toegang tot databases weet je als burger nooit zeker of je internetverkeer of foto’s en documenten in de cloud niet toch een keer worden bekeken, al is het maar per ongeluk. Daarom zal de druk ontstaan om je aan de strengste normen van de status quo te houden, mocht het in je op komen om hiervan af te wijken. Hans de Zwart vergeleek dit met het gevoel alsof je altijd een politieauto naast je hebt rijden.
Een paar jaar geleden ondervond ik zelf deze druk om te conformeren. Ik las veel over het Amerikaanse internetsleepnet naar aanleiding van de onthullingen van Edward Snowden. Om bepaalde journalisten en experts te kunnen volgen en om zelf mijn ongezouten mening te tweeten over deze surveillance-praktijken, besloot ik dat ik een Twitteraccount wilde aanmaken. Ik weet nog dat ik maanden lang heb getwijfeld of ik hier nou wel over moest gaan tweeten, omdat ik bang was in het vizier van de Nederlandse geheime diensten te komen als een radicaal persoon. Dit heeft mij er maandenlang van weerhouden om online informatie te vergaren en mijn mening te verkondigen.
Doordat de Wiv het delen van ruwe gegevens met elke andere inlichtingen- of veiligheidsdienst toestaat, ontstaat overigens niet alleen de druk voor conformiteit aan de Nederlandse status quo, maar ook bijvoorbeeld de Amerikaanse of Turkse. Je wil natuurlijk niet bij je toekomstige vakantie naar Florida of Turkije ineens worden vastgezet of lastiggevallen, omdat je een keer kritisch hebt getweet over Trump of Erdogan. Des te minder de normatieve kaders van verschillende machthebbers overlappen, des te kleiner wordt de ruimte die je hebt om te conformeren aan alle normen. Zo heeft een vriendin van mij me verteld dat ze huiverig is om op Facebook kritische links over de Verenigde Staten te delen sinds Trump president is. Deze schroom geeft tevens een indicatie dat surveillance misschien niet kwalijk lijkt als je het eens bent met een status quo – bijvoorbeeld Obama – maar wanneer deze status quo verandert – in bijvoorbeeld Trump – en je protest wil uiten, je de druk kunt voelen om je toch te conformeren.
De schadelijke gevolgen van de Wiv
Ik zie drie overkoepelende problemen die de massale sleepnetsurveillance Nederland gaat brengen. Ten eerste gaat de nieuwe aanpak ervoor zorgen dat die vriendin en ik niet als enigen zelfcensuur zullen toepassen vanwege deze overheidsinspectie. In de tweede helft van 2013 bevroeg een onderzoeksbureau in opdracht van burgerrechtenorganisatie PEN American Center 520 Amerikaanse schrijvers over hun gedrag naar aanleiding van de onthullingen over de massale surveillance door hun eigen overheid. 28% van de schrijvers zeiden zich door zorgen over het sleepnet te hebben ingehouden tijdens of simpelweg afgezien van bepaalde socialmedia-activiteiten. 24% vermeed bewust bepaalde onderwerpen in e-mails of telefoongesprekken. En 16% zag ervan af om te schrijven of spreken over een bepaald onderwerp. Deze beperkingen noemde PEN ‘chilling effects’ op creativiteit en uitingsvrijheid. Deze beknotting van uiting door middel van zelfcensuur zal ook in Nederland een logisch gevolg van de sleepnetsurveillance zijn.
Ook op het terrein van de informatievergaring zal zelfcensuur mogelijk een grotere rol gaan spelen. Uit hetzelfde onderzoek van PEN onder Amerikaanse schrijvers komt naar voren dat 16% van hen afzagen van online zoekopdrachten of het bezoeken van websites over onderwerpen die mogelijk als controversieel of verdacht worden gezien. Dit is jammer, want het internet biedt uiteraard enorme mogelijkheden voor het vrijelijk aanbieden en vergaren van informatie. Wanneer schrijvers zich gehinderd voelen om hiervan gebruik te maken, krijgen we stukken te lezen die niet op voldoende grondig onderzoek zijn gebaseerd; als er al kritische artikelen verschijnen over controversiële onderwerpen.
Ten tweede wordt het klokkenluiders en ‘journalistieke bronnen’ onmogelijk gemaakt om veilig contact op te nemen met de pers of het grote publiek. Enerzijds blijkt dit probleem te liggen bij de journalisten en schrijvers. In het PEN-onderzoek gaf namelijk 3% van de schrijvers aan dat ze hadden geweigerd om in contact te treden (online of via fysieke ontmoetingen) met mensen waarvan ze dachten dat deze misschien als bedreigend werden gezien door de overheid. Anderzijds is het logisch dat de surveillancepraktijken het zwaarst drukken op de schouders van klokkenluiders en journalistieke bronnen. De mogelijkheden die de AIVD en MIVD door de Wiv worden geboden, maken bronbescherming – tenzij er sprake is van zeer specialistische technologische kennis en vaardigheden daartoe – onmogelijk. Ook het beschermen van de identiteit van klokkenluiders wordt een bijna onmogelijke opgave. De AIVD heeft laten zien dat het zelfs niet terugdeinst voor het inzetten van een agent als werknemer bij het onafhankelijke klokkenluidersorgaan. Wanneer bronnen en klokkenluiders geen contact meer durven op te nemen met journalisten en het grote publiek, blijven machtsmisbruik en corruptie uit het zicht.
Ten derde kan met de sleepnetsurveillance geen uitzondering worden gemaakt voor mensen met beroepsgeheim, of verschoningsgerechtigden. Het internetverkeer en de cloud-gegevens van bijvoorbeeld artsen, advocaten en journalisten wordt immers ook gewoon gevangen in het sleepnet en bij de realtime-toegang tot databases van bedrijven en overheidsinstanties. De geheime diensten mogen straks informatie doorspelen naar het OM. Dit is enerzijds problematisch voor een eerlijk functionerende rechtsstaat. Zo durven verdachten wellicht niet meer hun advocaat volledig in vertrouwen te nemen, uit angst dat wat ze vertellen tegen ze gebruikt kan worden in de rechtszaal. Dit heeft een situatie tot gevolg waarbij de macht van verdachten verschuift in de richting van de aanklagende overheid en staat zodoende een eerlijk proces in de weg, zonder dat het van buitenaf opvalt.
Anderzijds kan de gezondheidszorg in zwaar weer komen. Stel je voor dat mensen met ernstige psychische klachten niet meer (volledig eerlijk) durven te communiceren met hun artsen en psychologen, uit angst dat de communicatie of hun medisch dossier in handen komt van de AIVD. Dit laatste heeft potentieel ook gevolgen voor de veiligheid van de samenleving. Als mensen met bijvoorbeeld pedofiele neigingen of agressieproblemen om deze reden niet worden behandeld, of als ze niet eerlijk durven te zijn in de behandelkamer, is de kans groter dat er incidenten plaatsvinden.
Wat ons te wachten staat
De Wiv geeft de AIVD en MIVD vanaf 1 januari 2018 de mogelijkheid om Nederland in te richten als een groot surveillanceparadijs. Het is te verwachten dat massa’s onschuldige burgers en mensen uit kwetsbare en essentiële beroepsgroepen constant onder het toeziend oog van de Nederlandse en soms ook buitenlandse geheime diensten zullen moeten leven. De zelfcensuur toegepast op uitingen en ingezet bij informatievergaring als gevolg van deze sleepnetsurveillance, en de vrijwel onmogelijkheid tot journalistieke bronbescherming, kunnen leiden tot een verstarde democratie. Dit is een democratie waar de kans op corruptie toeneemt, waar de controversiële onderwerpen niet worden belicht en waar men op die manier vastroest in de denkbeelden van de status quo.
Dit systeem zorgt straks voor een overheid en aangrenzend bedrijfsleven waarbij de kans groter is dan ooit dat machtsmisbruik en corruptie door goed ingebedde machthebbers het daglicht nooit zullen zien. Daarnaast zorgt het ontbreken van bescherming voor kwetsbare beroepsgroepen voor een verschuiving waarbij de machtsbalans tussen burger en staat doorslaat naar de staat, in het nadeel van de burger. Verdachten die terecht bang zijn voor de surveillance kunnen niet langer rekenen op een eerlijk proces. Potentieel worden zelfs de gezondheid en veiligheid van Nederlandse burgers aangetast. Al met al is dit de ideale voedingsbodem voor een totalitaire staat. Laten we hopen dat het in Nederland nooit zover zal komen.
Wat kunnen we nog doen?
We kunnen er politiek gezien eigenlijk niets meer aan doen dat het bovenstaande werkelijkheid wordt in Nederland vanaf 1 januari 2018. De Wiv is aangenomen met een meerderheid in zowel de Eerste Kamer als de Tweede Kamer. Wel kunnen we er nog voor zorgen dat er een referendum over de wet wordt gehouden onder het Nederlandse volk. Een groep Amsterdamse studenten startte in augustus met een online petitie en wist binnen een week de benodigde 10.000 handtekeningen voor de eerste fase binnen te halen. Maandag 4 september is de tweede fase begonnen, waarin 300.000 nieuwe handtekeningen binnen zes weken moeten worden verzameld. Als dat lukt zal het referendum worden gehouden.
Tot 12 oktober aanstaande kun je via sleepwet.nl je handtekening indienen. Als je in de eerste fase al hebt getekend mag je dat nu opnieuw doen. Ondertussen kun je de ontwikkelingen rond het referendum volgen via het Twitter- of Facebook-account van de initiatiefnemers.
Mocht een referendum de politiek niet bewegen dan zijn op dit moment verschillende burgerrechtenorganisaties aan het onderzoeken of ze de wet via de rechter kunnen aanvechten. Gezien de vele overschrijdingen van mensenrechten die de Wiv mogelijk maakt, bestaat er een kans dat dit zal lukken. Het is wel te verwachten dat er moet worden doorgeprocedeerd tot aan het Europese Hof. Dat proces kan nog jaren duren. De organisaties zullen daarom donaties hard nodig hebben. En als er tot die tijd niets verandert aan de wet mogen we rustig zeggen dat we in Nederland leven onder een uitermate schadelijke sleepnetsurveillance.
Wouter Moraal studeert Media Technology aan de Universiteit van Leiden. Naast zijn studie geeft hij vanuit Stichting Gr1p workshops om het bewustzijn over veiligheid en privéleven in de digitale samenleving te vergroten. Nadat hij zich in 2013 voor zijn studie verdiepte in de sleepnetsurveillance door de Amerikaanse overheid, liet dit onderwerp hem niet meer los. Sindsdien is hij in zijn vrije tijd actief bij het Privacy Café, de Internetvrijheid Toolbox en andere initiatieven van digitale burgerrechtenorganisatie Bits of Freedom. Ook initieerde hij een online burgercampagne tegen de voormalige Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens.