Zijn eigen feestje
Maar we gingen, zeiden onderweg een paar keer zenuwachtig ‘echt rock ’n roll dit’ tegen elkaar en na een lange tocht met kinderwagen door modderkluiten van diverse afmetingen kregen we allemaal een bandje waarmee we backstage konden.
Bij Ezra wurmden ze het om zijn dikke beentje, waar we direct een flashy Instagrammoment van maakten. Niemand hoefde te weten dat we onszelf in kloppend schuldgevoel wentelden met betrekking tot ons besluit onze peuter in de vijfde ring van de hel te werpen.
Om het erger te maken trok een beveiliger mij aan mijn mouw en vroeg me of ik me er bewust van was dat de adviesleeftijd zestien jaar en ouder was. ‘We zijn hier maar een paar uur’ zei ik heel hard, zodat iedereen het kon horen.
Zielig.
Backstage was het precies zoals het zou moeten zijn. Een ijskast voor drankjes, stapels bananen en broodjes en overal asbakken. De entourage bestond uit Lebowski-mannen, die er over het algemeen allemaal uit zien alsof ze vroeger roadie waren van een grungeband, maar nu de drank links laten liggen en slechts nog leren jasjes en nineties-zonnebrillen dragen om zichzelf en de anderen subtiel te wijzen op hun rauwe verleden, terwijl hun soepele tred en de helderheid in hun ogen jammerlijk verraadt dat ze al jaren iedere avond om tien uur het tanige lichaam onder de frisse dekens vleien.
En wij dus. Willem drentelde heen en weer, mompelend en sigaretten lurkend, tot hij het podium op mocht.
Het kind bleek op geen enkele manier geïntimideerd door het literaire machtsvertoon, maar wentelde zich als een echte Shirley Temple in de aandacht van de omstanders. Hij zette kokette stapjes en slaakte sexy kirretjes, al zwaaiend met plastic bloemen die hij overal vandaan viste en met een roze flamingogieter permanent tegen zijn peervormige buikje geklemd.
Ik zat aan een lange picknicktafel mezelf genoegzaam steeds meer vrouw van de rockster te voelen. Een beetje Holly Brood, een beetje Sandra Hay.
Ik slaagde erin om helemaal chill te doen, ondanks het feit dat de inmiddels weggehompelde Ezra dreigde de hoofdschakelaar van de festivaltent om te zetten. Met een lichtelijk vermoeide stem en een voor de gelegenheid aangedikt Rotterdams accent babbelde ik in de rondte. Sigaretje erbij, routineuze kop.
Ja, dit werkte wel.
Het einde van de wereld begon. De Lebowskimannen huppelden verraderlijk fit de zaal in. Ezra en ik bleven achter. Hij hoefde wat mij betreft nog niet te weten dat in 2019 de derde wereldoorlog begint.
We hingen samen rond, vraten een paar bananen en keken een Disney-compilatie op YouTube. Naast ons trilden de haringen van de Bravo de grond uit van hedonistisch plezier, maar Mufasa’s ondergang was gewoon veel belangrijker. En eindelijk kon ik ongestoord naast mijn peuter zitten en eindeloos over zijn haar aaien als de smachtmoeder die ik eigenlijk ben.
De muziek ging opeens over in keiharde metallic. Het kind keek met een ruk op van Belle, de nog nuffiger zuster van Madame Bovary, en wriemelde zich van zijn stoel tot hij op zijn Hobbitvoetjes stond. Hij begon vastbesloten richting de schreeuwende gitaar te lopen tot hij bij het hek kwam dat de backstage van de gewone mens scheidde. Ik liep achter hem aan en zag hoe hij zijn armen de lucht in gooide en zijn hoofd heen en weer zwiepte. Ook zijn knietjes deden mee in iets wat ik wel dansen moet noemen. Het echte Nederlandse mannendansen, nogal stijfjes, maar met het serieuze smoelwerk van de echte muziekliefhebber.
Ik ging naast hem staan en danste met hem mee. We bleven lang hupsen, hoekig, als partners die elkaar hierin nog moesten vinden. Af en toe riep ik ‘Ezraaaa!’ en probeerde hem op te tillen, maar niets daarvan. Hij ging door, op eigen beentjes, vol overgave, tot ik uiteindelijk stil stond en alleen maar naar hem keek.
Tussen de praktikabels ervoer ik de eerste keer waarop ik hém volgde en hij niet mij. Zijn dansen maakte hem los van mij.
Willem kwam terug. Ik probeerde hem uit te leggen wat er net gebeurd was, maar kwam niet verder dan stamelende vertedering. Terwijl: dit was historisch. Ezra had zijn eerste eigen feest gemaakt.
Al op weg terug naar de auto viel hij in slaap. We liepen langs de tentjes en de zombiemassa van uitgewoonde Lowlandsgangers die met ons naar de parkeerplaats strompelden. Sommigen keken, sommigen trokken een wenkbrauw op. Het kon me niks schelen.
Ik was de moeder van een rockster.
Sarah Sluimer publiceerde samen met Willem Bosch Ontaarde ouders, gebaseerd op de wekelijkse column die zij en Willem voor de website van Elle schreven. Het is een bijzonder grappig, openhartig maar ook ontroerend verslag van een poging het leven met een kind niet in de weg te laten staan van je eigen leven en een gezonde relatie. Volgend jaar verschijnt Sarahs debuutroman bij Lebowski.