Met Samuel naar een vakantiepark: de laatste keer komt telkens dichterbij
De reden? In zijn autistische opruimwoede denkt hij te moeten helpen met spullen naar hun plek brengen. Hij tilt een tas op en laat die bijna meteen weer vallen. Krak. In die tas zat een mok met een tekst over 'genie David', de deze week in Tilburg geïnstalleerde oudste zoon. Weg cadeautje.
Verder verliep alles naar wens deze vakantie. Alleen, en dat vinden wij best verdrietig: met Samuel naar een vakantiepark zonder aanpassingen voor mindervaliden, dat kan bijna niet meer. Elke keer komt de laatste keer dichterbij. Hij wordt te zwaar, te groot.
We waren in Port Zélande en hadden alleen een apart bed besteld, dat omhoog en omlaag kan. Het bed was ondoordacht geplaatst. Ze hadden een ander bed in de kamer laten staan. Alleen een kabouter kon daar nog tussendoor. Het is een vorm van onbegrip die we min of meer over onszelf afroepen door naar een plek te gaan waar vooral 'normale' mensen verblijven. Alleen: de groeiende problemen wegen nog steeds niet zo zwaar als het plezier, of de pret voor onze jongste zoon Joshua, die elke dag heerlijke voetbaltoernooitjes speelde. Hij wil ook weleens uit de wereld met een gehandicapte broer breken.
Het zwembad van het park is overigens te moeilijk toegankelijk voor het mooie. Eén kleedhok voor mindervaliden. Dat was afgesloten, want anders is het voortdurend bezet door mensen die het wel handig vinden, zo'n hok met iets meer ruimte. Het toegangspoortje tot het zwembad is ook standaard afgesloten. Anders gaan mensen zonder kaartje te makkelijk naar binnen. Telkens komen er werknemers met sleutels aan te pas. Samuel zwemt zonder spalken en is dan dus niet in staat een stukje te lopen. Hem te water laten lukt nog net, maar zonder hulpmiddelen is het een hels karwei om hem eruit te vissen.
Twee momenten met Samuel tijdens de afgelopen week zijn juweeltjes in het groeiende scala aan gouden herinneringen. Het eerste voltrekt zich als Bernique en ik achter het huisje lezen. We zijn net gaan zitten als Samuel een zeldzaam uitstapje maakt, hij staat op van de bank, loopt naar buiten en meldt zich aan tafel met mijn leesbril; hij is nu eenmaal een brillenfetisjist. Hij heeft een lelijke smak weten te voorkomen, niet verdacht als hij was op het afstapje naar buiten.
De andere keer laten we hem na een uitstapje lopen van de parkeerplaats. Honderden meters, dat kan hij wel als hij zich inspant. Van opwinding is hij dan een eenmansoptocht. We blijven dichtbij, om hem bij een misstap op te vangen. Zou hij weten waar we wonen, in dit woud van bijna inwisselbare huisjes? Als we de laatste bocht naderen, gaan we stilletjes achter hem lopen. Samuel versnelt zijn pas. Hij is euforisch. Bij nummer 333 slaat hij rechtsaf, ons paadje op. Zijn triomfalisme is net zo groot als ons geluk.
Willem Vissers (1964) schrijft wekelijks in de Volkskrant over het leven met de gehandicapte Samuel, de middelste van zijn drie zonen. Zijn kroniek verschijnt iedere woensdag op het Lebowski Blog. Dit is deel 34.
Reageren? w.vissers@volkskrant.nl
Foto © Marijn Scheeres