Loslaten
‘Tja, de werkelijkheid wacht weer op je,’ schreef mijn moeder.
Ik scrolde er pijlsnel doorheen. De werkelijkheid die wachtte, was samengesteld uit een hypotheekakte, belastingaangiftes van de laatste vijf jaar, prognosecijfers van het huidige jaar, lijfrente, recente taxatie van het huis en nog veel meer andere stukken die we bij het bureau voor mediation en financial planning ingeleverd hadden. Onze meisjes waren verdeeld en omgezet in harde valuta. Kosten.
Ik keek naar hun opengevallen monden en streek over hun gebleekte haar. De taxichauffeur slingerde door het berglandschap, links schitterde de Ionische zee.
De werkelijkheid is dus dat ik bijna officieel gescheiden ben, en dat ik nu zoek naar een huis in de hoofdstad. Kopen is goedkoper dan huren. Maar de buurten waar ik eventueel terecht kan, liggen nooit dichtbij de basisschool van de zevenjarige.
De werkelijkheid is dat ik in deze zomervakantie echt heb geaccepteerd dat we zullen scheiden. Ik moest wel. Het werd tijd, zult ook u wel denken. Ik deed er rijkelijk lang over volgens de meesten. Loslaten is niet mijn sterkste kant. Dat werd als een zwakte beschouwd, zeker niet als een kracht.
Loslaten is het toverwoord van deze tijd. Het staat in elk magazine. Ik hoor niet anders: ‘Jij moet hem loslaten.’ Ik vind het eerder belachelijk dat iedereen tegenwoordig alle tegenslag direct los probeert te laten. Weg ermee.
Het woord ‘dankbaarheid’ heb ik zelf nog niet in de mond genomen, maar ook dat is nogal populair. Uiteindelijk zal ik man ‘dankbaar’ zijn, anders was ik nooit degene geworden die ik nu (bijna) ben. Zo mezelf.
De werkelijkheid is dat ik thuis, tijdens het opbergen van de koffers, ineens een heleboel delen van ‘Mijn leven met (naam van man)’ tegenkwam. Keurig bij elkaar gestopt in een doos. Voor zijn verjaardag schreef ik altijd een boekje met die titel. Een heel andere type jaarverslag. Van geen enkele waarde voor het bureau voor mediation en financial planning.
Ik sloeg een willekeurig deel open en las meteen: ‘We zullen samen oud worden. Allebei grijs. Eén van ons zal spreken aan het graf van de ander en zeggen: ‘Ik sta hier wel, maar we nemen toch geen afscheid. Wij nemen geen afscheid.’
Elke Geurts (1973) publiceerde de verhalenbundels Het besluit van Dola Korstjens (2008), Lastmens (2010) en Lastmens & andere verhalen (2015). Ook schreef ze de veelgeprezen roman De weg naar zee (2013). Daarnaast schrijft ze voor Trouw en VPRO Gids en verschijnen dagelijks columns op haar elkegeurts.nl.
Ik nog wel van jou verschijnt in 2017 bij Lebowski Publishers.
Deze column verscheen eerder in Trouw.