Tokyo Expatwife #10: De kapper
Voor hij gaat knippen haalt de kapper een warm wit handdoekje uit een soort oventje middenin de zaak, die overigens mintgroene muren heeft met een lambrisering van witte kiezelsteentjes van ongeveer anderhalve meter hoog. De handdoek gaat om mijn hoofd, ook over mijn ogen. Bij deze kapper staat elke handeling in dienst van het comfort van de klant. Ik voel me uiterst comfortabel.
Na de warme handdoek op mijn hoofd gaat er eentje om mijn nek. Als een koele sjaal. Zodat het schort niet snijdt. Dat zou sowieso niet gebeuren, maar nu weten we dat zeker. Het schort gaat om en het knippen begint. De kapper gebruikt een gek klein schaartje maar dat had ik in Nederland ook weleens gezien. Na het knippen scheert hij de randjes met een ouderwets scheermes. Ik moet daarvan altijd aan cowboys denken.
Na het knippen vraagt hij of ik mijn haar gewassen wil hebben. Dat doen ze hier ná het knippen, en ik vraag me af waarom niet iedereen in de wereld dat doet. Ik wil het wel en de stoel wordt omgedraaid, ik word zachtjes achterover geduwd met een zachte handdoek opgerold in mijn nek. Het wassen van de haren is stiekem het masseren van de hoofdhuid, en deze kapper brengt de tintelingen tot aan mijn tenen. Je reinste magie. Na het wassen draait hij me om, en ik voel me alsof ik 49 uur geslapen heb. Ik wil niet meer uit deze stoel. De kapper kijkt me verwachtingsvol aan. Ik kijk naar hem, dan naar de surffilm die altijd maar doorloopt als was hij de tijd zelf, en dan naar mezelf.
Dan bedenk ik me dat ze hier ook scheren. Ik vraag om een scheerbeurt. De kapper begint te stralen.
‘Shave the whole face?’
‘Yes, but not the eyebrows,’ grap ik, niet wetende wat hij precies bedoelt met ‘het hele gezicht’. Hij haalt een nieuwe warme handdoek. Deze gaat over mijn hele gezicht, maar zo dat ik wel kan ademen. Mijn poriën gaan open alsof ze de kapper zelf naar binnen willen halen. Na de handdoek gaan er drie verschillende zalfjes mijn gezicht op en weer af. Ik voel mezelf weker en weker worden. Als ik bijna in slaap val voel ik het koude scheermes over mijn voorhoofd. Ik wil protesteren, maar dat durf ik niet, en hoe erg is het nou eigenlijk om een mooi glad voorhoofd te hebben?
Nadat hij mijn baard geschoren heeft legt de kapper weer een warme handdoek op mijn gezicht. Ik krijg het gevoel dat ik heel opzichtig zit te genieten en ik schaam me daar meteen voor. Godzijdank smeert hij weer iets op mijn gezicht. Deze verkoelende substantie zit er behoorlijk dik op. Als mijn huid ermee bedekt is, haalt hij het eraf met een soort stalen eierdopje dat zich vacuüm trekt op mijn huid. Die voelt inmiddels zachter dan ooit tevoren. Uiteindelijk gaat er aftershave op. De kapper zet me weer recht, verdwijnt en komt terug met een groot apparaat in zijn handen dat het meest wegheeft van een rubberen slijptol. Hij glimlacht geruststellend en zegt: ‘Massage.’ Voor ik iets kan uitbrengen zet hij het zwarte gevaarte op mijn rug en het begint te trillen. Het is zalig en ik moet me inhouden niet te gaan kwijlen. Als dit dan ook voorbij is smeert de man wax in mijn haar. ‘Okay?’ vraagt hij.
Ik kijk in de spiegel en het ziet er niet uit, maar wie kan dat iets schelen, ik ben zojuist twee jaar jonger geworden.
‘Sugoi!’ zeg ik. Terwijl ik de winkel buigend en bedankend verlaat staat hij buigend en bedankend op de drempel.
Mick Johan (1980) is schrijver, kunstenaar en drummer. Hij was de helft van kunstenaarsduo Miktor & Molf en de eerste hoofdredacteur van Vice in Nederland. Totemdier Arafat is zijn debuutroman, waarvan de filmrechten al zijn verkocht. Meteen na publicatie verhuisde hij met zijn vrouw en twee kinderen naar Tokio.