Het traplopen lukt al aardig, zeker als Samuel het op zijn heupen heeft
Samuel kan behoorlijk lopen op gelijke vloeren. Maar de trap op met spalken, laat staan de trap af, dat is vrijwel onmogelijk. Hij kan zijn voeten niet afrollen. En toch moet het, dat stukje traplopen, als het busje hem ophaalt. Ze oefenen op school met een fysiotherapeut. Het lukt al aardig, zeker als Samuel het op zijn heupen heeft.
Chauffeur Theo moedigt hem aan. Bij vertrek naar het kinderdagcentrum staat Theo in de bus en Bernique of ik achter Samuel. De eerste trede is relatief makkelijk, hoewel hij moet leren begrijpen dat hij de twee gele stangen moet vastgrijpen. Met losse handen lukt het niet. Hij snapt nog niet goed dat hij, om de tweede trede te nemen, de stang hoger dient vast te pakken.
Omlaag is nog lastiger. Samuel staat dan met zijn rug gekeerd naar buiten en leert achteruit de trap af lopen. Hij wil twee treden tegelijk nemen, mopperend. Het liefst laat hij zich nog min of meer in de armen van de chauffeur vallen, waarvoor hij te zwaar is. Vroeger kon dat. Abdul, zijn eerste chauffeur, droeg hem gewoon naar binnen. Abdul was een geweldenaar uit Afghanistan, een man die net zo mooi kon vertellen over zijn land als Khaled Hosseini schreef in De vliegeraar. Maar op een dag nam hij afscheid, om te emigreren naar Engeland.
We kregen onder anderen Sito en Sylvia, en nu dus Theo. En Samuel oefent, hoe moeilijk dat trapje ook is. Om het maar niet te hebben over de grote trap thuis. Eigenlijk zijn we in 2005 verhuisd vanwege de trap, omdat ons vorige huis moeilijk te verbouwen was. We wilden een echte plateaulift met een deur, om voorbereid te zijn op onze toekomst met een zware jongen.
De lift was een keer opeens kapot. Met vereende krachten lukte het ons Samuel boven te krijgen, maar daarna moest de monteur komen voordat de nacht aanbrak. De dertien treden naar beneden had hij nooit kunnen nemen, de volgende ochtend. Samuel ziet ook geen gevaar en diepte. Hij zou zich zo naar beneden storten.
We hebben van Samuel geleerd hoe moeilijk trappenhuizen zijn voor mensen met een beperking. Met Samuel gaan we niet eens op bezoek bij vrienden op een bovenwoning. Onmogelijk. Ja, mijn broer Koos heeft hem eens naar beneden getild, maar hij is een hartstikke sterke groenteboer.
Bij de ouders van Bernique hebben ze een serre. Samuel hoeft niet naar boven. Bij ons thuis is het geweldig geregeld. Samuel stapt vanuit de lift zo zijn slaapkamer in, op de eerste verdieping. Hij heeft de grootste kamer van allemaal. De andere jongens liggen op de tweede verdieping. Wij slapen in de kamer naast Samuel. We horen hem tandenknarsen, wat hij vrijwel onophoudelijk doet. Het is een geruststellend geluid. Zo is het fijn: de kwetsbaarste van het stel ligt het dichtst bij mama en papa.
Willem Vissers (1964) schrijft wekelijks in de Volkskrant over het leven met de gehandicapte Samuel, de middelste van zijn drie zonen. Zijn kroniek verschijnt iedere woensdag op het Lebowski Blog. Dit is deel 41.
Reageren? w.vissers@volkskrant.nl
Foto © Marijn Scheeres