Dagboek
Uiteraard denk ik er zelf ook wel eens over na: wie zal ik de opdracht geven om het ene dan wel het andere te doen met mijn ongepubliceerde geschriften. Ik hou bijvoorbeeld een dagboek bij. Ik schrijf erin op zeer onregelmatige tijdstippen, in feite alleen wanneer mij iets dwars zit. Aldus komt mijn geliefde vrijwel niet in dat dagboek voor omdat zij simpelweg nooit een bron van verdriet of ergernis is. Wel noteer ik mijn meest zwartgallige gedachten, doe ik uitgebreid verslag van woede, achterklap, afgunst en nijd, en wanneer ik er al eens iets vrolijk in noteer gaat het meestal over een dronken flirt met de een of andere dame op een feestje waar verder uiteraard niks oneerbaars uit is voortgekomen. Kortom, wanneer mijn vrouw na mijn dood die dagboeken zou lezen, is de kans groot dat zij niet alleen diep teleurgesteld zou zijn over haar eigen afwezigheid in die geschriften maar ook dat zij de man die uit deze teksten naar voren komt, totaal niet zou herkennen.
Mijn uitgever daarentegen kan ik al tot hier horen likkebaarden terwijl ik dit stukje tik. En weet je wat, ik denk dat ik het hem gun. Want laat ons wel wezen, welke schrijver wil er niet worden herdacht als een fascinerende, manische geest wiens leven een aaneenschakeling was van hoge pieken en diepe dalen op het emotionele vlak, bij voorkeur gekoppeld aan excessief drankgebruik en de occasionele geestverruimende middelen? Dus bij dezen geef ik opdracht aan mijn vrouw en al wie mij goed heeft gekend om asjeblieft ruim vóór mij de pijp uit te gaan. Want waar ik niet op zit te wachten is dat er iemand mijn postume feestje komt verpesten door te onthullen dat ik in werkelijkheid alleen maar een groots en meeslepend leven heb geleid in het diepst van mijn gedachten.
Van 16 tot en met 20 oktober doet Ivo Victoria net na het nieuws van 1 uur bij VPRO's Nooit Meer Slapen op NPO Radio 1 een verlate dagsluiting. Dit is deel 3, naar aanleiding van de biografie van Jan Wolkers die vandaag, 10 jaar na zijn dood, verschijnt.