Zoeken
Bekentenis
‘Ik lees nooit. Daar ben ik na de middelbare school mee gestopt.’ Riemer is vrijgezel en woont bij mij op de gang. Sterker nog, hij is mijn directe buurman, alleen een kleuterhoek en een kapotte lift bevinden zich tussen ons in. Ik woon net in De Biotoop en het is de eerste keer dat ik hem echt spreek. Riemer lijkt me slim, serieus en nieuwsgierig – allemaal eigenschappen die wijzen op een geïnteresseerde lezer – daardoor komt de boodschap extra hard aan. Ook is de kans groot dat deze boekenhater helemaal geen reden ziet om me snel te helpen. Ik heb me net voorgesteld en verteld dat ik schrijfster ben en dat ik daarom afhankelijk ben van de wifi, voor research en contact met mijn uitgever. Riemer is mij door ‘onze burgemeester’ aangewezen als de systeembeheerder van De Biotoop, dé man die alles weet van het internet en de ontvangst. Maar zijn leeshekel is gelukkig niet zo hevig dat hij me boycot, hij gaat voor me aan de slag en als ik stil blijf, zegt hij – als om het goed te maken – ‘maar mijn moeder werkt in de bibliotheek’.

Bekentenis

Gepubliceerd op 26 oktober, 2017 om 00:00, aangepast op

Enige tijd later krijg ik mijn schrijfkast, de inloopkast in de ateliervleugel waarin ik me wil gaan afzonderen om rustig te werken. Opnieuw moet ik internet regelen en weer doe ik een beroep op Riemer. Hij helpt me aan een modem. Als ik het kastje bij hem kom ophalen, vertelt hij dat zijn moeder mijn roman Wissel uit 2013 heel goed vond. Dat ze een schriftje bijhoudt met de boeken die ze leest en dat er bij mijn boek een paar vette uitroeptekens stonden. Hij heeft het zelf gezien.

Dan is het open dag in De Biotoop. Ik prijs mijn schrijfkast aan als het kleinste atelier van het hele complex. In de hal staat een bank waarop voorbijgangers kunnen neerploffen. De hele dag lees ik ze voor uit Dingen die niet mogen, mijn roman uit 2016. De proloog leent zich daar goed voor, ik lees die in een paar minuten. Ik krijg bezoek van veel Harenaren en van twee meisjes die speciaal voor mij uit Zwolle zijn gekomen omdat ze later zelf ook schrijfster willen worden. Aan het eind van de dag staat Riemer ineens voor me. Ik ben schor en wil eigenlijk net stoppen, maar omdat ik vereerd ben dat ‘Riemer de niet-lezer’ voorgelezen wil worden, geef ik een laatste optreden. Hij heeft een blonde vrouw bij zich. Samen gaan ze op de bank zitten. De vrouw sluit haar ogen en glimlacht. Riemer kijkt naar haar. Na afloop koopt Riemer het boek voor zijn moeder.

Gisteren kwam Riemer aan de deur. Hij woont inmiddels al ruim een halfjaar samen met Karien, de blonde vrouw met wie ik hem toen op de open dag zag. Hij houdt mijn pas verschenen trilogie Zien Horen Zwijgen wegend in zijn hand.

‘Ik heb je nieuwste boek bij Boomker gekocht voor mijn jarige moeder. Zo’n dikke pil, daar zal ze blij mee zijn. Wil je er iets inzetten?’

‘Natuurlijk.’ Ik neem mijn eigen boek van hem aan.

Er klinkt ontzag in zijn stem: ‘Er lag een hele stapel.’ Dan kijkt hij me ineens recht aan: ‘Ik moet je iets bekennen… Weet je dat mijn eerste afspraakje met Karien op de Open Dag was? Nadat jij ons had voorgelezen was het pas echt aan.’

Ik wil hem om zijn nek vliegen, want ik voel me alsof ik door het voorlezen van mijn werk zijn huwelijk heb voltrokken. Maar ik hou me in, want dat zou een ambtenaar van de burgerlijke stand ook doen, en zeg dat ik ze met alle plezier nog eens wil voorlezen.

Schrijfster Sabine van den Berg leeft in de grootste kunstenaarsgemeenschap van Noord-Nederland: De Biotoop in Haren. Meer over Zien Horen Zwijgen, de recent verschenen trilogie van Sabine van den Berg, lees je hier. 

Auteurs
Auteur: Sabine van den Berg

Sabine van den Berg (1969) is als docent Proza verbonden aan de Schrijversvakschool te Groningen. Ze publiceerde eerder de romans De naam van mijn vader, De lachende derde, Wissel en Dingen die niet mogen.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: