Zoeken
 De geboorte van een Bijlmer dierenarts
In de winter van 1991 werkte ik als ik pas afgestudeerde dierenarts voor de veeartsen De Haas, de Zeeuw en van den Berg in de streng gereformeerde dorpen Stolwijk en Berg Ambacht, vlakbij Gouda. De boeren hadden nog nooit een Surinamer van dichtbij gezien. Ze vroegen mij of er in Suriname ook koeien waren en of het er in de winter ook koud was. Ze belden mij 's nachts als een bevalling niet wilde vlotten. De meeste schapen en de koeien bevielen ergens tussen elf uur 's avonds en en zes uur 's ochtends, bij een temperatuur onder het vriespunt. Ik had net mijn rijbewijs, veel wegen waren niet verlicht en de dijkjes zo smal dat ik er nauwelijks kon keren. Gelukkig reed ik in die ik in die zes maanden maar een keer de sloot in.

De geboorte van een Bijlmer dierenarts

Gepubliceerd op 16 december, 2017 om 00:00

Texelse schapen hebben vaak hulp nodig bij de bevalling. Dan ligt er een kopje of pootje van een lam dwars. Als dierenarts breng je je hand naar binnen, leg je het pootje of het kopje goed en trek je het lam voorzichtig, synchroon met de persweeën, naar buiten. Bij koeien is het helaas niet zo eenvoudig. Dikbillen en Belgische Blauwen hebben zo een smal bekken dat hun gespierde kalveren er op geen enkele manier doorheen kunnen. Dus als dierenarts scheer en ontsmet je bij de staande koe de linkerflank, injecteer je een lokaal verdovingsmiddel, maak je een verticale snede door alle spierlagen, steek je je arm in de buik, tilt de baarmoeder omhoog, snijdt deze open en geeft de pootjes die tevoorschijn komen aan de boer die er een nat, dampend kalf uit trekt. Daarna hecht je alles weer dicht. Deze procedure kan in anderhalf uur klaar zijn, tenzij de koe gericht trapt bij het toedienen van de verdoving en je knie zo hard raakt dat je in het stro in elkaar zakt of de koe zich voor de operatie losrukt, zich omdraait en je samen met al je steriele instrumenten omver loopt. Na een dienst van gemiddeld drie bevallingen per nacht moest ik mij om acht uur 's ochtends weer melden bij mijn bazen en verslag doen. Ongelukjes verzwijgen had geen zin, de boeren vertelden het toch wel.

In de Bijlmer stond toen een dierenartsenpraktijk te koop. In de garage van de flat Klieverink. Ondanks de grote vraag naar praktijken was er niemand geïnteresseerd  Dierenarts worden in de Bijlmer was kennelijk niemands droom.

Voor Surinamers is de de Bijlmer echter iets heel anders dan voor de rest van Nederland. De gemiddelde Nederlander hoort vooral Bijl, is bang om voor de Bijl te gaan. Surinamers zeggen Bimreee..... Dat klinkt als een broodje pom met peper en zuur, als een soulparty waar je dicht tegen elkaar aan danst, als Parbo Bier op een warme zomerdag. Het meest Surinaamse plekje van Nederland.

Ik ging kijken. De garage was donker en een beetje onheilspellend. De praktijk oogde kwetsbaar door de dunne kunststof wanden en de glazen entree. Ik liep eromheen. Ik kon toen natuurlijk niet weten dat een verwarde klant ooit de wanden vol affiches zou plakken waarop stond dat haar kater door de castratie een hersenbloeding had gehad en dat niemand zijn kat door mij moest laten opereren. Of dat een dakloze wiens Dobermann ik ooit zou laten inslapen 's nachts zijn oor tegen de wand aan zou leggen omdat hij twijfelde of zijn hond echt dood was.

De assistente liet mij binnen en ik liep door de wachtkamer waar ooit een Afrikaanse vrouw in een soort trance, miauwend als een kat, tussen mijn andere wachtende cliënten over de vloer zou rollen. Er stonden donkerbruine kunststof stoelen. Honderden van mijn toekomstige cliënten zouden op die stoelen uit alle macht, maar meestal tevergeefs, hun tranen proberen tegen te houden vlak voor dat allerlaatste bezoek van hun hond, kat, konijn, cavia, rat, hamster of muis. 

Ik inspecteerde de balie, waar ik veel vaker dan ik kon vermoeden te horen zou krijgen dat mijn behandeling te duur was en dat deze de volgende dag, het eind van de week, het eind van de maand, met het vakantiegeld, in kleine delen of helemaal niet betaald zou kunnen worden.

Ik liep door naar de operatiekamer en bekeek de operatietafel. Ik zou er van alles uit het dierlijk lichaam verwijderen: testikels, eierstokken, baarmoeders, melkklieren, blaasstenen, milten, tumoren, af en toe een oog of een staart. Ik wist echter niet dat ik er ook zou leren bidden. Om het stoppen van een bloeding, om slechts een ademhaling van een bewegingloos lichaam. Ik streek met mijn vingertoppen langs de wand van de operatiekamer, waar het bloed uit vele weerbarstige slagaders tegenaan zou spuiten. De wand die ooit zou scheuren door de impact van het hoofd van een flauwvallende stagiaire.

Ik ging achter de behandeltafel staan. Gelukkig wist ik toen nog niet dat op die tafel honderden katten hun nagels zouden scherpen aan mijn huid. Gelukkig wist ik ook nog niet dat precies twee maanden later een poolhond zich zou vastbijten in mijn onderarm en dat dat de eerste, maar niet de laatste keer zou zijn dat ik mijzelf zou verbinden en mijn eigen antibiotica zou slikken.

Achter die tafel hoopte ik, met mijn zes maanden ervaring, met zelfvertrouwen diagnoses te stellen, injecties geven, medicijnen voor te schrijven. Achter die tafel zou ik echter telkens weer ontdekken dat mijn studie en een half jaar ervaring mij nooit hadden kunnen voorbereiden op mijn cliënten: de Bijlmerbewoners. Hun uitbundige vreugde, hun overweldigend verdriet, hun talent om te overleven of juist groots ten onder te gaan. Hun liefde voor dieren die, zoals ze zelf toegaven, veel groter was dan die voor mensen. Hun gebrek aan vertrouwen in mij of juist hun hoop op een wonder dat ik zou kunnen verrichten. Ik wist nog niet hoe vaak ik zou moeten zeggen dat er geen hoop meer was en dat dat met de jaren niet makkelijker zou worden.

Ik verliet de praktijk en liep langs de garage. Dezelfde weg die ik ooit rennend af zou leggen tijdens een vergeefse achtervolging van jongens die er met mijn kasgeld vandoor gingen. Ik stapte in mijn auto en plotseling wist ik het zeker. Dierenarts worden in de Bijlmer. Het leek mij wel wat.

Dit verhaal las Chris Polanen, auteur van Waterjager, voor bij Bijlmer boekt!, naar eigen zeggen hét literaire variétéprogramma van Amsterdam Zuidoost. 13 februari is de nieuwe editie in het Bijlmer parktheater. De foto van Chris Polanen is gemaakt door Jean van Lingen.

Auteurs
Auteur: Chris Polanen

Chris Polanen (1963) is dierenarts in Amsterdam-Zuidoost. De in Suriname geboren en getogen auteur kwam op twintigjarige leeftijd naar Nederland en begon te schrijven om met zijn heimwee naar Suriname om te gaan. Hij schrijft columns en korte verhalen die zowel in Suriname als in Nederland verschijnen, recent onder meer in bloemlezing AfroLit. In 2017 verscheen zijn debuutroman Waterjager. Centaur is zijn tweede roman.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: