Samuel zette een fijne Jozef neer en was helemaal zichzelf
Het kerstspel van het kinderdagcentrum is een van de hoogtepunten in het schooljaar. De aula is gevuld met ouders, vrienden, opa's en oma's. Er is cake, koffie en limonade. De stal is mooi opgetuigd, met een dak en balen stro. De verwachtingen zijn hoog.
Een tijdlang speelde vooral het personeel de hoofdrollen en waren de kinderen te aanschouwen in bijrollen. Dat is de laatste jaren veranderd, in onze herinnering althans. De begeleiders duwen als vanouds rolstoelen voort of spelen muziek. Een pianist begeleidt het bijbelse toneel. De kinderen kunnen over het algemeen niet praten, maar dat geeft niet. Een verteller leest stukjes voor. Het kerstverhaal is universeel, dat heeft geen woorden nodig. Iedereen kan zien hoe de geschiedenis met Maria, Jozef en het kindje Jezus zich voltrekt.
Het is niet alleen gezellig. Het is best slikken, voor mij althans, als de kinderen opkomen in een stoet. Al die verschillende handicaps, al de uitdrukkingen op hun gezicht, de kakofonie van geluiden, soms van diep uit de keel, schrapend. Het is de harde confrontatie met de werkelijkheid, uitvergroot als die is door de massaliteit van de opkomst. Het is ook mooi en puur, als de kinderen zichtbaar blij zijn met de muziek en opgaan in hun spel.
Samuel was vorig jaar een fenomenale herder. Zo eentje met een stok, een mooi, bruin juten pak en jawel, een schitterende bontmuts. Ik heb echt uitbundig gelachen om die muts, want hij wil normaliter niets op zijn hoofd. Hij kwam ook mutsloos op, maar ineens droeg hij het ding met verve. Het gaf hem een wat oosters uiterlijk. Zijn wat brede hoofd, de stevige bril, de wenkbrauwen onder het bont. Hij trok een serieus gezicht en was bijna niet meer te houden toen hij ons in het publiek zag zitten. Samuel kan op zulke momenten zomaar van zijn stoel opstaan, het kerstspel het kerstspel laten en tussen de stoelen door naar zijn ouders lopen.
De kinderen zijn ontspannen. Het spel duurt een kwartier, twintig minuten, dan is er tijd voor gezellig samenzijn. Het mooist is dat ze geen zenuwen voelen, dat ze hun rol spelen alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. Samuel was een paar jaar eerder ook al eens herder. Hij was al op Rozemarijn, toen bleek dat Jozef ziek was. Het personeel zag in Samuel de ideale invaller. Hij kreeg dus geen herderpak aan, maar de kleding van Jozef de timmerman uit Nazareth. Geruisloos ging hij op in zijn nieuwe rol. Zonder plankenkoorts.
Hij zette een fijne Jozef neer, een Jozef zoals we die nog nooit hadden gezien. Samuel was helemaal zichzelf. Helemaal Samuel. Vrijdag, tijdens het kerstspel van 2017, is hij weer Jozef. Maar nu heeft hij geoefend op die rol.
Willem Vissers (1964) schrijft wekelijks in de Volkskrant over het leven met de gehandicapte Samuel, de middelste van zijn drie zonen. Zijn kroniek verschijnt iedere woensdag op het Lebowski Blog. Dit is deel 51.
Reageren? w.vissers@volkskrant.nl
Foto © Marijn Scheeres