Zoeken
Nachtbraker
“Kitesurfing is not a crime” staat er op de sticker. Het is de enige sticker op het chocoladebruine busje met het pistachekleurige dak. Ik krijg altijd trek als ik dat busje zie, al is het bruin inmiddels wit uitgeslagen en heeft de bus zijn beste tijd gehad, de associatie met chocola en pistache blijft. Wie zou er vinden dat kitesurfing wél een crime is, vraag ik me af? De kreet klinkt defensief, hij staat voor een bepaalde levensstijl vermoed ik.

Nachtbraker

Gepubliceerd op 5 januari, 2018 om 00:00, aangepast op

Het voertuig behoort toe aan Bram. Hij woont boven ons. Bram maakt op mij een wat vage indruk, alsof hij er niet helemaal bij is, relaxed ook, je ziet hem zelden voor twee uur ’s middags. Hij heeft donkerblond krulhaar, een stoppelbaard, en draagt vaak een spijkerbroek en een hoodie. Hoewel twee keer zo oud, is het me al meer dan eens overkomen dat ik hem – van een afstandje – verwarde met mijn achttienjarige zoon die ongeveer aan dezelfde omschrijving voldoet, zeker nu hij zijn tussenjaar viert en standaard een gat in de dag slaapt.

Sinds zijn eindexamenfeest weten we hoe het zit met Bram: hij werkt voornamelijk ’s nachts. Hij produceert en geeft lichtshows. Verder heeft hij nog een webshop met kitesurfartikelen, hij surft graag. Op het eindexamenfeest van mijn zoon – in onze eigen Biobar – verzorgde Bram het licht. Sindsdien gaan ze met elkaar om.

Rond twee uur ’s nachts komen we in de buurt van de Suikerunie, de suikerfabriek aan de rand van de stad. De concentratie aan tieners op fietsen neemt toe en de hartslag van de beat klinkt steeds luider. We zijn al een paar keer verkeerd gereden en volgen de jongelui die op hun mobieltjes de weg zoeken. Dan doemt eindelijk het oude fabriekspand op, we laten onze fiets achter en lopen het laatste stuk over het terrein. Er is een brug van steigerpijpen en een pad langs grindheuvels. Ook mijn zoon zoekt met zijn mobieltje de weg, maar nu met ‘de zaklamp’. We staan zeker een half uur in een lange rij. En dan eindelijk, mogen we naar binnen, het is inmiddels bijna drie uur.

Het repeterende, allesoverheersende geluid drilt in mijn borstkas. Gewapend met oordoppen begeven we ons naar het hart van het dansevent. De ruimte is kaal, hoog en industrieel. Boven ons kantelen lichtstralen. Er hangt rook, maar het is geen tabaksrook. Zeker duizend mensen dansen, silhouetten die afsteken tegen een gekleurde mist. Sommigen houden een ballon in hun hand. De sfeer is surreëel. Dat komt vooral door de lichtshow die anticipeert op de muziek. De lasers vormen tunnels, waaiers, mandala’s en hologrammen. Ook zonder pil of ballon ervaar ik de sublieme en hallucinerende werking, onmiddellijk begrijp ik waarom dit ‘verslavend’ is. Te midden van dit magische spektakel ontdekken we Bram. Hij staat op een verhoging achter een laptop, tussen allerlei technische apparatuur. Zijn ogen glanzen, ik heb hem nog nooit zo wakker en alert gezien. Hij grijnst en zwaait.

Mijn zoon ontdekt zijn busje naast de Suikerfabriek. Wij weten nu dat er een matras achterin ligt en dat de ideale dag van Bram er zo uitziet: ’s morgens ergens heen rijden, zijn lampen ophangen, dan lekker kitesurfen, daarna een paar uur slapen en ’s avonds een lichtshow geven. Binnenkort heeft mijn zoon een bijbaantje. Drie keer raden waar.

Schrijfster Sabine van den Berg leeft met haar gezin in de grootste kunstenaarsgemeenschap van Noord-Nederland: De Biotoop te Haren. In het voormalige Biologisch Centrum van de RUG wonen en werken meer dan 300 mensen. Zien Horen Zwijgen, de trilogie van Sabine van den Berg, verscheen pasgeleden bij Lebowski Publishers.

Auteurs
Auteur: Sabine van den Berg

Sabine van den Berg (1969) is als docent Proza verbonden aan de Schrijversvakschool te Groningen. Ze publiceerde eerder de romans De naam van mijn vader, De lachende derde, Wissel en Dingen die niet mogen.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: