Zoeken
Logboek van een debutant: deel 2
Het boek is af. De drukproeven doorgespit, de cover bekend, de presentatie in voorbereiding. Bloed is dikker dan water ligt vanaf 9 februari 2018 in de winkels. Opgelucht, maar vooral trots. Mijn debuutroman: een avontuur dat drieënhalf jaar geleden begon.

Logboek van een debutant: deel 2

Gepubliceerd op 26 januari, 2018 om 00:00, aangepast op

Finale van Manuscripting, 25 september 2014 in de Amsterdamse Stadsschouwburg. Niet de grote zaal natuurlijk, maar in de salon. Finalisten: Bronja Prazdny, Derko Laan & Karel Brown (ik dus). Mijn pseudoniem bleek toch te werken. Een vriend van me had op Twitter een foto voorbij zien komen van de halve finale en dacht: die gozer lijkt echt op Timo. Maar het is hem niet, want hij heet anders. 

 

Er zaten tien dagen tussen de halve finale en de finale. Ergens had ik nog de angst dat ik gediskwalificeerd zou worden omdat ik helemaal geen afgerond manuscript had liggen. En dat was toch de insteek van deze wedstrijd. Hoe dan ook: om alle schijn op te houden moest ik met een nieuw verhaal op de proppen komen. 750 woorden dit keer.

 

Ik dacht aan het meisje met wie ik ooit verkering had. Ze kwam uit het land van Volvo en Björn en Bennie, maar soms leek er wel vergiftigd latinobloed door haar aderen te stromen. Ze was overtuigd vegetariër. We vierden Kerst bij mijn oom en tante. Het was de eerste keer dat mijn familie haar ontmoette. Ze had duidelijk laten weten dat ze weinig behoefte had om ons een halve kinderboerderij te zien verslinden, maar verder keek ze uit naar de ontmoeting met mijn familie. Mijn tante – die net als de rest van mijn familie nog nooit een vegetariër had gezien – was zo lief om een vleesvrij gerecht voor haar te maken. Alles leek in orde, iedereen was vrolijk en nog voordat de gourmetplaat op temperatuur was, schepte ze een baal vlees op. Ik dacht eerst nog dat ze een bordje voor mij maakte, maar dat was niet zo. Alsof ze nooit anders gedaan had zette ze haar vork in een sukadelapje en schrokte het naar binnen. Mijn ex-vegetariër kreeg een mooie bijrol in het verhaal waarmee ik rond half negen de Stadsschouwburg binnenstapte.

 

Verder hield ik vast aan de ingrediënten waarmee ik de laatste drie mee had bereikt. De jaren negentig: dikke rookwolken tegen de plafonds, supersonische muziek uit discmans, uit de hand gelopen familiefeest. Allemaal fictie, maar niets was verzonnen.

 

Mijn schrijfwedstrijdavontuur had ik inmiddels gedeeld met een met een aantal mensen gedeeld. Mijn vriendin was in de Stadsschouwburg, mijn moeder en zus, een paar vrienden. Ik keek naar het podium, luisterde naar voordrachten van Yannick Ottoy en Anne-Marieke Samson, de nummers een en twee van een jaar eerder, die meteen een uitgeverij hadden gevonden en op het punt stonden hun eerste boek uit te brengen. Een roman schrijven. Een maand eerder was het nog onbereikbaar. Nu misschien ook nog, maar ik zat in ieder geval in de juiste zaal. Ik luisterde naar mijn mede-finalisten, mijn angstzweet verborgen in mijn grijze jasje. Een korte pauze en daarna was het mijn beurt.

 

Mijn broer – vakbondsman - was verhinderd maar had me op het hart gedrukt om me niet in te houden en vol overgave te lezen. Dat deed ik, en ik won. Ik kreeg bloemen, een Manuscripting-mok, een uitnodiging voor het Harry Mulisch Festival en een gesprek met literair agenten Paul Sebes en Willem Bisseling (jurylid in de finale). Euforisch trok ik de nacht in met een paar vrienden, voelde me al een hele schrijver. 

 

Buiten stuitten we op een dronken Rus van een jaar of vijfenvijftig. Zwart haar, een volle snor. Hij was hier op vakantie met zijn vrouw en een paar vrienden, maar was uit het hotel ontsnapt. We namen hem mee naar Bourbon Street, hij stond erop alles te betalen. Bier en wodka. Hij ging de dansvloer op, gleed uit, stond weer op, viel een tweede keer en nam een paar mensen mee in zijn val. De uitsmijters kwamen eraan. Voordat ze hem te pakken kregen, legde hij snel vijftig euro op de bar en zei dat hij naar zijn vrouw ging. Ik keek hoe hij de tent uit werd gedragen.

 
Thuis keek ik naar de polaroid die we hadden laten maken. De Rus had zijn armen om ons heen geslagen, keek stralend in de camera. Een kopie van mijn vader. Ik wist al waar mijn boek - als het er ooit zou komen - over zou moeten gaan, maar dit was de bevestiging.

 

Ik sliep een gat in de dag. Werd wakker, opende Karel Browns G-mail en zag een bericht van Roel van Diepen van Lebowski, die ik al tijdens de halve finale had ontmoet. ‘Waaaaaat, gewonnen! (…) Hou je hoofd koel en kom een keer praten als je zin hebt.’

 

 

9 februari ligt Bloed is dikker dan water in de boekhandel. 


Over de roman:
De zeventienjarige Tommy groeit op in een milieu van ritselaars, raddraaiers, drinkers en bordeellopers. Als hij na een uit de hand gelopen ruzie op school noodgedwongen moet nadenken over zijn toekomst, blijkt de afwezigheid van zijn vader hem nog altijd niet losgelaten te hebben. Tijdens een drankovergoten familiebarbecue op een snikkend heet zomerweekend moet hij beslissen: vertrekken of in de voetsporen van zijn vader treden?

Auteurs
Auteur: Timo Bruijns

Timo Bruijns (1979) is schrijver en werkzaam in het mediateam van Ajax. In 2011 verscheen zijn boek Amsterdam-Verona: Dagboek Giro d'Italia 2010. In 2014 won hij de finale van Manuscripting met het eerste hoofdstuk van Bloed is dikker dan water.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: