Zoeken
Wereldrecordhouder doe-het-zelven herdenkt IKEA-oprichter Ingvar Kamprad
Iedereen kent Bill Gates, maar niemand wist wie Ingvar Kamprad was, de Zweedse oprichter van IKEA die afgelopen weekend op 91-jarige leeftijd is overleden. En dat is gek, want Kamprad is volgens Samuel Brammer — de zelfverklaarde wereldrecordhouder doe-het-zelven — “de schepper van onze binnenwereld”. Ik zoek hem op in een gesloten inrichting.

Wereldrecordhouder doe-het-zelven herdenkt IKEA-oprichter Ingvar Kamprad

Gepubliceerd op 29 januari, 2018 om 00:00, aangepast op 23 juli, 2019 om 00:00

Brammer en ik zijn geen vreemden voor elkaar. Ik mocht hem voor mijn boek Bezorgde burgers – de heroïsche strijd van één man tegen de wereld (2017, Lebowski) een aantal maanden volgen in zijn ‘herstel’, zoals dat heet. Waar hij voor zijn opname alles uit de rails had laten lopen, ontpopte hij zich in de activiteitenruimte als begenadigd klusser. De begeleiding steunt hem daarin en registreert met een stopwatch zijn montagetijden. Dag in dag uit. Er loopt een aanvraag bij Guiness World Records, maar omdat Samuel in ‘beperkingen’ zit, is een officiële registratie nog niet mogelijk.

“Wat ben jij een huichelaar”, begroet hij me. “Je hebt me een jaar lang helemaal leeggezogen, maar toen je boekje eenmaal in de winkel lag, hoorde ik niks meer van je. Jij komt me hier enkel interviewen ter promotie van je boek. Roman, staat er zelfs op. Alsof ik niet eens besta! Je geeft niks om mij, laat staan om Ingvar Kamprad.” Nog voor ik iets kan tegenwerpen, pakt hij een IKEA-gids en slaat er hard mee op tafel. “We gaan het dus niet over jouw boek hebben”, zegt hij, “maar over de nalatenschap van de schepper van onze binnenwereld. Begrepen?!”

Ik zeg dat ik het begrijp en schuif de gids voorzichtig naar me toe. “Laten we eerst twee minuten stilte in acht nemen”, zeg ik. “Huichelaar”, fluistert Samuel nog, alvorens hij zijn ogen sluit.

Ik kijk de ruimte rond. Een rijke schakering aan fauteuils, voetenbankjes, kledingkasten, bijzettafels, slaapbanken, salontafels, nachtkastjes, bedden, eettafels en boekenkasten. Hier en daar zie ik experimenten met nieuwe interieurs. Iedere maandag, zo is de afspraak met de kliniek, komt een grote vrachtwagen van IKEA de meubels ophalen om ze te presenteren in de filialen. Samuel is niet alleen vlug, hij is ook heel precies. Bij hem geen wiebelende kasten.

“Ingvar Kamprad, orde zij met hem”, besluit Samuel zijn stille gebed en doet zijn ogen weer open. “Orde zij met hem”, herhaal ik hem, en vraag of hij wat meer over deze gids wil vertellen. “Dit is de catalogus uit 2017”, steekt Samuel van wal. “De beste editie ooit. Minder plaatjes, meer tekst: over hoe belangrijk het is sfeer te creëren in je binnenwereld. De IKEA-gids is met 211 miljoen exemplaren ’s werelds grootste publicatie. Gedrukt in 32 talen, verspreid in 48 landen. Oplagecijfers waar de Bijbel niet aan kan tippen, laat staan jouw romannetje. In Nederland viel hij bij 6,2 miljoen huishoudens op de mat. 300.000 meer dan het jaar daarvoor.”

Die gids is dus voor jou een soort bijbel?

“Het gaat veel verder dan dat. Voor mij is de paal met het geel-blauwe logo wat voor christenen een kerktoren is en voor moslims een minaret. Naast die paal staat één van de 328 vestigingen, in één van de 28 door IKEA veroverde landen. Vroeger wilde ik er niet dood gevonden worden, nu hunker ik naar het paradijs van showmodellen. Pas in de kliniek besefte ik wat ik al die tijd verwaarloosd had. De binnenwereld! Anderen noemen dat ‘het interieur’, maar ‘binnenwereld’ is toch echt een betere benaming. Niet voor niets spreekt IKEA ons in de gids met ‘je’ aan. Niet voor niets luisteren de meubels naar de namen Billy, Klippan, Ölga en Ivar. IKEA produceert geen meubels, IKEA produceert geborgenheid. Niet voor een huis, maar voor een thuis. Ingvar Kamprad – ja, zijn initialen vormen de eerst letters van het merk – was te bescheiden om zichzelf tot onze god uit te roepen. Terwijl hij die titel wel verdient. In nog geen veertig jaar bracht hij licht en kleur in huiskamers die tot dan toe gedomineerd werden door donkere en zware meubels. ‘Democratisch design’, noemt hij zijn concept. Betaalbaar voor iedereen. Om zoveel mogelijk mensen de kans te geven op een beter dagelijks leven thuis. Zijn discipelen leggen jaarlijks honderden huisbezoeken af om de wensen van consumenten aller landen te peilen. Ingvar verhoort geen gebeden, hij belt gewoon aan.”

Je bent een late bekeerling, om het zachtjes uit te drukken

“Ik gaf vroeger nogal af op al die voorgeknutselde huiskamers, als je dat bedoelt. Ik had niet door dat ik juist degene was die de anderen voor de gek hield. Zij, de IKEA-consumenten, stapten vrolijk de deur uit omdat hun binnenwereld reeds op orde was. Ik, de verslonsde krotbewoner, moest mezelf eerst bij elkaar rapen voordat ik de deur uit kon. Wilde iemand op visite komen, dan sloeg de schrik me om het hart. Dat zou me drie uur schoonmaken kosten om de sporen van een bestaan te wissen dat het daglicht niet kan verdragen. Tussen buitenwereld en geest zat geen binnenwereld. Ongefilterd kwam alles binnen. Vluchten kon niet meer.”

Samuel houdt de cover van de IKEA-gids omhoog. “Kijk”, zegt hij. “Een man met een baard, een zwarte vrouw met rastavlechtjes en hier een witte met een blonde paardenstaart. Multicultureel gezelschap, samen aan een tafel met kaarsjes. Zo gesegregeerd de buitenwereld, zo geïntegreerd de binnenwereld van IKEA. ‘Geïntegreerd’ is hier niet het juiste woord, dat begrip zou IKEA nooit in de mond nemen. Het is diversiteit op een kluitje, maar dan zonder gekloot. Het mag ook best een beetje rommelig zijn, doceert de gids op elke pagina. Leven en laten leven, zolang je de huisgenoten, gasten en meubels om je heen maar liefhebt. Ik interpreteer nu, daar moet ik mee oppassen. Het blijft tenslotte een Heilig Schrift. Daar rommel je niet mee. Tot zover mijn introductie, nu mijn voordracht. Ik zal geen hele artikelen voorlezen, zeker geen beschrijvingen van meubels, ik rijg enkel de fragmenten aaneen waar ik vroeger van moest kotsen, maar die nu mijn hart openbreken. Besef dat elk woord, elke zin, uit de catalogus komt. Staat je recorder wel aan? Ik wil dat je het helemaal uitschrijft en me niet onderbreekt.”

Samuel slaat de gids open en bladert naar het eerste artikel.

“Verwachtingen kunnen geweldig zijn”, leest uit de gids voor. “Als je klein bent en je gaat naar het verjaardagsfeestje van je beste vriend. Of als je op je werk zit en je vakantie begint al over een paar uur. Je leven thuis zit ook vol verwachtingen. Maar die zijn minder mooi. Die zijn meestal ingewikkeld. En ze maken van jou iemand die je eigenlijk niet wilt zijn. In deze catalogus gaan we de strijd aan met die negatieve verwachtingen. We staan aan jouw kant: met ideeën die je leven makkelijker en leuker maken. Overal in huis. Ben je dat met ons eens? Dan is dit echt jouw catalogus. Zeg maar dag tegen al die verwachtingen, het gaat om jou.”

“Zeg maar dag tegen al die verwachtingen”, herhaalt Samuel het IKEA-gebod. “Het gaat om jou!” We zwaaien naar elkaar, we zeggen dag tegen elkaars verwachtingen. Samuel slaat een bladzijde terug, naar de introductie. “Aandacht maakt alles mooier” leest hij verder. “Consumenten zijn soms net mensen. Alleen lachen consumenten niet met hun mond vol. Consumenten bestaan niet. Bedacht door grote bedrijven. Ga maar na, zie jij je beste vriendin als consument? Of je moeder? Onze ontwerpers kijken naar mensen, ze wonen met mensen en weten daardoor wat mensen nodig hebben. Maak er iets moois van, en lach met je mond vol. Dat doen mensen.”

Samuel zucht. En als hij zucht is het oppassen geblazen. Dan komt zijn oude, cynische ik tevoorschijn. “Het begint me te irriteren dat de hele catalogus bol staat van modellen die een gezellig samenzijn nabootsen. Waar haal ik die mensen vandaan? Ik ben er doodsbang voor. Of is het echt zo wat IKEA ons voorhoudt? Als je binnenwereld klopt, dan is de buitenwereld geen bedreiging meer. Dat is makkelijk preken!”

Hij begint te trillen, probeert de pagina om te slaan, maar scheurt hem per ongeluk bij de naad een stukje in. “De ideale eethoek”, vervolgt hij ‘de Schriftlezing’ met gebroken stem. “Dit is de plek waar je elkaar tegenkomt. Om te eten, verhalen te vertellen. Daarom is het belangrijk dat alles klopt en de sfeer helemaal goed is.” Hij scheurt de volgende pagina nu expres. En die daarop ook. Hij scheurt en scheurt en scheurt. “Samen!” schreeuwt hij nu. “Samen, samen, samen!” Hij blijft maar scheuren en zodra de catalogus helemaal aan gort is, smijt hij de gids door het lokaal. 

Zijn begeleiders hebben me op het hart gedrukt in dit soort situaties meteen op de pieper te drukken, voordat hij helemaal doordraait. Maar ik besluit het nog even aan te zien en schenk hem een glas water in. “Je drupt op het blank gelakte berkenfineer”, jammert Samuel, inmiddels wat rustiger. “Het oppervlak is gemakkelijk af te nemen, maar dat is toch geen vrijbrief om te druppen?” Ik dep de tafel met wat losgescheurde pagina’s, maar dat had ik beter niet kunnen doen. Hij pakt zijn stoel, luisterend naar de IKEA-naam Ivar, bij de leuning en slaat hem stuk op de tafel. Splinters vliegen in het rond. Ik druk op de pieper. Mannen met schilden rennen op Samuel af, sluiten hem in en nemen hem geboeid mee naar de isoleercel. Ik ken het protocol inmiddels en weet dat de rest van zijn dag nu in het teken staat van reflectie op wat er gebeurd is. De orde herstellen.

Terwijl Samuel aan het afkoelen is, repareer ik de IKEA-catalogus. Plakband, schaar. Kantoorartikelen waar ik me thuis een ongeluk naar zoek, liggen hier voor het grijpen. Eerst plak ik de losse pagina’s terug, daarna kaft ik het met geel papier en verstevig de hoeken en de rug. Sinds de middelbare school heb ik geen boek meer gekaft, maar kaften is net als shag draaien, dat verleer je nooit. Op de voorkant stift ik in blauwe kapitalen de initialen van Ingvar Kamprad. IK, de belangrijkste persoon op aarde. Daar zal Samuel van opknappen.

‘Wat zit je daar te knutselen?’ vraagt Samuel. De isoleercel heeft hem goed gedaan. Hij sleept de kapotte stoel achter zich aan. Er mist een poot en het zitje hangt scheef. “Weet je wat”, zeg ik tegen Samuel. “We klussen gewoon een nieuwe in elkaar. Of beter: jij monteert, en ik klok de tijd.”

“Niks daarvan”, zegt Samuel. “Hou Ivar nog even zo vast en ontlast zijn poten.” Hij rent naar de container, trekt er een groot stuk noppenfolie uit en slaat het als een kleed neer op de grond. “Ik moet Ivar direct opereren. Leg hem voorzichtig op dit zeil, dan haal ik snel de instrumenten.” Ik doe wat hij zegt en dat is maar goed ook, want op de intensive care moeten we blind op elkaar kunnen vertrouwen. “Hier, Samuel, de inbussleutel.” Hij slaat mijn hand weg. “Klauwhamer”, commandeert hij. “Nee, dat is geen klauwhamer, wat ben jij nou voor verpleger? Ja, dát is een klauwhamer.” Hij streelt over Ivars leuning en fluistert dat het even pijn gaat doen. Samuel moet wel drie keer wrikken voordat hij de poot geamputeerd heeft. De andere twee draait hij aan met de inbus. “Waar is de vierde poot?”, vraagt Samuel. Ik scheur de verpakking van een andere Ivar open en pak er een poot uit. Samuel fronst, en zegt: “Nu maak je een andere stoel incompleet.” Ingvar Kamprad zou ons dat niet kwalijk nemen, bezweer ik. “Zolang een meubel nog niet gemonteerd is, heeft het geen ziel. Die leg jij als klusser er namelijk in. Zijn ziel en zaligheid.” Samuel knikt, dat klinkt wel logisch voor hem. “Maar nu moet je klokken!”, zegt hij. “Iedere seconde telt nu.”

Ik klok. In twee minuten, zes seconden en drie tienden heeft hij Ivar weer stevig op vier poten. “Zit”, zegt hij tegen mij. “Zit!” Ik ga zitten. “En?” vraagt Samuel. “Hij zit prima”, zeg ik. “Alsof hij nooit door de kamer gevlogen heeft.”

De operatie heeft sporen nagelaten. Overal karton, folie en gereedschap. Ivar heeft ook nogal wat splinters verloren. Maar Samuel Brammer is weer rustig en in balans. Dankzij IKEA, schepper van onze binnenwereld.

 

Dit stuk is eerder verschenen op Stevens blog

Auteurs
Auteur: Steven de Jong

Steven de Jong (1981) is opinieredacteur bij NRC Handelsblad, was twee jaar rechtbankverslaggever en organiseerde internetdebatten met lezers. Namens de Burgerlijke Raad voor het Regeringsbeleid toetste hij overheden op inspraakgevoeligheid en hielp ze met burgerparticipatie. Bezorgde burgers is zijn debuutroman.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: