Zou Samuel merken dat zijn opa er niet meer is?
Dat Bernique en ik elkaar niet konden omhelzen in het uur van zijn dood deed pijn, maar we zijn een team dat het hele veld probeert te bestrijken. Zij was daar nodig, ik hier. Vorige week belde haar moeder met het bericht dat hij snel achteruit ging. Bernique pakte haar spullen en vertrok. Joshua hield zich sterk en ging naar school. Met gesloten ogen, om de tranen weerstand te bieden, liep hij naar zijn fiets. Samuel was al naar het kinderdagcentrum. Met hem naar Limburg rijden om aan een sterfbed te zitten zou te druk zijn, zeker voor oma. Zijn gedrag, alsof elke dag hetzelfde is, zou misschien even opbeuren, maar het zou ook een last zijn, omdat verdriet vrij moet kunnen vloeien.
Onze oudste zoon David zegde zijn colleges in Tilburg af en trok naar Limburg. Hij las opa nog voor uit de bijbelapp op zijn telefoon. En dus zat ik thuis in Velserbroek, dacht ik aan David en hoe trots opa en oma waren op hun eerste kleinkind, die zo goed kon praten en van oma Marij Omarij maakte. En ik dacht aan Joshua, hoe fijn die het vond als opa naar zijn voetbal kwam kijken. Ik dacht aan Samuel. Tja, wat deed die met opa? Ze keken elkaar lief aan. Opa lachte om zijn streken en vermaande hem als hij veel geluid maakte. Af en toe keken ze naar hetzelfde programma, naar André Rieu of naar de Zoepkoel, met de Vastelaovend in Venlo. Ze hielden allebei van tv en van muziek.
Hoewel ik dit schrijf op 200 kilometer van Bernique, voel ik me één met haar. Ik denk aan haar vader. In het najaar van 1984 kwam ik hem interviewen voor de Echter Echo, het plaatselijke krantje. Hij, drogist, was voorzitter van de Samenwerkende Ondernemers in Pey en vertelde over de aanstaande kerstmarkt. Een mooi meisje schonk koffie in. Ik gaf haar een hand. Ze heette Bernique. Drie jaar later kregen we verkering.
Ik kijk naar twee foto's in mijn telefoon, genomen in het verzorgingstehuis, met Kerstmis 2016. Op de ene foto ligt het jonge handje van Samuel in de rimpelige hand van opa. Ze koesteren elkaar woordeloos. Op de andere foto zijn kracht en kwetsbaarheid verenigd in liefde. Bernique zit op een tafeltje. Zij, de prachtig geklede, pure schoonheid, buigt voorover om haar vader te laten drinken via een rietje.
Opa's vrouw Marijke, zoon Leon en Petra, Bernique, ik, David, Joshua en tal van anderen, we zijn verdrietig om de dood van opa Theo. Al was hij dan, zoals de pastoor en de dokter zeiden, klaar om te sterven. Maar Samuel dan? Zal hij opa missen? Zal hij denken, als hij in Echt voor de tv zit: waar is mijn maat?
Willem Vissers schrijft eens in de maand over zijn gehandicapte zoon Samuel in de Volkskrant. Eerder schreef hij het boek Samuel.