Berichten uit de Biotoop: Zingen en slaan
Ik kijk de straat in met de rood verlichte ramen. De meeste gordijnen zijn open. Buiten is het koud en de avond is nog jong. Tot voor kort woonde Elvis in De Biotoop. Zijn woonruimte met witte vloerbedekking en een bar was ingericht op zijn grote liefde: karaoke. Van de anderen hoor ik dat ze eens midden in de nacht bij Elvis aanklopten om te zingen. Dat Elvis al sliep, maar meteen een joggingbroek aansjorde en zonder aarzelen in was voor een sessie.
Nu staat zijn karaoke-set opgesteld in het café. Elvis woont er schuin boven. Op een scherm verschijnen zinnen. Elvis zet in. Hij klinkt echt goed. Ook de anderen reageren verrukt wanneer ze zijn goudbruine stem horen. Allemaal klappen we.
Dan moet ik. Ik kijk benauwd naar de microfoons en de grote boxen die staan opgesteld op standaards. Niet nadenken maar doen, besluit ik, en ik begin. De anderen zingen het refrein mee. Nooit gedacht dat ik dit leuk zou vinden. Nu de spits eraf is, durf ik nog wel een nummer. Elvis klapt het hardst en moedigt de rest aan. We hebben veel lol. Om beurten zingen we bekende liedjes.
Ondertussen stapt er een drietal nieuwe gasten naar binnen. Een man met kort stoppelhaar wappert met een pak bankbiljetten. Hij wringt zich tussen ons en biedt drankjes aan. Ongevraagd bestelt hij voor ons allemaal. De twee jongens die tegelijk met hem binnen zijn gekomen, willen ook zingen en nemen de microfoons over. Elvis vertelt me dat hij de week ervoor ruzie met de kortharige man heeft gehad omdat die zijn vriendin beledigde, hij loert waaks in zijn richting. Telkens opnieuw verschijnen er drankjes, de meeste van ons weigeren. Achter elkaar gieten de drie nieuwkomers daarom zelf het vocht naar binnen. De jongens zingen steeds harder. De man met de bankbiljetten zwalkt tussen ons door. Net als ik besluit dat het wel genoeg is geweest voor vanavond, valt de man met het stoppelhaar achterover. De tafel met de apparatuur valt om, een box wankelt. Glazen breken. Bier spat over de laptop en het mengpaneel. Elvis stuift van zijn barkruk en grijpt de man bij zijn kraag, hij smakt hem tegen de bar. Daarna maakt de man kennis met Elvis’ vuisten. Mijn vriendinnen en ik graaien onze spullen bij elkaar en vluchten het café uit.
Nog trillerig zitten we ruim een uur later weer veilig in De Biotoop. We willen de avond net zo positief afsluiten als hij begon en zingen een paar liedjes. Maar telkens komen we toch weer terug op het gebeurde. De jongste, Paula, kent Elvis het beste. Hij was jarenlang haar buurman in De Biotoop. Ze vertelt dat Elvis vijf kinderen heeft voor wie hij goed zorgt en dat hij zich ook over haar liefdevol heeft ontfermd. ‘Hij is echt een schat. Ik voel me altijd heel veilig bij hem. Maar…’ en ze steekt waarschuwend haar wijsvinger op, ‘je moet niet aan zijn vriendin of kinderen komen.’
‘Of aan zijn karaoke-set,’ zeg ik.
Schrijfster Sabine van den Berg leeft met haar gezin in de grootste kunstenaarsgemeenschap van Noord-Nederland: De Biotoop te Haren. In het voormalige Biologisch Centrum van de RUG wonen en werken meer dan 300 mensen.
Zien Horen Zwijgen, de trilogie van Sabine van den Berg, is genomineerd voor Het beste Groninger boek.
Eerdere afleveringen van De Biotoopfeuilleton staan op www.Sabinevandenberg.com
Tekst & illustratie: Sabine van den Berg