Zoeken
Pop en literatuur (9): Gavin Friday and The Man Seezer en Oscar Wilde
Iedere dinsdag zoekt auteur Cor de Jong de connectie tussen popmuziek en literatuur. Vandaag deel 9, over het verband tussen Gavin Friday and The Man Seezer en Oscar Wilde.  

Pop en literatuur (9): Gavin Friday and The Man Seezer en Oscar Wilde

Gepubliceerd op 1 mei, 2018 om 00:00, aangepast op 23 juli, 2019 om 00:00

Oscar Wilde is niet in de eerste plaats een gevierd auteur vanwege zijn poëzie. Het zijn vooral zijn toneelstukken, pamfletten en natuurlijk de roman The Picture of Dorian Gray die grote bekendheid verkregen. Eigenlijk is ‘The Ballad of Reading Gaol’ het enige gedicht van zijn hand dat bij een groot publiek bekend werd. Wilde schreef het na zijn gevangenschap in de gevangenis van Reading.

Een gedeelte van het gedicht vormt de tekst van het nummer ‘Each Man Kills The Thing He Loves’ van Gavin Friday and The Man Seezer. De uitvoering die zij maakten van het gedicht doet een beetje denken aan Tom Waits. Met rauwe, hese stem spuugt Gavin de woorden de microfoon in, alsof het ondubbelzinnige waarheden zijn die hij de luisteraar voor de voeten werpt.

Gavin Friday and the Man Seezer – Each Man Kills The Thing He Loves

Each man kills the thing he loves,
By each let this be heard,
Some do it with a bitter look,
Some with flattering words.
The coward does it with a kiss,
The brave man with a sword.

Some kill their love when they are young,
And some when they are old;
Some strangle with the hands of Lust,
Some the hands of Gold:
The kindest use a knife because,
The dead so soon grow cold.

Some love too little, some too long,
Some buy, and others sell;
Some do the deed with so many tears,
And some without a sigh:
For each man kills the thing he loves,
Yet each man does not die.

De tekst vormt een vrijwel letterlijke weergave van strofe 7 tot en met 9, de bekendste passage van het lange, verhalende gedicht van Wilde, al herhaalt Friday hier en daar wat regels en neuriet hij er wat bij. Op drie plaatsen wijkt de tekst van het nummer echter af van het gedicht. Het gaat om details. Bij Wilde luidt regel 10 ‘Some with the hands of Gold’ (met ‘with’) en heeft regel 14 een andere volgorde ‘Some sell, and others buy’ (om te rijmen met ‘sigh’).

Het opvallendste verschil zit wat mij betreft echter aan het begin. Wilde schrijft: ‘Yet each man kills the thing he loves’. Het is slechts één woordje, ‘yet’, maar het maakt een groot verschil. Wilde impliceert er een tegenstelling mee, die in de tekst van Gavin Friday afwezig is. Bij Friday is de tekst in zijn geheel te zien als een metafoor. Iedere man (misschien zelfs ieder mens) vermoordt datgene wat hem lief is. De een met een blik, de ander met woorden. ‘The coward does it with a kiss’ vormt een verwijzing naar Judas, die Jezus verraadde met een kus. Het zwaard, het mes, de wurgende handen: het zijn stuk voor stuk beelden. De tekst is zo een aanklacht tegen harteloosheid, of een ontgoochelde beschrijving van de vergankelijkheid van liefde. Als je de rest van het gedicht er echter bij pakt, krijgen de woorden een letterlijker en daarmee een wat bloeddorstiger karakter.

Wilde droeg het gedicht op aan ‘C.T.W.; sometime trooper of the Royal Horse Guards’. Het gaat hier om Charles Thomas Wooldridge, een ter dood veroordeelde mede-gedetineerde in de gevangenis van Reading, die zijn vrouw had vermoord. In de eerste strofe wordt hij geïntroduceerd:

He did not wear his scarlet coat,
For blood and wine are red,
And blood and wine were on his hands
When they found him with the dead,
The poor dead woman whom he loved,
And murdered in her bed.

Wilde is onder de indruk van zijn lotgenoot, diens lichte tred en weemoedige blik. Tot zijn ontsteltenis verneemt hij dat de man ter dood veroordeeld is (‘That fellow’s got to swing’). De volgende strofe is dan weer opmerkelijk:

I only knew what hunted thought
Quickened his step, and why
He looked upon the garish day
With suck a wistful eye;
The man had killed the thing he loved,
And so he had to die.

Waarom stelt de ‘ik’ hier de gedachten van de veroordeelde te kennen? Kennelijk identificeert hij zich met hem.

Hierna volgen de drie strofen die de songtekst van Gavin Friday vormen. Die tekst wordt door het voorafgaande wel in een ander licht geplaatst. Het lijkt een regelrechte apologie voor de moordenaar. Hij is ter dood veroordeeld, maar waarvoor eigenlijk precies? Hij heeft zijn geliefde vermoord, maar doet niet iedereen dat, op een bepaalde manier? ‘Yet each man does not die.’

Die laatste regel is wat merkwaardig. Natuurlijk moet ieder mens uiteindelijk sterven. Bedoeld is dat niet iedereen ter dood veroordeeld wordt. Dat stukje komt pas in de daaropvolgende strofe, die wordt door Gavin Friday wijselijk is weggelaten. Het is een nogal beeldende beschrijving van een executie:

He does not die a death of shame
On a day of dark disgrace,
Nor have a noose about his neck,
Nor a cloth upon his face,
Nor drop feet foremost through the floor
Into an empty space.

Wilde was een fel pleitbezorger van de gedachte dat kunst vooral schoonheid moest dienen. L’art pour l’art. Art for art’s sake. Kunst omwille van de kunst. Is dit gedicht een poging om dat principe tot het uiterste door te voeren? Geen moreel oordeel vellen? Sympathie opwekken voor een moordenaar en die met behulp van een twijfelachtige vergelijking vrijpleiten? Is het gedicht een aanklacht tegen de doodstraf? Is het een oproep om niet te hard te oordelen over andermans daden omdat we allemaal tot iets vergelijkbaars in staat zijn?

Wat mij betreft ligt een belangrijke sleutel tot de interpretatie van het gedicht in de eerdere vaststelling dat de ‘ik’ zich kennelijk identificeert met de moordenaar. Wanneer hij schrijft ‘each man kills the thing he loves’ gaat dat ook over hém. Dat biedt ruimte aan een autobiografische lezing.

Wilde was veroordeeld voor onzedelijk gedrag (lees: homoseksualiteit). Nog tijdens zijn gevangenschap schreef hij een brief aan Lord Alfred Douglas, zijn minnaar. Deze brief (later gepubliceerd onder de titel De Profundis) is deels een zelfbeschuldiging, maar deels ook te lezen als een apologie. ‘I don't defend my conduct. I explain it,’ zei hij zelf over deze brief. Het is een epistel waarin iemand aan het woord is die zichzelf tegelijkertijd aanklaagt als vrijpleit, iemand die dader én slachtoffer is. In De Profundis legt Wilde bovendien de link met het lijden van Christus:

‘Christ, through some divine instinct in him, seems to have always loved the sinner as being the nearest possible approach to the perfection of man.  His primary desire was not to reform people, any more than his primary desire was to a relieve suffering.  To turn an interesting thief into a tedious honest man was not his aim.  He would have thought little of the Prisoners’ Aid Society and other modern movements of the kind.  The conversion of a publican into a Pharisee would not have seemed to him a great achievement.  But in a manner not yet understood of the world he regarded sin and suffering as being in themselves beautiful holy things and modes of perfection.’

Het is Wildes interpretatie van het leven en de boodschap van Jezus. Die boodschap vertoont opvallende overeenkomsten met de vergevingsgezinde toon van The Ballad of Reading Gaol. Jezus zei ‘wie zonder zonde is, werpe de eerste steen.’ Wilde onderging zijn straf, zoals ook Wooldridge die moest ondergaan: ‘And so he had to die.’

Auteurs
Auteur: Cor de Jong

Cor de Jong (1978) is schr?ver, leraar Nederlands en studiebegeleider b? de jeugdopleiding van Sparta Rotterdam. H? publiceerde al meerdere korte verhalen. De aanname is z?n debuutroman.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: