Pop en literatuur (8): Morrissey en Elizabeth Smart
‘If you must write prose or poems/ The words you use should be your own/ Don't plagiarise or take “on loan”’ zing Morrissey in het nummer ‘Cemetry Gates’. In hetzelfde nummer komen de schrijvers/ dichters Keats, Yeats en Wilde voorbij, alsmede enkele onduidelijke (Shakespeariaanse?) citaten.
Het is een wat ongebruikelijk thema voor een popsong: plagiaat. Maar het is misschien nog wel merkwaardiger dat deze woorden opgetekend kunnen worden uit de mond van een songwriter die veelvuldig leentjebuur speelde bij een uiteenlopende schrijvers, dichters. Het gaat misschien te ver om The Moz een literaire kleptomaan te noemen, maar veel scheelt het niet. Natuurlijk is Oscar Wilde favoriet: Morrissey droeg regelmatig een shirt de beeltenis van zijn held en een poster van Wilde is prominent aanwezig in de videoclip van ‘Stop Me If You Think You’ve Heard This One Before’. In diezelfde clip zien we schrijfster Shelagh Delaney, die ook afgebeeld is op de hoes van de single (en op de hoes van het album Louder than Bombs). Kijk voor de grap de videoclip van ‘Suedehead’, de eerste single die Morrissey als solo-artiest uitbracht, en je ziet hem in bad met Byron, op straat met Le Petit Prince van Antoine de Saint-Exupéry en niet veel later met een boek van James Whitcomb Riley. De lijst van invloeden en verwijzingen is eindeloos.
Een van de andere favorieten van Morrissey is Elizabeth Smart. Haar roman By Grand Central Station I Sat Down and Wept wordt meerdere malen door hem geciteerd. Het meest uitgebreid in het droefgeestige, ingetogen (en regenachtige) ‘Well I Wonder’ op het album Meat is Murder.
The Smiths – Well I Wonder
Well I wonder Please keep me in mind Gasping - but somehow still alive Gasping - dying - but somehow still alive Please keep me in mind |
Elizabeth Smart – By Grand Central
‘They obey the glint in the middle of my ‘My love is crucified on a floating cross, ‘My dear, my darling, do you hear me where |
By Grand Central Station I Sat Down and Wept is een zeldzaam stukje poëtisch proza. Het vertelt het autobiografische verhaal van de Canadese Elizabeth Smart, die hevig verliefd werd op dichter George Barker, overigens zonder hem ooit ontmoet te hebben: ze stuitte in een boekhandel op een dichtbundel van hem en viel voor zijn poëzie. Uiteindelijk laat ze hem en zijn vrouw overkomen naar Amerika, waar ze op dat moment woont en begint een affaire met hem. Het boek begin met de aankomst van Barker en zijn vrouw. Al snel ontvouwt zich een liefdesaffaire, die door Smart in geëxalteerde bewoordingen en poëtische vergelijkingen wordt weergegeven. Bijvoorbeeld aan het begin van het derde hoofdstuk:
O the water of love that floods everything over, so that there is nothing the eye sees that is not covered in. There is no angle the world can assume which the love in my eye cannot make into a symbol of love. Even the precise geometry of his hand, when I gaze at it, dissolves me into water and I flow away in a flood of love.
Everything flows like the Mississippi over a devastated earth, which drinks unsurfeited, and augments the liquid with waterfalls of gratitude; which raises a sound of praise to deafen all doubters forever; to burst their shamed eardrums with the roar of proof, louder than bombs or screams or the inside ticking of remorse.
Als de geliefden uiteindelijk de grens over willen vluchten, worden ze aangehouden en verhoord, op verdenking van communistische sympathieën. Bij de ondervraging antwoordt de ik-persoon tot ergernis van de politie-agent met citaten uit het Bijbelboek Hooglied (‘My beloved is mine and I am his: he feedeth among the lilies’).
Uiteindelijk kent de liefdesgeschiedenis een tragische afloop. De ‘ik’ blijft alleen achter, in verwachting van een kind. De tragiek ligt eigenlijk al besloten in de droevige titel van het boek, overigens wederom een Bijbelse verwijzing, namelijk naar ‘By the rivers of Babylon’, psalm 137 (welbekend, dankzij Boney M). De schrijfster verging het niet anders dan haar hoofdpersonage. Smart zou vier kinderen van Barker krijgen, maar werd uiteindelijk wel door hem verlaten. De eenzame laatste zin van het boek is een gepijnigde hartenkreet: ‘My dear, my darling, do you hear me where you sleep?’
In ‘Well I Wonder’ gebruikt Morrissey vier citaten uit By Grand Central Station, zij het alle vier in een vrije bewerking. In de openingsregel wordt de pathetische aanroep van de geliefde ‘my dear, my darling’ vervangen door ‘Well I wonder’. De aangesprokene verdwijnt naar de achtergrond en de ik-persoon komt centraal te staan. Daarnaast verschuift ‘where you sleep’ naar ‘when you sleep’: van plaats naar tijd. Waar de verteller in By Grand Central Station I Sat Down and Wept niet weet waar haar geliefde zich bevindt, lijkt Morrissey dat maar al te goed te weten. In het nummer wordt een contrast geschapen tussen de slapende aangesproken en de wanhopig roepende ik-verteller: ‘I hoarsely cry’. Dat is opvallend, omdat het in het verhaal juist over de geliefde gezegd wordt: ‘My love [...] cries out hoarsely my name in the night’. Het werkwoord cry kan zowel ‘huilen’ als ‘schreeuwen’ betekenen. In het boek is het duidelijk dat het om ‘schreeuwen’ gaat, in het nummer is dat minder duidelijk. Ook de zinsnede ‘gasping, but still living’ ondergaat een opvallende transformatie. In het boek staat deze zinsnede in de derde persoon en gaat deze over de liefdesrivale van de vertelster. In de songtekst wordt de beschrijving betrokken op de zanger zelf.
Hoewel Morrissey dus gretig zinsnedes uit het boek citeert en beide teksten over liefdesverdriet handelen, zijn er ook duidelijk aanwijsbare verschillen. In het boek is er verwijdering in afstand tussen de geliefden en in ‘Well I Wonder’ is dat niet het geval. Sterker nog: in het tweede couplet wordt de regel ‘do you see me when we pass’ gezongen. Waar het in By Grand Central Station lijkt te gaan om een onmogelijke liefde, lijkt het hier eerder te gaan om een afgebroken of zelfs een onbeantwoorde liefde.
Tot slot wijzigt Morrissey ‘all I have’ naar ‘all I am’. In het boek gaat het over de blik van de ‘I’, die alles is wat ze nog te bieden heeft. Maar waarnaar verwijst ‘this’ in de songtekst? Gezien de voorgaande regel lijkt het aannemelijk dat het hier het lichaam bedoeld wordt. De zanger die hier aan het woord is hééft niet, hij ís alleen maar. En dat is alles wat er rest.