Zoeken
Pop en literatuur (11): The Cure en Albert Camus
Iedere dinsdag zoekt auteur Cor de Jong de connectie tussen popmuziek en literatuur. Vandaag deel 11, over The Cure en Albert Camus.

Pop en literatuur (11): The Cure en Albert Camus

Gepubliceerd op 15 mei, 2018 om 00:00, aangepast op 23 juli, 2019 om 00:00

In L’Étranger van Albert Camus maken we kennis met Meursault, een man over wiens achtergrond we weinig te weten komen. Wat wel opvalt is zijn ongevoeligheid voor zijn omgeving. Zijn moeder is overleden, maar we bespeuren nauwelijks emoties bij het hoofdpersonage. In plaats daarvan krijgen we een tamelijk uitgebreide weergave van zijn fysieke gesteldheid onder de benauwde weersomstandigheden in Algiers, waar hij woont. Ook in de hoofdstukken die volgen is de actie beperkt en blijft Meursault tamelijk stoïcijns. Hij ontmoet Marie Cardona, op wie hij naar eigen zeggen verliefd is geweest, en ze krijgen een relatie. Er komen zelfs trouwplannen, hoewel hij het niet voor elkaar krijgt om te zeggen dat hij van haar houdt.

Ook bouwt hij een vriendschap op (of zoiets in elk geval) met zijn buurman Raymond, die op dat moment juist in een stormachtige affaire verzeild is geraakt met een Arabische vrouw. Haar wraakzuchtige broer heeft het op hem voorzien. Na een handgemeen tussen Raymond en de vrouw treedt Meursault als getuige op voor Raymond. Kort daarna worden de Raymond en Meursault achtervolgd als ze met Marie naar het strand gaan. Op het strand komt het tot twee keer toe tot een confrontatie met de twee Arabieren (van wie de ene de bewuste broer is). De eerste keer leidt dat tot een handgemeen, de tweede keer vluchten de Arabieren. Daarna ontmoet Meursault, als hij over het strand dwaalt, opnieuw een van beide Arabieren (de broer). Hij schiet hem neer. Na de eerste kogel houdt hij even in, waarna hij nog vier keer schiet.

Deze scène vormde jaren later de inspiratie voor de eerste single van The Cure, ‘Killing an Arab’ (1979). De single heeft vanaf het begin voor controverse gezorgd, vanwege vermeend racisme.  Op zeker moment koos zanger Robert Smith er zelfs voor om bij concerten de tekst te veranderen in ‘Kissing an Arab’. Toch is het in L’Étranger weldegelijk betekenisvol dat het nu juist om een (naamloze)  Arabier gaat. De hoofdpersoon is een ‘étranger’, een vreemdeling. In de roman hebben alle Franse kolonialen een naam, maar blijven de lokalen, de Arabieren naamloos. Het versterkt het contrast tussen het bekende en het vreemde. De situatie waarin Meursault zich bevindt, is exemplarisch, metaforisch misschien zelfs voor de situatie waarin de mens zich bevindt: als vreemdeling in een onbekende en mogelijk vijandige wereld.

The Cure – Killing an Arab

 
Standing on the beach
With a gun in my hand
Staring at the sea
Staring at the sand
Staring down the barrel
At the Arab on the ground
I can see his open mouth
But I hear no sound

I'm alive
I'm dead
I'm the stranger
Killing an Arab

I can turn
And walk away
Or I can fire the gun
Staring at the sky
Staring at the sun
Whichever I chose
It amounts to the same
Absolutely nothing

I'm alive
I'm dead
I'm the stranger
Killing an Arab

I feel the steel butt jump
Smooth in my hand
Staring at the sea
Staring at the sand
Staring at myself
Reflected in the eyes
Of the dead man on the beach
The dead man on the beach

I'm alive
I'm dead
I'm the stranger
Killing an Arab

Albert Camus – L ’Étranger
 

Toen wankelde alles. De zee voerde een
dichte vurige ademtocht met zich mee.
Het was mij alsof de hemel in zijn volle
breedte openging om vuur te laten neer-
regenen. Heel mijn wezen trok samen en
mijn hand greep krampachtig de revolver
beet. De spanveer gaf mee, ik voelde de
gepolijste onderkant van de kolf en toen,
met het tegelijk droge en oorverdovende
geluid, is alles begonnen. Ik schudde het
zweet en de zon van mij af. Ik begreep,
dat ik het evenwicht van de dag had ver-
stoord, de uitzonderlijke stilte van een strand
waar ik gelukkig was geweest. Daarna
schoot ik nog vier keer op een lichaam, dat
reeds niet meer bewoog en waarin de kogels
doordrongen, zonder dat men er iets van zag.
En het klonk als vier korte slagen waarmee ik
op de deur van het ongeluk klopte.

Camus’ werk wordt vaak gerekend tot het existentialisme, al verwierp hij dat label zelf. Volgens het existentialisme is de mens in de wereld geworpen en ervaart hij die als absurd en soms zelfs vijandig. Tot zover is Camus wel als existentialist te typeren. De existentie, het Dasein, staat ook bij hem voorop. Maar waar dit bij existentialisten als Sartre een vertaling vindt in keuzevrijheid (gedoemd zijn tot vrijheid), eigen verantwoordelijkheid en subjectiviteit, is bij Camus eerder sprake van lichamelijkheid. De mens is bij hem meer lichaam dan geest. Meursault is ook niet verwikkeld in een onmogelijke tweestrijd, hij is niet gedoemd tot keuzevrijheid, hij ís vooral. Punt. Zo beschrijft  Meursault steeds zeer gedetailleerd zijn fysieke gewaarwordingen, maar is hij nauwelijks in staat tot reflectie over zijn daden en gevoelens. De dood van zijn moeder, het afleggen van een valse getuigenverklaring en het vermoorden van een medemens: het lijkt hem koud te laten.

De absurde situatie waarin Meursault zich geplaatst ziet (of: waarin hij zichzelf plaatst) maakt moreel handelen onzinnig. In een wereld waarin geen betekenis of bedoeling te vinden is, rest slechts één vraag: To be, or not to be. Of, om het in de woorden van Reve te zeggen: ‘je kan je eigen ophangen, je kan je eigen niet ophangen’. Ook na het vermoorden van de Arabier heeft Meursault geen berouw. Tijdens het proces ‘begrijpt’ hij dat hij schuldig is, zonder zelf veel spijt te voelen. Het proces voltrekt zich als het ware buiten hem om en uiteindelijk wordt hij veroordeeld tot de guillotine.

Robert Smith plaatst zich in de positie van Meursault, kennelijk precies op het moment dat hij de Arabier heeft vermoord. Dat moment speelt ook in de verhoren in het boek een belangrijke rol. Het moment dat Meursault één keer heeft gevuurd en besluit nog vier schoten te lossen. Het is het moment dat hij spijt zou kunnen hebben gekregen van zijn daad, dat het besef door had kunnen dringen van wat hij heeft aangericht. Het moment waarin een impulsieve daad overgaat in voorbedachten rade: Meursault vuurt nog viermaal. Het wordt beschreven als een routineuze handeling. Hij heeft nauwelijks oog voor het lichaam waarop hij vuurt, maar registreert wel zijn eigen zintuiglijke waarnemingen en gedachten.

Camus’ personage is een ‘absurde held’, in ‘Killing an Arab’ zien we een man in een existentiële crisis. De ‘ik’ is zich hier uitermate bewust van het moment van keuze, al realiseert hij zich ook dat deze – wat hij ook kiest – geen wezenlijk verschil maakt. Wat dat laatste betreft is er geen verschil met Meursault. Maar waar Meursault vooral een lichaam is dat handelt en registreert, is in het nummer iemand aan het woord die reflecteert. Letterlijk zelfs, want hij ziet in de ogen van de Arabier een reflectie van zichzelf: hij is de vreemdeling, maar hij is tegelijkertijd ‘the dead man on the beach’. Hij ziet zichzelf in de ander en hij ziet ook wat hij voor de ander is: de vreemdeling. Zich bewust van de zinloosheid van zijn bestaan, maakt leven en sterven voor hem geen verschil.

Auteurs
Auteur: Cor de Jong

Cor de Jong (1978) is schr?ver, leraar Nederlands en studiebegeleider b? de jeugdopleiding van Sparta Rotterdam. H? publiceerde al meerdere korte verhalen. De aanname is z?n debuutroman.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: