Pop en literatuur (15): Bishi en Angela Carter
Hoewel ze al de nodige romans op haar naam had toen in 1985 Nights at the Circus verscheen, vormde deze roman pas de definitieve doorbraak voor Angela Carter. Het boek verwierf in de jaren die volgden een zekere cultstatus, die het tot de dag van vandaag heeft.
Nights at the Circus vertelt het verhaal van de Amerikaanse journalist Jack Walser, die aan het einde van de negentiende eeuw een interview heeft met de trapeze-artieste Fevvers. Die naam is een verbastering van ‘feathers’ (eigenlijk heet ze Sophie) want toen ze als vondeling van de straat werd geraapt constateerde haar ‘pleegmoeder’ Lizzie dat ze veren op haar rug had, het begin van vleugels. En inderdaad ontwikkelt ze in de loop der jaren vleugels. Na een reeks bizarre omzwervingen belandt ze uiteindelijk in het circus.
Jack Walser is gefascineerd door het bijzondere optreden van Fevvers en die fascinatie neemt alleen maar toe tijdens het interview, waarin ze haar absurde levensverhaal vertelt, de tijd stil lijkt te staan en de ene fles na de andere genuttigd wordt. Vanaf de eerste bladzijde is de vraag in hoeverre Fevvers een oplichtster is. ‘Is she fact or is she fiction’ is de slogan waarmee ze wordt aangekondigd door het circus. Gedurende haar hele levensverhaal (ze groeit op in een bordeel en maakt daarna deel uit van een freakshow) blijft deze vraag boven de markt hangen.
Tijdens het interview rijpt bij Walser het besluit om zich bij het circus aan te sluiten. Het tweede deel van de roman beschrijft hoe hij aangenomen wordt als clown en wat volgt is een beschrijving van het bonte gezelschap waaruit het circus bestaat (van Colonel Kearney, de directeur die zich laat leiden door de adviezen van zijn waarzeggend varkentje, tot de zwijgzame Princess of Abyssinia die tijgers temt en van een aap die zich professor waant tot een reus van een clown), waarna ook het circusleven beschreven wordt. Het circus treedt op in St. Petersburg, maar de zaken lopen gierend uit de hand met een moordaanslag van concurrerende trapeze-artiesten op Fevvers, een jaloerse tijger die doodgeschoten wordt en een dronken clown die met messen begint te zwaaien. De gebeurtenissen worden hoe langer hoe onwaarschijnlijker en uiteindelijk ronduit magisch.
Het laatste deel verhaalt van de tournee die het circus vervolgens onderneemt door Siberië. Na een treinontsporing, tal van dwaze avonturen, een sneeuwstorm en een ontsnapping uit een vrouwengevangenis waarbij gevangenbewaarsters en gevangenen een relatie krijgen, valt het circus definitief uiteen. Walser en Fevvers hervinden elkaar en het boek eindigt met de onbedaarlijke lach van Fevvers, als ze Walser verbaasd laat weten ‘to think I really fooled you!’
Het boek is poëtisch, postmodernistisch, onnavolgbaar en verweeft op een knappe manier fantasie en werkelijkheid. De lezer wordt voortdurend op het verkeerde been gezet door de krankzinnige mallemolen van gebeurtenissen. Bovendien vormde het boek een inspiratiebron voor de Engelse zangeres Bishi. Ze noemde haar eerste album ernaar en ook het eerste nummer van dat album draagt dezelfde titel.
Bishi – Nights at the Circus
|
Bishi (eigenlijk Bishnu Priya) is een Engelse multi-instrumentalist, die tal van muzikale invloeden vervlecht. Haar werk is bijna net zo caleidoscopisch als dat van Carter, maar daar lijkt de vergelijking wel op te houden. Inhoudelijk heeft noch het album, noch het nummer veel van doen met Nights at the Circus.
Om te beginnen verbindt Bishi de circusnachten direct aan dagen op de kermis. Daarmee is al iets van de magie verdwenen. Dat wordt alleen maar sterker door de beschrijving die ze vervolgens van het circusleven geeft: een chaotische bende, met duwende en vechtende gasten, drank en herrie. Je vraagt je af waarom ze in het refrein vraagt om meegenomen te worden naar zo’n oord van verderf.
Een link met het boek is te vinden in de zinsnede ‘a carousel of drunks tumble down like clowns’. Dat lijkt een concrete verwijzing naar de scene in het boek waarin Walser als clown optreedt terwijl Buffo, de belangrijkste clown, hem volkomen dronken te lijf gaat met een mes. Alleen is daar de situatie andersom: de clown stort daar uiteindelijk als een dronkenman ter aarde.
Bij Carter houdt het circus een belofte in, ook al is die belofte uiteindelijk een bedrieglijke: het circus ontbindt in een razend tempo en blijkt tenslotte niet veel meer dan een fata morgana. In de smeekbede van Bishi (‘Take me there’) klinkt iets terug van de wens van Walser om tot het circus te behoren. Maar waar Walser nog verwachtingen heeft van de grandeur van het circus, is Bishi zich maar al te goed ervan bewust dat circus en kermis niet veel meer zijn dan vermaak voor het gepeupel. Hier is geen sprake van hooggestemde verwachtingen. Waar Carter in haar boek de mythe van het circus ontmantelt, toont Bishi het op voorhand zonder enige façade: als iemand die het boek al gelezen heeft en de afloop kent.
Omslagbeeld door Kevin Ricks.
Foto van het omslag van Nights at the Circus door John Keogh.