Griekse kust
We bezochten ook een vervallen tempel boven op een heuvel. Er zijn nog foto’s van. Onze Griek vertelde dat de tempel zo hoog lag om het gevaar vanaf zee te kunnen zien aankomen. Ook zei hij dat je vanaf dat punt kon seinen naar de Acropolis, middenin Athene. Het water waar we op uitkeken was vernoemd naar de god van de zee. Ik ben de naam van die god vergeten.
Later die dag aten we verschillende soorten vis in de haven van Rafina. Het eten was heerlijk maar het restaurant zelf wat smoezelig. Aan tafel was daar gelukkig niks van te merken.
Zoals bijna overal in Griekenland deden de vrouwen al het werk, achter de schermen. De eigenaar van het restaurant zat een tafel verder te roken en te drinken met de mannen. Onze Griek zat met zijn rug naar hem toe. Hij draaide zich niet om, maar ze spraken soms wat luide woorden. Na het eten gaven we de eigenaar een hand en bedankten we hem, en niet de vrouwen, voor het eten.
Of deze man en vrouwen nog leven, weet ik niet. Het restaurant lag op de plek waar de bosbrand onlangs zo’n negentig mensen doodde. Er zijn zelfs slachtoffers in groepen gevonden, om elkaar te beschermen, net zoals in het oude Pompeï. Autoriteiten schijnen mensen de verkeerde kant op te hebben gestuurd: in een fuik van vuur en niet naar zee.
De natuur, de tempel, de haven en wie weet nog meer zijn kaal en zwart geworden, maar de zee is onveranderd. Vroeger kwam het gevaar van zee maar die dag niet.