Hulp
Maar, hoe dan wel om te gaan met een ongelukkig gevoel?
Ooit sprak ik een Belgisch meisje. We waren op de opening van mijn eerste solotentoonstelling. Uit het niets vroeg ze: ‘Ben je gelukkig nu?’
Kennelijk zag ze het niet.
Het was wel een heugelijk moment maar gelukkig zijn, als je het zou móeten zijn, bleek complex.
Ik zei lachend: ‘Ik ben eigenlijk nooit écht gelukkig.’ Het was deels waar en deels een leugen.
Ze lachte en zei: ‘Wat een verademing.’
‘Hoezo?’
‘Martha Freud, de vrouw van Sigmund, schreef tien manieren op hoe met problemen om te gaan. De slechtste was je kop in het zand steken en doen alsof ze niet bestaan. Volgens Martha was de beste manier je problemen relativeren door erom te lachen.’
Toen ik vroeg of zij op dat moment gelukkig was, verslikte ze zich in een slok wijn en al lachend verliet ze de galerie. Wat ontheemd bleef ik achter.
Ik heb een licht depressieve vriend die goed is in het relativeren, wat Martha Freud aanraadde. Eens zei hij: ‘Mijn gezin wil ook nog eens mijn depressie van me afpakken. Wat zou er dan in godsnaam van me overblijven?’
Dat wist ik ook niet.
Vervolgens haalde hij filosoof Schopenhauer aan: ‘Als Schopenhauer natgeregend thuiskwam dacht hij: “Ik ben dan wel natgeregend maar ik ben onderweg niet in een kuil gevallen.”’
Het voordeel van een dergelijke levensinstelling lijkt me dat het ook weleens meevalt.
Al lachend vervolgde mijn vriend: ‘Weet je wat jammer is, het regent tegenwoordig nog wel maar er zijn nog maar weinig kuilen in de wegen te vinden.’