Zoeken
 Er blijkt in de stad een heel circuit aan relatiecrisisnomaden, herkenbaar aan hun tassen
Mijn racefiets parkeer ik recht voor het terras dat op dit vroege middaguur al vol zit met toeristen en Zuidas-types aan het bier. Een topzware rugzak heb ik bij me, een volgepropte tas aan mijn stuur. Bij nummer 101 bel ik aan.

Er blijkt in de stad een heel circuit aan relatiecrisisnomaden, herkenbaar aan hun tassen

Gepubliceerd op 1 oktober, 2018 om 00:00, aangepast op 23 juli, 2019 om 00:00

Deze buurt ken ik goed. Daarnet kwam ik nog voorbij de straat waarin ex en ik voor het eerst samen zijn gaan wonen, waar de meisjes geboren zijn. Eén blik op ons appartement, schitterend in het zonlicht, en weg was ik weer. Maar daarmee is de tijd dat we daar woonden niet weg. Dat vind ik mooi. Er komen in feite alleen maar tijden bij.

Het huis waarin ik ga logeren zit recht boven een café en een sushi-restaurant. Ik ben midden in een verhaal van de Japanse schrijver Haruki Murakami terechtgekomen.

 

Losgezongen

Ik zal hier op de twee dertienjarige katten passen van de zus van een vriend van een vriend van mij. Er blijkt in de stad een heel circuit aan relatiecrisisnomaden; vrienden van vrienden, in scheiding, die van appartement naar appartement trekken. Als je erop let, herken je ze aan hun tassen. Ze zijn - tijdelijk - losgezongen van hun bestaan. Maar er is altijd wel ergens iemand op vakantie, een kat om te voeren.

De vriend van de vriend leidt me rond. In de hal een serie ingelijste zwart-witfoto’s van Sophia Loren en Marilyn Monroe. Verder is in dit huis alles beige. Een beige hoekbank voor een flatscreen-tv. Aan de muur beige baksteenstrips. Een Boeddha op de schouw die niet opkijkt van mijn komst. In de slaapkamer een nog grotere flatscreen.

 

Praatstoel

Zodra de vriend weg is, ga ik op de bank liggen, met mijn benen over de leuning, en pak mijn telefoon. Ik heb geen nieuw bericht. Boeddha geeft ook geen sjoege. Buiten terrasgeluiden.

Het valt me op dat er in deze beige wereld geen enkel boek is. Geen krant. Geen tijdschrift. Niets met letters. Het enige leven: vanachter de deuropening twee kattenkopjes die bevreesd naar de nieuwe bewoonster kijken.

Ik eet een kant-en-klare salade, en zoek in mijn eigen boek naar passages om dadelijk voor te dragen in de bibliotheek in Amstelveen. Zoals dat hoort bij een verhaal van Murakami verdwaal ik enorm op de heen- en terugweg van de lezing, fiets ik door verlaten parken, zijn er vreemde ontmoetingen, en blijkt bij mijn nachtelijke thuiskomst in het appartement Boeddha ineens op zijn praatstoel te zitten.

Deze column is eerder gepubliceerd in Trouw. Elkes roman heet Ik nog wel van jou. Luister hier naar onze podcast met Elke Geurts over haar roman en scheiding.

Auteurs
Auteur: Elke Geurts

Elke Geurts (1973) publiceerde drie verhalenbundels en de romans De weg naar zee (2013) en Ik nog wel van jou (2017). Alle werden overladen met lof en genomineerd voor onder andere De Gouden Boekenuil, de BNG Literatuurprijs en de Anna Bijns Prijs. Daarnaast is ze schrijfdocent aan o.a. Schrijversvakschool Amsterdam.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: