Liftmuziek
Soms moet je jezelf dwingen om contact te maken met onbekenden. Met mijn rolkoffer ging ik het restaurant in. Een serveerster keek naar de bagage en vroeg: ‘Hoor je soms bij die twee mannen?’
Of ze het tegen mij of de koffer had, wist ik niet. Ik zei maar: ‘Ja.’
'Of ze het tegen mij of de koffer had, wist ik niet'
Ik gaf de Argentijn een hand. Hij leek totaal geen haast te hebben. Ik trok mijn jas uit en ging aan tafel zitten. Soms moet je je overgeven aan situaties.
Ik vroeg hoe het met hem ging. Hij zei: ‘I’m great! I like the music here very much. It’s made by a computer. There is no start or end to it.’ Hij bewonderde de gezapige liftmuziek en bestelde een espresso. ‘I like the idea of making music bij computers, you have the same result with less effort. That's great! You just have to kill the romantic idea of creating things by human. That’s all.’
Ik knikte instemmend. Want ik deelde de overtuiging dat de mens waarschijnlijk zwaar wordt overschat en stiekem maar al te graag aan zijn eigen overbodigheid werkt.
Op den duur verwordt de mens misschien wel helemaal tot achtergrondmuziek, niet meer dan figuratie in de levens van machines. Vroeger was er de overgave aan God, in de toekomst is het misschien Google. De verschillen tussen die twee lijken me op het eerste gezicht verwaarloosbaar. Ze zijn beiden onzichtbaar. Of dat erg is, weet ik niet.
Maar de vraag die overblijft is: wat zal de mens doen met alle tijd die hij bespaart? Ik had geen idee, maar ineens leek het gevoel van de haast, dat ik eerder ervoer, ouderwets en zinloos.
'Vroeger was er de overgave aan God, in de toekomst is het misschien Google'
Ik bestelde ook een espresso en om alvast aan de toekomst te wennen probeerde ik een echo van menselijkheid te bespeuren in de liftmuziek.
Dat lukte.
Ook de espresso was heerlijk.