Plausibel
Van tevoren sprak ik een vriend. Hij zei lachend: ‘Waar moet die lezing over gaan dan? “God bestaat maar ik kan het niet te verklaren. Ik ben in de war”’
‘Zoiets ja.’
In een essay van René van Woudenberg dat NRC afdrukte stond een week eerder dat onderzoek uitwijst dat ongeveer 50 procent van alle nu levende wetenschappers te kennen geeft een religieuze overtuiging te hebben. Volgens van Woudenberg wordt vaak gesuggereerd dat het irrationeel is voor iemand die de wetenschap serieus neemt om in God te geloven. Maar als je dat vindt, hanteer je het principe dat het niet rationeel is te geloven in het bestaan van iets dat niet door wetenschappelijk onderzoek is vastgesteld. En juist dát principe is problematisch. Van Woudenberg: ‘Denk eens aan de tijd van voor de wetenschappelijke revolutie. Ook toen geloofden mensen dat zware voorwerpen naar beneden vallen, of dat water kan koken, en dat er kale mensen bestaan. Maar het zou absurd zijn om te zeggen dat die mensen irrationeel waren.’
En: ‘Met uitzondering van de wiskunde, worden er in de wetenschap geen strikte bewijzen gegeven. Wetenschap bestaat voor een groot deel uit het bepalen van de plausibiliteit of waarschijnlijkheid van een bepaalde stelling of theorie, gegeven het voorhanden bewijs. Voor een stelling of theorie kan meer of minder bewijs zijn, en ze kan dus ook meer of minder waarschijnlijk zijn.’
'Quartier zag het als een daad van verzet om binnen een wetenschappelijk omgeving een plek te hebben waar mystiek de boventoon voert. Als je iets wil trotseren kun je dat misschien maar het best van binnenuit doen, als het paard van Troje'
Monnik en wetenschapper Quartier sprak over zijn weg naar het klooster en het werk aan de universiteit als theoloog. Hij zei: ‘Als ik geen monnik was geworden, had ik hier geen les meer gegeven.’ En net als van Woudenberg sprak hij over de drang van de wetenschap om God aan te willen tonen. ‘Helaas leven velen nog met het jarenzestig-idee dat wetenschap en God niet samen zouden gaan.’ Quartier zag het als een daad van verzet om binnen een wetenschappelijk omgeving een plek te hebben waar mystiek de boventoon voert. Als je iets wil trotseren kun je dat misschien maar het best van binnenuit doen, als het paard van Troje.
Na de lezing sprak ik Quartier kort. Hij vertelde onder de medicatie te zitten wegens een ontstoken verstandskies en al nachten amper geslapen te hebben. Zie daar een bewijs: de Christen lijdt.
Ik zei hem: ‘Ik vond je verhaal ook al zo warrig, maar het komt dus door de medicatie.’
Quartier kon er smakelijk om lachen, maar een man naast me reageerde als het braafste jongetje van de klas: ‘O, ik vond het helemaal niet warrig hoor.’
Warrigheid leek me juist een vereiste. Want net als gisteren werden er die dag geen bewijzen gevonden. Misschien morgen dan. Tot die tijd zijn er enkel plausibele theorieën, geloof en pijnstillers om de nachtrust dragelijk te houden.
Beeld: Giovanni Domenico Tiepolo (1760) - The Procession of the Trojan Horse in Troy