Zoeken
Ik ben hun onbetrouwbare moeder, de vrouw die toch haar biezen pakte
De meisjes zitten zolang op een matras midden in de woonkamer. Tussen de kleurige kussens. Ik had de kussens er zo gezellig mogelijk op gelegd, nadat ik hun bank had weggehaald.

Ik ben hun onbetrouwbare moeder, de vrouw die toch haar biezen pakte

Gepubliceerd op 19 november, 2018 om 00:00, aangepast op 23 juli, 2019 om 00:00

Beeld: 'Divorce Child', een werk van de Iraanse artiest Javad Alizadeh.

 

Als ik - na een paar dagen afwezigheid - weer binnenkom om voor ze te gaan koken, zitten ze daar, achter twee schermpjes, onder twee fleece-dekentjes, op hun vlot.

 

“Hallo!” roep ik. “Hier is mama weer, lieverdjes!” Ik leg mijn boodschappen op het aanrecht. Ze geven geen sjoege. Ik heb mijn dochters verlaten. Ik slaap nu in een ander huis dan zij. Ook heb ik zomaar ‘dingen’ uit hun huis meegenomen.

 

“Jij hebt onze bank gestolen, hè?” Ze kijken me aan met half dichtgeknepen ogen en wijzen met hun vingers naar mij. De dievegge. Hun onbetrouwbare moeder. De vrouw die op een dag toch haar biezen pakte en vertrok. Ook al beloofde ze altijd dat zij zou blijven.

 

'Ik ben er niet. Ze kunnen ’s nachts niet bij me terecht. Ik zit niet aan het ontbijt'

 

“Je hebt ons in de steek gelaten.” Ik hóór het ze bijna zeggen. 
“Dat is niet zo, hè meisjes. Het gaat al de goede kant op met jullie kamers en…” 
“Jij laat ons alleen!” 
“Dat is niet waar!” zou ik willen roepen.

 

‘Ik wil weg!’

Maar het is natuurlijk wel waar. Op dit moment is dat waar. Ik ben er niet. Ze kunnen ’s nachts niet bij me terecht. Ik zit niet aan het ontbijt. Ze wonen nu niet bij mij. Ja, op papier. Maar daar hebben ze niets aan. Zoals ze ook niets hebben aan het feit dat het allemaal wel goed zal komen. Dat ze een nieuw thuis erbij krijgen. Dat hun oude huis straks ook weer fijn aan zal voelen. Dat de dingen alleen een nieuwe plek moeten krijgen. Dat het nu werkelijkheid is geworden. Dat het groot verdriet is wat ze voelen. Maar dat dat niet zo groot blijft.

 

De achtjarige loopt naar de deur. “Ik ga weg! Ik wil weg!” 
“Waar wil je heen?” 
Ze begint te huilen. “Ik wil naar huis, mama. Niet hier, niet daar. Ik wil gewoon naar huis.” 
Ik neem haar mee terug naar het matras en trek haar op schoot.

 

Zo zitten we met z’n drieën, drijvend op het vlot tussen het ene thuis en het andere. Ik hou ze dicht tegen me aan. Dat grote verdriet heb ik niet meer. Elke ochtend dat ik wakker word in mijn huis zonder deuren, voel ik me juist blij. Alleen deze twee moeten er nog bij.

 

Deze column is eerder gepubliceerd in Trouw. Elkes roman heet Ik nog wel van jou. Luister hier naar onze podcast met Elke Geurts over haar roman en scheiding.

Auteurs
Auteur: Elke Geurts

Elke Geurts (1973) publiceerde drie verhalenbundels en de romans De weg naar zee (2013) en Ik nog wel van jou (2017). Alle werden overladen met lof en genomineerd voor onder andere De Gouden Boekenuil, de BNG Literatuurprijs en de Anna Bijns Prijs. Daarnaast is ze schrijfdocent aan o.a. Schrijversvakschool Amsterdam.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: