Zoeken
Ik heb geleefd #4. Bob (88) 'Kijk eens wat je op je oude dag allemaal krijgt'
IK HEB GELEEFD. Lebowski-auteur Annemarie Haverkamp praat voor het AD met mensen over hun leven en het einde dat nadert. Deze week is een van de oudste dj's van Nederland aan het woord: Bob van Huët (88). 

Ik heb geleefd #4. Bob (88) 'Kijk eens wat je op je oude dag allemaal krijgt'

Gepubliceerd op 4 december, 2018 om 00:00, aangepast op

 

‘Ken je Schubert? Hier, luister maar, ik weet zeker dat je het mooi vindt.' Bob van Huët sr. schuift een schijfje in zijn cd-speler. We luisteren naar een uitvoering van James Last. 'Dit moeten ze na afloop van mijn crematie draaien.'


Hij legt zijn magere handen in de mijne. 'Steenkouwe paute. Komt doordat ik zo afgevallen ben.' In de Haagse keuken waar het voelt als een sauna, dirigeert hij een onzichtbaar orkest. Dat doet hij ook in de radiostudio, vertelt hij. Leuk voor de luisteraars die online kunnen meekijken naar zijn programma.



Bob van Huët (bijna 88) is een van de oudste dj’s van Nederland. Sinds mensenheugenis draait hij plaatjes. Eerst bij een piraat: stond zijn collega voor het raam om te waarschuwen als er een controleur aankwam. Zijn vrouw vond het te link, en dus stapte hij over naar een legaal station, Stad Den Haag.



Zijn liefde voor het radio maken ging zo ver dat hij verzoekjes van luisteraars van zijn eigen geld in de stad ging kopen als het gevraagde nummer niet in zijn platenkoffer zat. Wijlen mevrouw Van Huët vond dat hij overdreef. 'Toen had je nog geen YouTube', klinkt het als postuum excuus.

 

Frans Bauer

Hij werkte bij verschillende ziekenomroepen. Haalde gasten naar de studio van wie zijn bazen opkeken: Paul van Gorkum, Wieteke van Dort, Teddy Scholten en meerdere keren zijn favoriet Frans Bauer. 'Toen niemand hem kende. Fijne gozer is het. Ze hopen hier dat hij naar mijn laatste uitzending komt.'

 

‘Hier’ is Midvliet radio, de lokale zender voor Leidschendam, Voorburg, Wassenaar en Stompwijk. Elke zondag tussen tien en twaalf zit hij aan de knoppen. Hij mag dan terminale longkanker hebben, eenmaal in de studio valt alles van hem af. 'Heel typisch.' Zijn vriendin met wie hij sinds vijf jaar een latrelatie heeft, neemt de telefoon aan en noteert de verzoekjes. 'Ouwetjes die elke week hetzelfde nummer willen horen, dat doe ik dus niet hè. Dan zeg ik: "vraag nou maar eens iets anders aan".'

 

Hij is gek op gospel. Niet dat hij iets met religie heeft. 'Ga weg, ik geloof niet in die poppenkast. Ik heb eens bij een christelijke omroep gewerkt, daar moest ik alleen maar de Here Jezus draaien. Als je mijn stem had gehoord, het was net of ik God zelf was!' Hij schatert.

 

Aan de muur hangt een ingelijste koninklijke onderscheiding voor zijn radiowerk. En een lintje vanwege zijn inzet voor het Haagse gymnasium Haganum, waar hij veertig jaar conciërge was. Met veel leerlingen heeft hij nog contact. 'Pasgeleden kwam er nog eentje op bezoek om zijn pasgeboren dochter te laten zien.'

 

In zijn kamertje stond altijd koffie en thee klaar. Boze pubers die mot hadden gehad met een docent, schonk hij eerst maar eens wat in. Dan vroeg hij wat ze hadden gedaan. ‘Doe je dat thuis ook?’ Als hij ze straf moest geven, zei hij: ‘Haal je huiswerk maar op en ga dat hier maken.’ Over zijn lijk dat hij ze het schoolplein liet aanvegen. 'Kinderen zijn op school om te leren, niet om te vegen. Ik heb er ook nog nooit een benaderd met een grote bek. Hebbie niks an, hebbie ruzie...'

 

Amerika

Misschien was het omdat hij zelf nooit mocht leren. Na de oorlog - zijn moeder was al in het kraambed gestorven en pa kwam in 1945 om bij een bombardement - ging hij varen. Heen en weer tussen Rotterdam en New York, op de Holland Amerika Lijn. Op een dag bleef hij aan wal, aan de andere kant van de oceaan, vast gelovend in die Amerikaanse Droom. 'Maar ik was er illegaal. Drie jaar lang heb ik me rot gewerkt om te sparen voor een advocaat die iets voor me zou regelen. Die vent is er met de poen vandoor gegaan en ik kon niets beginnen.'

 

Tranen in zijn ogen. 'Ja, dat zit me nog steeds hoog. Ik had zo graag willen blijven. In Amerika was toen rijkdom, hier was niks. De mentaliteit vond ik goed: je moest hard werken, anders telde je niet mee. Ik wílde juist hard werken.'

 

In zijn kist neemt hij straks een Amerikaanse vlag mee, want de liefde voor het land bleef. Ach, uiteindelijk heeft hij het niet slecht gedaan, vindt hij zelf. Zijn drie kinderen zijn goed terechtgekomen. Klagen doet hij niet. Alhoewel. 'Ik vind de mensen tegenwoordig zo ondankbaar. Kijk eens wat je op je oude dag allemaal krijgt. Ik heb een pensioen, een scootmobiel, een rolstoel. Dat was er vroeger echt niet hoor.'

 

Chemokuren en operaties heeft hij geweigerd, want ‘daar ben je nog zieker van’. Aan de afspeellijst voor zijn uitvaart heeft hij onlangs een nummer toegevoegd: 'Here’s for the heroes'. Het is zijn eerbetoon aan al die fantastische dokters en anderen die zo goed voor hem zorgen. Hij neuriet de melodie en stopt dan een nieuwe cd in de speler. 'Luister maar. Zo ontzettend mooi.'

 

Wil jij ook jouw verhaal vertellen? Mail naar annemarie@persgroep.nl 

Auteurs
Auteur: Annemarie Haverkamp

Annemarie Haverkamp (1975) is schrijver en journalist voor diverse kranten en tijdschriften. Met haar debuutroman De achtste dag won ze zowel De Bronzen Uil 2019 als de Anton Wachterprijs 2020. Ze is hoofdredactrice van universiteitsblad Vox en columniste bij De Gelderlander.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: