Zoeken
Ik heb geleefd #6. Had Wim (61) een wensenlijst, dan zou daarop ‘niet ziek zijn’ staan
IK HEB GELEEFD Annemarie Haverkamp praat voor het AD met mensen over hun leven en het einde dat nadert. Het Lebowski Blog plaatst door. Had Wim Pruim nog een wensenlijst, dan zou daarop staan: ‘niet ziek zijn’. En dat dan tien keer onder elkaar.

Ik heb geleefd #6. Had Wim (61) een wensenlijst, dan zou daarop ‘niet ziek zijn’ staan

Gepubliceerd op 18 december, 2018 om 00:00, aangepast op

 

Wim Pruim (61) kromt zijn rug en trekt zijn trui omhoog. ,,Kun je hem zien?’’ Tussen zijn schouderbladen prijkt een tatoeage. Het is de naam van zijn vrouw Froukje in Chinese tekens. Op zijn onderarm staan de kleinkinderen, de vijfde paste er nog net bij. Zijn familie komt op één in zijn leven. ,,Daar ben ik het meest trots op. Dat we het goed hebben gedaan, mijn vrouw en ik.’’



Zijn eerste tatoeage herinnert hij zich nog goed. Het was een opwelling. Samen met een kennis die er eigenlijk ook wel een wilde, ging hij naar zo’n shop in de stad. Voor hij het wist stond er een adelaar op zijn arm. ,,Die tatoeëerder zei: ‘Tot de volgende keer.’ ‘Hoezo?’ vroeg ik. Hij zei dat mensen altijd terugkwamen voor een tweede.’’

 

Wim en Froukje wonen in Oldekerk, het leukste dorp van Groningen. Dat heeft hij niet zelf bedacht, dat was de uitkomst van een verkiezing in 2013. In januari van dit jaar verhuisden ze naar een nieuwbouwwoning met een tuin waar de buitenkeuken royaal kon staan. Toen wist hij nog niet dat drie maanden later onbehandelbare slokdarmkanker aan het licht zou komen.

 

Reuzenrad

De geboren Drent is gek op het dorp waar hij al meer dan dertig jaar woont. Iedereen kent hem en hij kent iedereen. Hij is mede-organisator van de jaarlijkse feestweek. Grote tent in het weiland, Nederlandstalige artiesten, tweeduizend man. ,,Ik regel de sponsoren en koop het bier in.’’

 

'Iedereen denkt dat ik altijd vrolijk ben. Nou, ik heb echt mijn slechte dagen, hoor'

 


Zijn droom was altijd om er een reuzenrad bij te zetten. Want een beetje evenement heeft een reuzenrad. Maar op een ondergrond van gras was dat lastig. ,,Afgelopen juni kwamen we terug van vakantie. Ik wil net Spanje-Portugal gaan kijken, staat opeens de voorzitter van de feestweek voor de deur. Jas aan. Ik moest meekomen.’’ Hadden ze voor Wim een reuzenrad geregeld. Het gevaarte van 22 meter hoog stond te pronken op de parkeerplaats naast het jeugdhonk. ,,Iedereen was er. De mensen van de voetbalclub, de vrijwilligers van het jeugdwerk, mijn kinderen, kleinkinderen...’’



Het was emotioneel. Maar de oud-postbode liet zich niet kennen en maakte dapper een paar rondjes in het antieke geval.

 

Zelf regisseren

In Oldekerk weet iedereen dat hij nog maar een paar maanden heeft. Toen hij die verpletterende boodschap tot zich door had laten dringen, begon hij zijn afscheid te regisseren. ,,Direct na het gesprek in het ziekenhuis ben ik met mijn vrouw naar het nieuwe crematorium in Groningen gereden. Heel impulsief. Ze vroegen of ik een afspraak had. ‘Is dat hier nodig dan?’ vroeg ik. ‘Doodgaan komt toch altijd onverwacht?’ Ik kreeg een rondleiding, heb zelfs de oven gezien. Glanzend zwart.’’



Het gaf hem rust. De kameraden uit het dorp die hij graag zag speechen tijdens zijn uitvaart, benaderde hij zelf. Wim knikt in de richting van de voordeur, hond Joep steekt zijn kop boven de mand uit. ,,De man die net aanbelde, is er een van. Goeie vriend, hij komt elke twee dagen even langs.’’ 



Zijn vader was glazenwasser en schoorsteenveger. Zelfs in de winter klom hij het dak op, omdat hij de klanten niet in de kou wilde laten zitten. ,,Daar heb ik wel iets van meegekregen. Ik beteken graag iets voor mensen.’’

 

Slechte dagen

Over aanloop heeft Wim niet te klagen. Hij verkoopt droge worst aan huis. Niet van die Friese langwerpige worsten, maar Groningse ronde. Met kruidnagel. Bij een slager had hij zijn eerste baantje, toen hij vond dat hij op school niets te zoeken had. De post kwam later. Prachttijd. ,,Weer of geen weer, je ging gewoon. Dat vond ik mooi.’’ Helaas werd hij tien jaar geleden afgekeurd vanwege de longaandoening COPD. Hij leerde koken en zorgde ervoor dat het eten op tafel stond als Froukje ’s avonds thuiskwam. En toen - boem - kanker. ,,Iedereen denkt dat ik altijd vrolijk ben. Nou, ik heb echt mijn slechte dagen, hoor.’’



Van de eerste chemokuur werd hij afgrijselijk ziek. Hij kon niet eens meer zitten. ,,Toen heb ik gezegd: als het zo moet, schiet me dan maar neer.’’ Maar de kuur bleek wel iets te hebben gedaan, de tumoren hielden zich gedeisd. Met een lichtere dosis besloot hij verder te gaan. Het oneerlijke aan het hele verhaal vindt hij dat hij niet alleen doodgaat, maar ook nog eens hondsberoerd is. ,,Als het nou was van ‘na de chemo kunt u er weer tegenaan’. Maar zo werkt het niet met ongeneeslijke kanker. Daar ben ik wel boos over geweest, ja.’’

 

Had Wim Pruim nog een wensenlijst, dan zou daarop staan: ‘niet ziek zijn’. En dat dan tien keer onder elkaar. Maar hij heeft geen wensenlijst. Laat hem maar gewoon bij zijn familie zijn. Vanmiddag gaat hij naar het voetbalveld, lekker ouwehoeren met de jongens.
 

Wil jij ook jouw verhaal vertellen? Mail naar annemarie@persgroep.nl 

Auteurs
Auteur: Annemarie Haverkamp

Annemarie Haverkamp (1975) is schrijver en journalist voor diverse kranten en tijdschriften. Met haar debuutroman De achtste dag won ze zowel De Bronzen Uil 2019 als de Anton Wachterprijs 2020. Ze is hoofdredactrice van universiteitsblad Vox en columniste bij De Gelderlander.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: