Zoeken
Toetsenbordweg
Na vijftien afleveringen over zijn leven in Japan – een blogserie met de klinkende naam Tokyo Expatwife – schreef Mick Johan tegen wil en dank dat ene blog, de plottwist, over waarom hij halsoverkop met zijn gezin terug naar Nederland moest verhuizen. Zijn vrouw werd ziek. Nu gaat Mick proberen Amsterdam opnieuw te ontdekken, zijn draai weer te vinden, aan de hand van de kunst die hij tegenkomt. Hij is geen kunstcriticus, maar wél een schrijver, dus verwacht een mengelmoes van persoonlijke observaties, associaties en interviewfragmenten.

Toetsenbordweg

Gepubliceerd op 21 december, 2018 om 00:00, aangepast op 27 december, 2018 om 00:00

 

Toen we terug in Amsterdam kwamen hebben we een auto gekocht. Een fijne, normale gezinsauto, bij een garage in Hoofddorp. Toen ik bij de garage wegreed ontdekte ik dat de autoradio slechts twee functies had: Hij kon op Skyradio en hij kon uit. Ik beet op mijn stuur. Het werd een lange rit, en thuis bestelde ik meteen een nieuwe radio. Die paste niet, en ik ontdekte de listige wereld van de moderne autoradio. Er is geen universeel formaat meer. Je kan wel elke radio passend maken voor elke auto, maar dan heb je een inbouwkitje nodig. Allemaal gedoe waar ik geen zin in had, dus ik zocht een inbouwkitjesbedrijf. Die vond ik diep in Amsterdam Noord, in het uitgestrekte havengebied voorbij het NDSM, waar nieuwe flats schouder aan schouder ongedurig stonden te popelen om deel uit te maken van ons collectieve idee van de stad.

 

Het inbouwkitje bleek nogal een gedoe te zijn, en ik besloot in de tussentijd een rondje over het industrieterrein te lopen. Ook hier werd veel gebouwd en de gebouwen kwamen me minder neerslachtig voor dan op de meeste industrieterreinen, ik denk door de aanwezigheid van het water en boten. Ik liep een korte wandelroute over een houten loopbrug die over een aangelegd parkje naar het water liep. Er waren geen woningen in de buurt en ik stelde me voor dat het parkje was aangelegd voor mensen om hun boterhammetjes in op te eten tussen de middag. De hoeveelheid aanwezige bankjes steunde mijn theorie.

 

'Ik stelde me voor dat het parkje was aangelegd voor mensen om hun boterhammetjes in op te eten tussen de middag'

 

Ik liep het park uit, de Toetsenbordweg op. De straatnamen hier hadden stuk voor stuk met computers te maken, maar op zo’n manier dat de wijk Windows ‘95 zou moeten heten. Zo lag de inbouwkitjeswinkel aan de Disketteweg en ik was ook al langs de Back-Upstraat gestiefeld.

Een uitgestrekt leegstaand kavel ontvouwde zich aan mijn linkerhand, afgevlakt met wit zand, en sporadisch een duinachtig stuk gras. Het einde van de stad. Aan de rand van het einde herkende ik iets: drie enorme stukken betonnen wand rechtop en achter elkaar in een soort stellage. Het werk is slecht te zien want de zijden waar het reliëf op is gemaakt bevinden zich aan de binnenkant. De gladde buitenkanten zijn witgeschilderd en er is graffiti op aangebracht. Zonde. Het is een reliëf dat ik tien jaar geleden op het NDSM-terrein ook al zo opgeslagen zag staan. Ik ben er jaren geleden eens op geklommen, en de woeste gebaren waarmee het beton gesculpteerd was vielen me toen op. Het was beton, dus gegoten, maar hoe waren die vormen gemaakt? Was de mal van klei geweest? De kunstenaar moest als een waanzinnige aan de slag zijn gegaan. Een imponerend stuk. Elke wand was minstens vier meter breed en drie meter hoog. Hier stond een werk van een meter of 15 breed. Of 15 meter hoog, dat kon natuurlijk ook. Ik had het nog nooit in zijn oorspronkelijke glorie gezien. Ik vroeg me af waar het ooit gestaan had, en waarom nu niet meer. En wat ging ermee gebeuren?

Het deed me denken aan alle spullen die we na de verhuizing terug naar Nederland weg hadden moeten doen, omdat we weer kleiner gingen wonen. Veel had opgeslagen gestaan in Amsterdam terwijl wij in Tokio waren. Spullen waarvan we al lang niet meer wisten dat we ze hadden, laat staan dat we ze misten. 

 

'De kunstenaar moest als een waanzinnige aan de slag zijn gegaan'

 

 

 

 

 

Ik heb één onduidelijke foto gevonden van het kunstwerk zoals het bedoeld is: als reliëf op drie wanden van het gebouw. Een lomp abstract monsterachtig geheel, alsof een buitenaardse levensvorm in de wanden van het gebouw is gaan zitten. Een duister, haast agressief geheel. Tegenwoordig moet je blij zijn als er een laffe graffiti op een jeugdhonk wordt aangebracht. Dit is van een heel andere orde. Het ziet eruit alsof je erin kan klimmen, maar niet zonder schrammen. A jeugdgebouw named ‘Daar word je hard van’. Een machtig ding.

Filiz Elmasulu, adviseur kunst en cultuur in Noord verwees me naar Pieter Roemer, een expert op het gebied van buitenkunst in Noord. Toen hij eenmaal begreep op welk werk ik doelde,  stuurde hij me een quote uit zijn boek ‘Beelden in Noord’:

 

“Van Soest was vooral werkzaam op het gebied van de monumentale kunsten en voerde wandschilderingen  en betonreliëfs uit in openbare en particuliere  gebouwen. Het gesloopte kunstwerk is tijdelijk opgeslagen en wacht op betere tijden.”

“Meer weet ik niet. Ik wacht ook op betere tijden.” Schreef hij erachteraan.

 

 

Titel: Geen titel, 1964, (reliëf aan Jeugdgebouw Noord)

Kunstenaar: Pierre van Soest

Toetsenbordweg.

 

Met dank aan Filiz Elmasulu en Pieter Roemer.

Auteurs
Auteur: Mick Johan

Mick Johan (1980) is schrijver, kunstenaar en drummer in de band MICH, van wie in 2017 het gelijknamige debuutalbum verscheen. Hij was de helft van kunstenaarsduo Miktor & Molf en de eerste hoofdredacteur van Vice in Nederland. Hij groeide op in Duitsland als zoon van een militair. Totemdier Arafat is zijn debuutroman.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: