Ik wil niet de laatste struik zijn (Yelena Schmitz)
16 januari, 22.00 uur
Er zijn kinderen die tellen hoe lang ze onder de douche staan. Er zijn kinderen die ervoor kiezen droge groentenburgers te eten. Er zijn kinderen die nog nooit alleen de trein hebben genomen.
Op dit moment poetsen duizenden kinderen hun tanden. Ze denken aan morgen. Morgen zullen ze opstaan en hun zakgeld ruilen voor treintickets. Ze zullen met hun jonge harten, hun jonge longen en hun jonge stemmen samen door de straten van Brussel lopen. Ze zullen met duizenden zijn.
17 januari, 18.00 uur
Dit zijn mijn twee broers. Ik maak de foto. We lopen in een stoet van dertienduizend kinderen. Naast me wandelt een jongen die een go pro vasthoudt. Hij heeft in zijn leven alleen nog maar waterglijbanen gefilmd. Nu brengt hij een meisje in beeld die in de gietende regen ‘Hot n Cold’ van Katy Perry zingt. Ze heeft een pinguïn op haar plakkaat geschilderd.
Ik denk aan alle kinderen die hier nu niet zijn. Ik denk aan de kinderen van de klimaatminister, die braaf de regels volgen. Ik denk aan de oude mannen die op hun desktops reacties schrijven. Ze vragen zich af of de kinderen geen exotisch fruit eten, of ze het vliegtuig nooit nemen, en of ze niet met de auto naar school worden gebracht. Ze bestuderen de hele voormiddag schoolreglementen en gebruiken steeds dezelfde woorden: onwettig afwezig, gemiste leerstof, spijbelgedrag, een dagje vrijaf.
Al deze woorden zijn gesmolten vandaag. In rook opgegaan.
24 januari, 17.30 uur
27 januari, 23.30 uur
De struik en ik wandelen in de regen vandaag. We lopen tussen moeders, vaders, oma’s, opa’s, kinderen, ijsberen en een baby van zes maanden oud. We kijken omhoog en zwaaien naar de helikopter die boven ons hangt. We hopen dat ze ons filmen van de bovenkant. Ergens ziet iemand hoe we samen dezelfde richting uit gaan, de straten vullen met onze lichamen. We kijken naar de hemel en roepen dat het nog niet te laat is. Een meisje van acht loopt naast ons. Ze wil niet meer wachten tot ze haar diploma tot fysicus zal halen. Ze wil dat de volwassenen moedig zijn en houdt haar bord stevig in de lucht. Ik beeld me in hoe de man in de helikopter probeert te tellen met hoeveel we zijn. Ik beeld me in hoe hij hardop cijfers zucht, kinderen over het hoofd ziet, de tel kwijtraakt en het opgeeft. Naast ontelbaar zijn we ontembaar. Zonder paraplu wandelen we door. We wandelen in de regen, in de hitte, in de sneeuw. We wandelen met onze moeders en onze kleinkinderen in ons achterhoofd. We wandelen op zondag. We wandelen op donderdag. En op de donderdag erna. En erna. Het bord van de struik is aan vervanging toe. Er is geen splinter in ons die opgeeft.
Yelena Schmitz (1996) studeert Woordkunst aan het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen. Ze schrijft en maakt radiodocumentaires. Ze won de Nieuwe Types Prijs voor beste afstudeerwerk van een Nederlandstalige schrijfopleiding. Ook won ze de Korte Golf Radioprijs 2017 en de Deus ex Machinaprijs voor het beste ultrakorte verhaal.