Poëzieweek: lees een voorpublicatie uit Anneke Claus' 'Betekenissen van een ecologische huurmoordenaar'
Als mensen aan me vragen waarom ik geen gordijnen heb
zeg ik omdat ik in de ideale wereld geen geheimen heb
en als ze dan zeggen maar het is de ideale wereld niet
zeg ik dat één sukkel toch het goede voorbeeld moet geven
en als ze me dan meewarig aankijken en zeggen: súc-cès
met zo'n fluim op hun huig om me te laten voelen dat van alle naïviteiten
zelfgekozen naïviteit de grootste zonde is, kutjes, de doodszonde,
en als ze zeggen dat ik dan zeker ook een bord eten klaar heb staan
voor iedere willekeurige zwerver die bij me aanspoelt
zeg ik dat ik die zwerver ben of op zijn minst niet uitsluit op zijn minst vrees
een gerechtvaardigde angst meen te hebben ooit die zwerver te worden
en als ze dan zeggen dan geloof je zeker ook in God
dan zeg ik dat ik in mijn goddelijke natuur geloof en trouwens ook in die van hen
en als ze dan zeggen dat ik zeker ook blind bevelen opvolg zeg ik ja, ja, JA
ik volg bevelen op de bevelen van de slaap de bevelen van de honger
de bevelen van de lust die van de dieren en de planten
die ook niet hebben gevraagd om een leven met mij als moeder
Die van het koude meer dat eist dat ik er naakt in spring
Maar niet blind, kutjes, nee, met mijn ogen open
Ogen en gordijnen open
Páts