'Ik zag daar de liefde liggen, in duizend stukjes'
Het publiek bestond uit 500 professionals op het gebied van scheiden.
De hele middag zat ik al, als ‘stille acteur’ - samen met de andere sprekers - in een decor van gehalveerde meubels. Drie echte acteurs speelden herkenbare scènes over een stel dat eerst ging trouwen en toen in een vechtscheiding belandde.
Aan de gesprekstafel praatten mensen uit verschillende disciplines over hoe we het nou zo goed mogelijk konden aanpakken, dat scheiden. Hoe konden we de schade voor de kinderen, die de slachtoffers van de oorlog werden genoemd, nou binnen de perken houden?
Ik zat er midden in en keek ernaar. De vaas uit het toneelstuk, die de liefde symboliseerde, viel vlak naast mijn voeten aan diggelen. Ergens op het toneel zat gelukkig ook een man die de scherven ervan ter plekke aan elkaar begon te lijmen. Veel gekker moet het niet worden, dacht ik.
Wat mijn ergste pijn nou was/is, hè?
Het spontane gedichtje van mijn achtjarige: ‘Ik mis een stukje uit mijn hart, een heel groot stukje zelfs, pas als we samen zijn komt het ineen. Zo niet? Dan ben ik alleen.’
De vier schelpjes die zij ’s morgens snel op een rijtje op tafel legt, terwijl ze almaar onze namen noemt.
Het fotolijstje dat ze bij de kringloop heeft uitgezocht, met de vier glimmend gouden engeltjes die er pontificaal boven op zitten. “Dat zijn wij, mama.”
“Het is voor haar juist beter daar géén foto van jullie vieren in te stoppen," zei een van mijn wijze vriendinnen.
“Waarom niet?”
“Het is niet de waarheid," zei ze streng. “Jullie gezin bestáát niet meer.”
“O ja.”
Het scheidingsvraagstuk was na het debat over ‘Goed scheiden’ natuurlijk niet ineens opgelost. Maar aan het eind van de voorstelling hield de initiatiefneemster wél de vaas trots omhoog. De liefde was weer geheeld.
“Kijk! Zo snel kan iets gerepareerd worden!” riep ze uit. “Hier doen we het voor, jongens!” Luid applaus.
Maar toen ik na afloop in de kleedkamer mijn jas ging pakken, zag ik daar de liefde liggen, in duizend stukjes, in een plastic zak, weggeschoven onder de kapstok.
Die vaas was niet écht gelijmd. Dat kón natuurlijk ook helemaal niet. Alleen op het toneel kon dat.
Deze column is eerder gepubliceerd in Trouw. Elkes roman heet Ik nog wel van jou. Luister hier naar onze podcast met Elke Geurts over haar roman en scheiding.