Zoeken
Ik heb geleefd #19. Anne (55) vindt haar hersentumor ‘een onkruid dat zich niet laat uitroeien’
Annemarie Haverkamp praat met mensen over hun leven en het einde dat nadert. Kunstenares Anne (55) heeft sinds haar hersentumor zo veel gedichten geschreven, dat er binnenkort een bundel uitkomt. Daarnaast heeft ze een boshuisje omgetoverd tot werk- en woonplek voor kunstenaars. Maar haar grootste levensinvulling is pleegzoon Wilco geweest: “Dát is de cirkel van het leven.”  

Ik heb geleefd #19. Anne (55) vindt haar hersentumor ‘een onkruid dat zich niet laat uitroeien’

Gepubliceerd op 2 april, 2019 om 00:00

Anne Pillen (55) vergelijkt haar hersentumor weleens met zevenblad, een onkruid dat zich niet laat uitroeien. Trek je het voor uit de tuin, dan woekert het ondergronds verder en schiet het plantje elders weer uit de grond. Haar tumor openbaarde zich voorin haar hoofd, en zat niet veel later op haar hersenstam. Opereren gaat niet, omdat de kanker is geworteld in gezond weefsel.

“Ik zie altijd parallellen met de natuur,” zegt ze. “Ik ben onderdeel van de natuur.”
 

Kunsthuisje
Door het raam kijken we naar takken en struiken. De kachel brandt op hout uit het bos. De feministische dichter Sonja Prins woonde in dit huisje als een kluizenaar tot haar dood. Zij wilde dat er na haar overlijden andere kunstenaars en schrijvers konden werken, maar toen ze op 96-jarige leeftijd uit het leven gleed, had ze het nog niet geregeld.

Anne Pillen nam daarom het initiatief voor een stichting: AnnAtopiA. Het vervallen huisje werd verbouwd zodat kunstenaars er langere tijd kunnen verblijven. Inmiddels staat er een tiny house naast met een badkamer en een bed. “Ik kwam hier in 2010 en ben vergroeid met deze plek,” vertelt de Oosterhoutse kunstenaar. “Het leven en werk van Prins zijn voor mij een bron van inspiratie.”

Ze ziet het huisje als haar levenswerk. “Het eerste wat ik dacht toen ik hoorde dat er een tumor in mijn hoofd zat, was: hoe moet dat met de boshut?”
 

Wilco
Haar man Eric, die een nieuw houtblok op het vuur gooit, knikt. Hij kent Anne’s zorg. Net als pleegzoon Wilco, die koffie zet. Zij zijn het die deze plek in Baarle-Nassau straks, in haar geest, levend zullen houden.

Anne Pillen begon pas op latere leeftijd aan een opleiding aan de kunstacademie. De interesse was er altijd wel, maar ze had een allergie voor museale, elitaire kunst tegen witte muren. ‘Ik vond altijd dat kunst voor iedereen moest zijn.” Ze werd creatief therapeut en werkte bijna tien jaar als activiteitenbegeleider in de gehandicaptenzorg.

“Ik heb er heel bewust voor gekozen niet zelf kinderen te baren,” zegt ze. “In de kindertehuizen waar ik kwam, zag ik zo veel jongeren voor wie geen plek was in een gezin. Zo is Wilco bij ons gekomen. Toen was hij 6, nu is hij 30. Inmiddels mogen we hem wel onze zoon noemen.”

“Ja,” zegt Wilco. “Sinds Anne ziek is, kom ik heel vaak helpen.” Hij woont op fietsafstand in een Thomashuis, samen met andere mensen met een verstandelijke beperking.

Ik heb er heel bewust voor gekozen niet zelf kinderen te baren
 

“Kwetsbare schoonheid”
Ik wilde niet dat mijn omgeving zat opge­scheept met een Anne die ze niet kenden

Anne was 39 toen ze alsnog (cum laude) afstudeerde aan de kunstacademie, na een deeltijdstudie. Haar missie: mensen bereiken voor wie kunst niet vanzelfsprekend is. Een thema waar ze al jaren mee werkt is ‘kwetsbare schoonheid’. “Ik heb een film gemaakt in een verpleeghuis. We willen allemaal oud worden, maar we willen geen rimpels. We strijken alles glad, als barbies. Voor mij zijn rimpels schoonheid, net als witte haren. De poëtische kracht die uitgaat van oude mensen...”

Sinds ze ziek is, schrijft ze gedichten. “In mijn gedichten kan ik gevoelens puntig verwoorden. Dat is in een gesprek soms lastig. Het maakt het makkelijker erover te praten.”

Haar man Eric knikt weer. Ze zijn al bijna veertig jaar bij elkaar. De boodschap dat Anne nog maar drie maanden te leven had, sloeg in als een bom. Paniek overviel haar. Hoe zou ze sterven? Als een andere versie van zichzelf? ‘Ik wilde niet dat mijn omgeving zat opgescheept met een Anne die ze helemaal niet kenden.”
 

Nieuw evenwicht
Het was zoeken naar een nieuw evenwicht. Knokken voor de relatie, leuke dingen doen. Na drie maanden was Anne niet dood, en na tweeënhalf jaar zit ze nog altijd als zichzelf bij het vuur in de boshut. Ze kan niet meer lopen, haar lijf is moe, maar ze leeft. “Daar zit ook iets tegenstrijdigs in,” bekent Eric. “We stelden ons in op drie maanden. Nu krijgt ze er door bestralingen en chemo telkens drie maanden bij. Het is een uitputtingsslag.”

Inmiddels heeft Anne zo veel gedichten geschreven, dat een bundel wordt uitgegeven door dezelfde uitgever die het werk van Sonja Prins publiceerde.
 

Levensinvulling
Maar haar grootste levensinvulling is toch de opvoeding van Wilco geweest. “Toen hij kwam, was hij zwaar verwaarloosd. Ze zeiden dat hij zich misschien niet kon hechten. Hij zou niet geschikt zijn om in een gezin te wonen. We deden het toch, kozen niet de makkelijkste weg. Laatst zei hij tegen me: ‘mam, die zorg en liefde die jij mij hebt gegeven, wil ik jou teruggeven.’ Hij is zó gegroeid dat hij nu voor mij kan zorgen.”

Rond de gloeiende houtkachel valt het gesprek stil. Wilco glimlacht. Anne kijkt naar haar zoon en zegt: “Dát is de cirkel van het leven.”
 

Wil jij ook jouw verhaal vertellen? Mail naar annemarie@persgroep.nl

Auteurs
Auteur: Annemarie Haverkamp

Annemarie Haverkamp (1975) is schrijver en journalist voor diverse kranten en tijdschriften. Met haar debuutroman De achtste dag won ze zowel De Bronzen Uil 2019 als de Anton Wachterprijs 2020. Ze is hoofdredactrice van universiteitsblad Vox en columniste bij De Gelderlander.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: