Zoeken
Brussel koestert haar criminelen
Eerst en vooral, dit is geen oproep voor redelijkheid. Ratio en rust hebben meermaals hun kans verkregen en verspeeld in Brussel. Weet je wat, pas als voetgangers niet meer op zebrapaden worden weggemaaid, mag men weer kalmte prediken.

Brussel koestert haar criminelen

Gepubliceerd op 3 april, 2019 om 00:00, aangepast op

Tot het zover is, heb ik geen zin in de voorspelbare reactie van vinger wijzen naar koppige burgemeesters die goedkope parkeerkaarten uitdelen alsof het humanitaire visa zijn, geen zin in het verwijt dat de boze burger niet dankbaar genoeg is omdat de pakkans voor wegpiraten toch al verdubbeld is van 0,0000006 naar 0,0000012 procent. Geen zin in nog een sensibiliseringsactie in de steigers met slogans als ‘rij niet zo fast als je food’ en ‘respect op de weg is als chicon in gratin’, alsof doodrijders vertragen voor afgewezen Druivelaar kalender kwinkslagen. Geen zin in de leugen dat het louter een gevoel van straffeloosheid is, alsof al die ongemoeid gelaten dubbel geparkeerde auto’s en door het rood racende wagens verzinsels zijn door rabiate klagers ontevreden met hun fietssuggestiestroken, even efficiënt als spugen in een vulkaan. Geen zin in het afwimpelen van burgerbewegingen als een bende blanke eco-extremisten, uit pure onwil om diversiteit te zien in Café Filtré en 1030/0. Het liefst bestempelt men deze organisaties als hysterisch, maar die term heeft men al gereserveerd voor klimaatbetogers. Geen zin in flauwe uithalen als “ja maar ja maar, fietsers doen ook soms gevaarlijk”, maar hoeveel auto’s zijn al onder de wielen van een plooifiets beland? Geen zin in hoe haalbare voorstellen en bestudeerde ingrepen toch door politici worden genegeerd, uit angst bestempeld te worden als anti-auto op pamfletten onder ruitenwissers. Geen zin in geleuter over draagvlak, over hoe grootmoeders van 155 jaar niet meer kunnen parkeren bij hun favoriete brasserie in het centrum, alsof taxi’s niet bestaan. Je weet wel, die zwarte voertuigen met hun anti-Über boodschap op hun portier geschreven dat zij wel sociaal verantwoord rijden, misschien moeilijk te lezen wanneer ze voorbij vlammen als je oversteken wil. Over hoe chauffeurs al genoeg gepest worden met lage emissiezones, maar die boetes vermijden ze gewoon door nooit voorbij de stadsgrens te rijden.

Dus zolang het autoverkeer in Brussel zich blijft gedragen als een onwettige bezetter van de openbare ruimte, moet het verzet even onredelijk en overdreven zijn, want dat is het enige wat nog indruk maakt. Daarom pleit ik voor slagbomen bij zebrapaden, in ruil zullen voetgangers af en toe treingeluiden maken. Daarom pleit ik voor airbags die afgaan als iemand achter het stuur zijn gsm opneemt, voor niet af te krabben stickers op ruiten van foutgeparkeerde wagens met opschriften als “Mijn moeder vindt mij ook een eikel”. Voor afgescheiden fietspaden die tenminste met elkaar verbonden zijn. Voor een toeter die luider weerklinkt binnenin dan buiten, voor elke dag een andere straat als voetgangerszone zodat wagens zich even onwelkom voelen als de rest, voor een commissie van komieken die beslissen welke gepersonaliseerde nummerplaten mogen bestaan.

En behandel de autolobby als big tobacco, beginnen met het aan banden leggen van hun reclame die meestal dezelfde weinig verscholen boodschap verspreidt bestemd voor egoïsten: “Rij alsof niemand anders bestaat”. Want hoe verklaar je anders al die spots die zich afspelen in lege steden als na dodelijk virus en woestijnen die zich blijkbaar in België bevinden? Hoe verklaar je anders die schaamteloze leugen dat autorijden jou verlost van stress? Even ridicuul als tamponreclame die zou beweren dat menstruatie jou een roes van zaligheid verschaft. Dus zolang mensen voor optrekkende bolides moeten wegspringen om te overleven, verschijnen op affiches en advertenties voor wagens waarschuwingen als “Opgepast, veroorzaakt je ergste versie”.

Deze voorstellen kunnen waanzinnig klinken, onrealistisch en weinig productief. Maar ze verbleken in absurditeit met wat de auto zich permitteert in Brussel. Hoe SUV’s met de omvang van olifanten op voetpaden parkeren en als geste al hun verblindende pinkers opzetten. Hoe chauffeurs na één microseconde groen licht al beginnen te toeteren van ongeduld. Hoe ze zonder kijken of aangeven inslaan en verbolgen reageren als je de bijna-doodervaring niet apprecieert. Hoe de vrijgelaten doodrijder in Koekelberg zich ook een slachtoffer waant, wegens slecht slapen door 15 dagen geen voorlopig rijbewijs meer.

Dit soort agressief gedrag aanvaarden we van geen enkele soort op aarde, waarom dan wel van automobilisten?  

Dit artikel verscheen eerder in De Morgen.

Auteurs
Auteur: Joost Vandecasteele

Schrijver, scenarist en komiek Joost Vandecasteele (1979) gelooft heilig in de kracht van mengvormen. Zo maakte hij samen met Happy Volcano de literaire game The Almost Gone en is zijn eerste boek, Hoe de wereld perfect functioneert zonder mij, omgevormd tot de televisiereeks Generatie B. Na de roman Jungle en de roman in beelden Bella is Wraakengel het derde boek van Joost bij Lebowski, waarvan gelijktijdig een audioserie verschijnt.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: