Zoeken
Wettig en overtuigend bewezen (8): 'Maar dat is vals geld,' zei de barvrouw. En toen ging Ivo door het lint
Steven de Jong beschrijft de mensen die voor het hekje komen. Sommigen voor het eerst, anderen voor de zoveelste keer. Waar ging het mis? 

Wettig en overtuigend bewezen (8): 'Maar dat is vals geld,' zei de barvrouw. En toen ging Ivo door het lint

Gepubliceerd op 11 april, 2019 om 00:00

Ivo was op zaterdag 10 november lekker aan het stappen in Hoogkarspel. Het geld kon niet op die avond. Of hij nog wat Bacardi voor de hele groep wilde halen, vroeg een vriend. Twee hele flessen graag. En hij drukte Ivo zo twee briefjes van vijftig in de hand.

Ivo bestelde, kreeg de flessen en overhandigde de nog opgevouwen bankbiljetten. Maar in plaats van wisselgeld, kreeg hij een argwanende blik van de barvrouw. Ze sloeg meteen alarm. Vals geld!

Ivo beweerde in alle toonaarden dat hij van niks wist. Hij volhardde daarin op het bureau. Nu, maanden later, op deze strafzitting in Alkmaar, wordt hij opnieuw aan de tand gevoeld.

De politie vroeg Ivo om zijn ID, leert de rechter uit het dossier. Ivo weigerde. “U reageerde nogal obstinaat,” zo interpreteert ze de uitgeschreven scheldpartij. “U was niet bepaald vriendelijk tegen de verbalisanten.”

De 19-jarige mbo-student blijkt vandaag een stuk rustiger, hoewel hij er nog wel wat balorig bij zit: een trainingsjack met daaronder een broek met open knieën. Zijn vader zit op een stoeltje achterin de rechtszaal. “Ja, ik heb ermee betaald,” zegt Ivo. “Maar ik wist toen niet wat er mis mee was.”

Ivo noemt voor het eerst sinds zijn aanhouding de naam van de vriend die hem dat valse geld gaf. De officier van justitie, die hem een dagvaarding voor valsemunterij (artikel 213, Wetboek van Strafrecht) stuurde, kijkt daar van op. “Dat had justitie graag vóór deze zitting willen checken,” zo vult de rechter voor haar in. “Hoe moeten wij dat nou hier ter plekke doen? Zijn naam googlen en kijken of we hem aan de telefoon kunnen krijgen? Nu zit ik met een verhaal dat niet te toetsen is. Snapt u dat dat lastig is?”

Ivo snapt dat dat lastig is, maar hij zegt dat hij pas later doorkreeg dat zijn vriend hem gebruikte om vals geld uit te geven. De barvrouw voelde aan het papier meteen dat het vals was, houdt de rechter Ivo voor. Waarom hij niet? “Als je er niet op gefocust bent, merk je dat niet, hoor,” verklaart Ivo. “Ik kreeg het van een vriend, dan let je daar niet op.” De rechter knikt en fronst tegelijk.

“Voelde u zich achteraf niet enorm belazerd?” vraagt de officier. “Ja,” zegt Ivo. “Daarom heb ik het contact verbroken. We voetballen nog bij dezelfde club, maar ontlopen elkaar.” De rechter: “Na het verhoor had u weken de tijd om de naam van die jongen aan de politie door te geven. Had u misschien gehoopt dat justitie er geen zaak meer van zou maken, dat het klaar zou zijn? U heeft toch daarna nog een dagvaarding kregen?” Zo’n serieuze zaak laat je volgens haar niet op z’n beloop.

De rechter bladert in het reclasseringsrapport. “Er wordt gezegd dat als u dingen niet meer leuk vindt, u vrij snel afhaakt. Het ontbreekt u aan een toekomstplan. In het algemeen lijkt u niet aan de gevolgen te denken van de keuzes die u maakt. Maakte u zich eigenlijk wel zorgen over vandaag?” Daar zegt Ivo “niet echt stress” over gehad te hebben. De rechter: “Een ander zou denken: hè, ik moet naar de rechter, straks krijg ik een strafblad. Waarom denkt u daar niet aan?”

Ivo’s persoonlijke omstandigheden: eerder veroordeeld voor diefstal en mishandeling, redelijke schoolprestaties, inkomen van een leerbedrijf en een goede relatie met zijn ouders. De Reclassering toont zich bezorgd over zijn drankgebruik. “Nou, dat hebben we gemerkt,” zo verwijst de rechter naar zijn houding tegenover de politie. “U lijkt gefascineerd te zijn door schimmige milieus”, vervolgt ze. “U vindt criminelen wel interessant.” Ivo: “Alleen van een afstandje, niet om te doen wat zij doen.” Stel, zo houdt de rechter hem voor: als deze zitting leidt tot een straf, bent u dan gemotiveerd om mee te werken met de Reclassering? “Nee,” bekent Ivo. “Maar ik zou wel komen opdagen.” De rechter kijkt nog eens naar Ivo en merkt op dat hij “wat jonger overkomt dan zijn leeftijd”.

“Ik twijfel heel erg,” zegt de officier. “Meneer lijkt nogal naïef. Ik geef hem het voordeel van de twijfel. Laat dit een waarschuwing zijn: kijk uit met je vriendenkring.” De rechter zegt dat ook zij het niet zeker weet en Ivo “bij deze twijfel” niet kan veroordelen. “Mogelijk wist u inderdaad niet dat het geld vals was. En wij moeten kunnen vaststellen dat u wél die wetenschap had. Ik spreek u vrij, maar pas op met uw levensstijl!”

Noot: om identificatie van de betrokkene te voorkomen is bij uitzondering een andere voornaam gebruikt in dit rechtbankverslag – dit vanwege de weinig voorkomende naam van betrokkene.

Auteurs
Auteur: Steven de Jong

Steven de Jong (1981) is opinieredacteur bij NRC Handelsblad, was twee jaar rechtbankverslaggever en organiseerde internetdebatten met lezers. Namens de Burgerlijke Raad voor het Regeringsbeleid toetste hij overheden op inspraakgevoeligheid en hielp ze met burgerparticipatie. Bezorgde burgers is zijn debuutroman.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: