Ik weet gewoon niet hoe het moet met exen
Zijn handen, als schermpjes, naast zijn slapen.
Zijn glimlach zodra hij ons aan de ontbijttafel zag zitten, het oude gezin, nog in pyjama. Zijn drie kinderen, wilde ik schrijven. Waarmee meteen de freudiaanse verschrijving gemaakt is.
“Hé, heb je papa," zei ik, “komt die nou doen?”
Even later stond ik in de deuropening van mijn huis in mijn hoodie nachtjapon, uitgelopen mascara, haren alle kanten op. Twee verschillende sokken aan mijn voeten. Niemand anders van buiten zou ik zo onder ogen komen. Maar hem wel.
Meer dan achtduizend ochtenden hadden deze meneer en ik elkaar vlak na het wakker worden gezien. Zoiets bleef in je systeem zitten. Al was hijzelf me wezensvreemd aan het worden.
Voor hem gold dat vermoedelijk omgekeerd ook. Aan de beleefde berichten van de laatste tijd te merken. Ook liep hij al eens vlak langs me heen zonder zelfs maar een blijk van herkenning te geven. Het was niet eens uit onwil.
Kennissen van heel vroeger, meer lijkt er uiteindelijk niet van ons over te blijven. Het is voor mij soms zelfs nauwelijks te geloven dat hij en ik kennelijk kinderen hebben gekregen. Dat is toch je reinste waanzin? Je zou iemand op z’n minst een béétje moeten kennen voor je aan zoiets groots begint.
Ik weet gewoon niet hoe het moet met exen. Hoe je met ze moet omgaan, wat je precies bij ze zou moeten voelen. Aan de ene kant hoop je écht dat ze gelukkig worden in het leven en aan de andere kant gun je ze stiekem haast niets. In elk geval mag het geluk hem - na mij - nooit meer helemaal ten deel vallen. Een beetje dan. Vooruit.
Vanmorgen zag ik de vader van mijn kinderen even precies om wie hij was - namelijk de vader van mijn kinderen. Niets meer dan dat. Ook niets minder. Er was geen ex-partner meer, geen verleden dat we met ons meezeulden. Even was daar alleen de vader van mijn kinderen die onze dertienjarige een rokje na kwam brengen. Het was een mooi gezicht hem voor mijn deur te zien staan. Ontdaan van elke andere betekenis. Dat is een leuke vader, dacht ik. Mijn kinderen hebben het getroffen.
Deze column is eerder verschenen in Trouw.