Voorpublicatie 'Tuymans volgens Tuymans'
1
Party in het palazzo
Venetie, zaterdag 23 maart 2019
Perfect op het juiste moment is de lente aangebroken. Op het pleintje naast het Palazzo Grassi, waar morgen zijn langverwachte tentoonstelling ‘La Pelle’ opengaat voor het publiek, haalt de temperatuur moeiteloos het minimum dat een Italiaanse stad nodig heeft om waarlijk Italiaans te zijn: twintig graden. Het mantra dat de kunstenaar al twintig jaar eindeloos herhaalt om het raadsel van zijn kunst te verklaren – ‘het is allemaal een kwestie van timing en precisie’ – is vandaag ook van toepassing op het weer.
Luc Tuymans heeft al twee dagen non-stop interviews gegeven. En er speelt al twee dagen een zelfgenoegzaam monkellachje om zijn lippen. Enig vertoon van vrolijkheid is nochtans niet van zijn gewoonte, nog minder ligt ze besloten in zijn karakter. Normaal staart hij je intimiderend aan met zijn staalblauwe ogen, loopt hij te sakkeren, is er altijd wel iets dat hem humeurig, strijdvaardig of wraaklustig maakt. In normale omstandigheden is Luc Tuymans minstens een beetje chagrijnig.
Maar vandaag heeft de Britse zakenkrant Financial Times, het huisorgaan van zijn internationaal clientèle van kunstverzamelaars, hem uitgeroepen tot ‘lichtend baken van de hedendaagse schilderkunst’. Vandaag ook dartelt er een uitgelezen gezelschap van hoge gasten en speciale genodigden om hem heen. Ze hebben net een preview van zijn nieuwe show gekregen. En ze zijn niet gewoon een beetje opgetogen over wat ze gezien hebben, maar staan stijf van de opwinding. Uit hun lood geslagen, dat zijn ze, verbluft, verbijsterd, sprakeloos. Doordat niemand de juiste woorden vindt, laat iedereen zijn complimenten gepaard gaan met een aanraking. Hij wordt omhelsd, gekust, op de schouder geklopt en in de arm geknepen.
Vandaag kan Luc Tuymans niet langer verstoppen dat hij daar blij mee is. ‘Ik heb hem zelden zo gelukkig gezien,’ fluistert zijn vrouw in mijn oor, alsof dat een geheim is dat beter niet aan het licht komt.
De drink met aansluitend lunchbuffet te zijner ere is in het Palazzo Contarini Polignac. Dat stadspaleis uit de vroege renaissance, met restanten van decoraties die Domenico Tiepolo nog heeft aangebracht, ligt wat verderop aan het Canal Grande, in de richting van de lagune. Het is enige tijd eigendom geweest van de dochter van Isaac Singer, de uitvinder van de gelijknamige naaimachine. Winnaretta Singer was rijk en gepassioneerd door muziek. De vier kapitale piano’s die nog steeds in het Contarini Polignac worden bewaard, zijn betokkeld door Fauré, Poulenc, Ravel, Rubinstein en andere klinkende namen uit de klassieke muziek.
Er blijken twee manieren te zijn om het palazzo binnen te geraken: via de oude aanlegsteiger aan het Canal Grande, als je arriveert met een watertaxi, of door het piepende ijzeren poortje dat toegang geeft tot de tuin, als je te voet komt. De achterzijde van het gebouw ligt goed verstopt in het steegjeslabyrint van Dorsoduro, tussen de Galleria dell’Accademia en de Peggy Guggenheim Collection.
Aangekomen ontvouwt zich een tafereel uit de lifestylebladen van de culturele bohème. De zon straalt zo weldadig dat ze sommige dames al heeft geïnspireerd tot het tentoonspreiden van enige vestimentaire glamour. Mensen die elkaar net iets te enthousiast omhelzen, raken elkaar eerst met hun xl-zonnebrillen, en dan pas met wangen of lippen. De obers die door het beeld glijden dragen crèmewitte blazers met epauletten in gouddraad. De drankjes waarmee ze rondgaan staan netjes geschikt op een zilveren dienblad: links de camparirode Americano’s, rechts de parelende prosecco’s, in het midden de perzikkleurige Bellini’s.
Als je hem van ver in de gaten krijgt, denk je: wie is die vriendelijke oude opa in zijn zondagse pak die met Luc Tuymans staat te praten, ginds, in de schaduw van de tuinmuur? Hij is veeleer klein van gestalte, heeft een alerte oogopslag en, dat zie je pas als je dichterbij komt, een priemende blik.
Hij is een van Tuymans’ grootste fans. Hij heeft de tentoonstelling wellicht al vaker gezien dan de kunstenaar zelf. Een paar keer voor ze openging, en gisteren en vandaag opgeteld nog zeker vier keer.
François Pinault is zijn naam. Volgens Forbes is deze zakenman uit Frankrijk de dertigste rijkste mens ter wereld, met een fortuin dat ruim boven de dertig miljard dollar wordt geschat.
Begonnen als handelaar in hout en bouwmaterialen in zijn geboortestreek Bretagne, tegenwoordig erevoorzitter van het luxeconcern Kering, dat ondermeer de modemerken Gucci, Balenciaga, Alexander McQueen, Stella McCartney en Saint Laurent in portefeuille heeft. En in zijn holding Artémis zittenverder nog wijndomeinen als Château Latour en het veilinghuis Christie’s.
De dagelijkse leiding van zijn zakenimperium heeft hij inmiddels in handen gegeven van zijn zoon François-Henri, getrouwd met de Amerikaans-Mexicaanse actrice Salma Hayek.
Tweeëntachtig jaar is hij nu. Hij heeft geen schooldiploma; hij is van top tot teen selfmade. En kunst is zijn grootste passie. Hedendaagse kunst, welteverstaan. De schattingen over de omvang van zijn collectie lopen uiteen: meer dan 3.000 werken zeker, misschien zelfs meer dan 5.000. Daaronder een vijfentwintigtal schilderijen van Luc Tuymans.
Het Palazzo Grassi is van hem. Net als Punta della Dogana, het iconische gewezen douanegebouw aan de ingang van het Canal Grande. En straks opent hij nog een nieuw paleis voor hedendaagse kunst in La Bourse de Commerce in Parijs.
Het feestje dat hier wordt aangericht, is op zijn kosten.
De tuin staat nu al behoorlijk vol. David Zwirner, Tuymans’ New Yorkse galerist, schuifelt naar binnen. Hij is in het gezelschap van zijn vrouw Monica, zijn topmedewerkster Angela Choon en zijn zoon Lucas. Frank Demaegd en Benedicte Goesaert van zijn Antwerpse galerie Zeno x staan al breed te glimlachen midden in het gewoel. De Tuymans-verzamelaars van het eerste uur uit
Vlaanderen zijn trouw op post, zoals gewoonlijk. Zijn naaste medewerkers Vanessa van Obberghen en Bram Bots uiteraard ook. Nog feller dan de zon straalt Carla Arocha, Tuymans’ wettige echtgenote, in haar koket paars pak met gouden biesjes, weelderig behangen met juwelen die in dit licht nog harder fonkelen dan anders, en aan haar voeten de meest funky schoenen die ze bij Prada ooit hebben gemaakt. Naast haar op het rotan bankje staat een oogverblindend witte handtas van Delvaux; een valentijnsgeschenk van haar echtgenoot.
Van de collega-kunstenaars zijn Michaël Borremans en Stéphane Schraenen van de partij. Dirk Braeckman, Jan Van Imschoot en Philip Aguirre y Otegui komen vanavond naar de afterparty, net zoals de jonge artistieke posse uit Antwerpen met wie Tuymans tegenwoordig graag optrekt: Vaast Colson, Nel Aerts, Nick Andrews, Nadia Naveau, Ives Maes, Lieven Slegers, Joris Vanpoucke, Alex Salinas. Salma Hayek en haar man François-Henri werden verwacht maar laten zich uiteindelijk niet zien. Brad Pitt, de Tuymans-verzamelaar met de meest klinkende naam, komt pas in mei, zodat hij ‘La Pelle’ kan combineren met de Biënnale.
Zijn familie staat het spektakel aan te kijken in een hoek van de tuin. Het is de eerste keer dat ik zijn vijf jaar jongere zus Edith ontmoet. Ze is er met haar vriend en haar twee kinderen, allebei twintigers. Niemand van hen is actief in de kunstwereld, zelfs niet zijdelings. ‘Maar Luc staat erop dat we erbij zijn op de grote momenten,’ zegt Edith. ‘Toen hij bijna vier jaar geleden die grote tentoonstelling had in Qatar, kon ik me niet vrijmaken. Hij heeft toen mijn kinderen meegenomen naar de opening. Hij heeft hen daar als prinsen behandeld.’
Zijn nichtje kijkt haar oom na wanneer die de tuin doorkruist, van het ene gezelschap naar het andere, om sommige gasten persoonlijk te begroeten. ‘Hij loopt zoals opa destijds,’ zegt ze. ‘Identiek dezelfde tred.’ Opa is Antoon Tuymans, Lucs overleden vader. ‘Maar hij heeft het karakter van zijn moeder,’ zegt Edith. ‘Een grote mond en een klein hartje.’ Moeder is Elisabeth Dam, eveneens overleden. Wanneer we even later samen aan dezelfde tafel zitten, zal zijn zus zeggen: ‘Op gelegenheden als deze zorg ik ervoor dat moeder er toch een beetje bij is.’ Ze wijst naar haar handtas. Ze neemt altijd een handtas van hun moeder mee als haar grote broer ergens in het zonnetje wordt gezet.
‘We zijn zo fier,’ zegt Edith Tuymans. ‘Terecht, denk ik. In België zouden ze ook beter wat trotser zijn op wat mijn broer heeft gepresteerd.’
Het leven zoals het is in de familie Tuymans: het gevecht om de erkenning gaat onverminderd voort, ook al is het feest van de overwinning inmiddels begonnen.
***
Volg de gids. Ga het Palazzo Grassi binnen vanaf de aanlegsteiger aan het Canal Grande. Het eerste wat je ziet is de grote mozaïek. Hij strekt zich uit voor je voeten en bestrijkt zowat de hele vloer van de overdekte patio. Het zwartgroene marmer rondom gaat er haast naadloos in over. Alsof hij er al een paar eeuwen zo ligt.
We passeren Luc Tuymans, de kunstenaar. Hij zegt: ‘Bon, dan moeten we hier meteen wel even uitleggen dat het niet bedoeld is om mooi te zijn. Wie mijn werk alleen maar mooi vindt, begrijpt er geen snars van.’
‘Schwarzheide’, zo heet zijn schilderij uit 1986 dat nu werd omgezet in deze mozaïek. Naar het gelijknamige dorp in de Duitse deelstaat Brandenburg waar tijdens de Tweede Wereldoorlog een concentratiekamp gevestigd was. Alfred Kantor, een Tsjechische overlevende van de Holocaust, bracht na de oorlog een boek uit met tekeningen, scènes uit het dagelijks leven in het kamp. Het schilderij van Tuymans, nu omgezet in deze mozaïek, is een tekening uit dat boek: een ogenschijnlijk haastige schets van het bos rond het kamp. De bomen waarachter de ware verschrikking van de oorlog verstopt werd.
Loop gerust over die tweehonderdduizend blokjes marmer heen, in de richting van de monumentale trap. Halverwege de trap, in een nis, hangt het eerste schilderij. Een klein portret getiteld ‘Secrets’ (1990). Het kleurenpalet is vaal en grijzig, met een boventoon van oudbruin. De ogen van de man in het beeld zijn gesloten. Het is Albert Speer, de lievelingsarchitect en vertrouweling van Hitler, die tot aan zijn dood in 1981 is blijven volhouden dat hij niet op de hoogte was van de Endlosung, het grote plan om de Joden uit te roeien. Hij hangt daar uiterst trefzeker: Speer sluit zijn ogen voor Schwarzheide. Maar ook ijzingwekkend mooi. Of om het in de woorden van Tuymans te zeggen: ‘Alsof het de fucking Mona Lisa is.’
Valser kan een start niet zijn. Vals in de zin van bedrieglijk. En bedrieglijk in minstens twee opzichten. Staande op de vloermozaïek denk je: de hyperactuele, maar met veel geschiedenis geladen beelden van Tuymans in het eeuwenoude, classicistische decor van het Palazzo Grassi, wat een fantastische osmose van oude luister en hedendaagse kunst wordt dit. Tot je te weten komt waar die eerste twee beelden over gaan. Dan denk je: wat een moeilijke, mogelijk zelfs pijnlijke confrontatie wordt dit. En het is zo’n mooi weer. We zouden Bellini’s kunnen gaan drinken in Harry’s Bar. Of op het terras van het Monaco & Grand Canal-hotel, waar ook het uitzicht onbetaalbaar is. Maar wat je vervolgens te zien krijgt, over twee verdiepingen met meer dan tachtig schilderijen, is gewoon een feest. Een feest van de schilderkunst. Party in het palazzo.