Zoeken
Ik heb geleefd #24. Wendy (44) is ziek: 'De dood lijkt me héérlijk'
Annemarie Haverkamp praat met mensen over hun leven en het einde dat nadert. Uitvaartverzorger Wendy overwon borstkanker maar hield er een spierziekte aan over. Ze slikt zware pijnstillers. “Het jammere is dat ik een steeds hogere dosis nodig heb, mijn pijn stabiliseert niet.” Als de pijn ondraaglijk wordt activeert ze het euthanasietraject.   

Ik heb geleefd #24. Wendy (44) is ziek: 'De dood lijkt me héérlijk'

Gepubliceerd op 7 mei, 2019 om 00:00, aangepast op 4 februari, 2020 om 00:00

“De dood lijkt me héérlijk,” zegt Wendy Colijn (44) op het terras achter haar huis. In de rolstoel draait ze haar ogen ten hemel. Doodgaan betekent geen pijn meer hebben, helemaal vrij zijn. Ja, zegt ze, dat is iets om naar uit te kijken.

Niet dat ze het leven zat is. Maar je door de dagen slepen in een gesloopt lichaam, dat wil ze niet meer. Overigens gaat het nu redelijk, vertelt ze terwijl ze een van haar honden achter de oren kriebelt. Dankzij een nieuw medicijn is de euthanasieverklaring weer even in de la beland. Haar pijnscores zakten immers van een 9 naar een 7 - voor haar het verschil tussen leven en dood. “Het jammere is dat ik een steeds hogere dosis nodig heb, mijn pijn stabiliseert niet.”
 

Uitvaartverzorger
Wendy zag in haar leven duizenden dode lichamen; de geboren Rotterdamse werkte zeventien jaar als uitvaartverzorger. Actieve euthanasie is de mooiste dood, weet ze uit ervaring. Omdat je wegglijdt zoals je bent. “Vrouwen doen hun haar nog goed. Dan val je rustig in slaap.” Ze is al jaren lid van de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE).

Sinds oktober 2016 woont Wendy samen met haar vriend Gerard op het industrieterrein van Hardinxveld-Giessendam. Ze konden een loods kopen voor zijn zeilmakerij. Het huis erachter kijkt uit op het water. In een ren scharrelen kippen en konijnen.
 

Borstkanker
Tijdens de verhuizing voelde Wendy een knobbeltje. Borstkanker. Zonder aarzelen liet ze een borst amputeren. “De tumor zat in mijn accessoires,” zegt ze met haar scherpe Rotterdamse tongval. “Die tiet kon er gewoon af.” Ze was blij toen de kanker ‘in de prullenbak’ lag.

Om uit te sluiten dat de kwaadaardige cellen zich via het bloed nog ergens anders konden nestelen, stelde de oncoloog chemokuren, immunotherapie en een hormoonbehandeling voor. “Ik besloot er een feestje van te maken. Zestien chemo’s... voor elke kuur heb ik een vriend of vriendin in het ziekenhuis uitgenodigd om met me te lunchen terwijl het spul mijn arm in liep.”
 

Bijwerkingen
Van de immunotherapie werd ze doodziek. “Mijn lichaam schreeuwde: doe het niet!” Maar ja, zegt ze, hoe weet je welke bijwerkingen wel en niet goed zijn? De dosis werd verlaagd, maar na een halfjaar ellende en nachtelijke opnames op de spoedeisende hulp - haar hart leek ermee op te houden - kapte ze met de immunotherapie. “Ik ging nog liever dood aan kanker dan dat ik ermee doorging. Overal ben ik mee gestopt, ook met de hormoonbehandeling.”

Tot haar ontzetting bleven de bijwerkingen. Sterker: de pijn werd erger, vooral in haar handen en voeten. Ze kon niet meer naar het kippenhok lopen zonder te vallen. Haar lichaam voelde alsof het continu onder stroom stond, pijnscheuten maakten dat ze telkens door haar benen zakte. Eind 2017 diagnosticeerde een specialist in Maastricht Wendy met dunnevezelneuropathie, een progressieve spierziekte. Hoogstwaarschijnlijk is de aandoening getriggerd door de preventieve kankerbehandeling.
 

Rolstoel
Of ze iemand iets kwalijk neemt? “Nee. Maar ik ben wel in mijn rolstoel naar de oncoloog gegaan. Kijk, zo zit ik er nu bij. Ik wil dat hij bij volgende patiënten aan mij denkt. Natuurlijk had hij de behandeling niet doorgezet als hij wist dat dit het gevolg zou zijn. Ik hoop dat het een waarschuwing is. Je kunt patiënten die schoon zijn ook gewoon elk halfjaar controleren met een echo of een scan.”

Inmiddels zit ze fulltime in een rolstoel, het huis is aangepast. Een andere keuken is in aantocht. “Ik heb al tegen Gerard gezegd: ik mag toch hopen dat ik daar nog een taart kan bakken.” Als het nieuwe medicijn tegen de pijn geen soelaas meer biedt, zijn er geen opties meer. Dan activeert ze het euthanasietraject. Het ergste is, zegt Wendy, ‘dat ik merkte dat ik een zuur wijf werd’. Ze was jaloers op mensen die nog wel met hun honden konden wandelen en was door de ondraaglijke pijn niet meer in staat lief te doen. “Ik was zo pissig: acht jaar geleden ontmoette ik de kerel waar ik mijn hele leven naar op zoek was. Mochten we niet wat langer van elkaar genieten?”
 

Doodswens
Maar ze gaf zichzelf een schop onder de kont en volgt nu rolstoelrijles en een schildercursus. Niks zuur wijf. Om haar pols draagt ze een niet-reanimerenarmband. “Gerard begrijpt mijn doodswens,” zegt ze. Op zijn arm heeft hij vorige week haar naam laten tatoeëren. Wendy moest er vreselijk van huilen. “Ik zei: straks krijg je een andere vriendin en loop je rond met die fokking naam. Waarom heb je dat nou gedaan?”

Omdat hij eeuwig van haar zou blijven houden, was het simpele antwoord.
 

Wil jij ook jouw verhaal vertellen? Mail naar annemarie@persgroep.nl.

Auteurs
Auteur: Annemarie Haverkamp

Annemarie Haverkamp (1975) is schrijver en journalist voor diverse kranten en tijdschriften. Met haar debuutroman De achtste dag won ze zowel De Bronzen Uil 2019 als de Anton Wachterprijs 2020. Ze is hoofdredactrice van universiteitsblad Vox en columniste bij De Gelderlander.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: