Zoeken
Wettig en overtuigend bewezen (13). Er is een konijn doodgebeten
Steven de Jong beschrijft de mensen die voor het hekje komen. Sommigen voor het eerst, anderen voor de zoveelste keer. Waar ging het mis? 

Wettig en overtuigend bewezen (13). Er is een konijn doodgebeten

Gepubliceerd op 16 mei, 2019 om 00:00, aangepast op 17 mei, 2019 om 00:00

“Het was nog maar een pupje,” zegt Gerard, een 42-jarige glazenwasser, over zijn cane corso, die ten tijde van het delict vijf maanden was. “En over het algemeen is dit soort heel lief.” De politierechter in Rotterdam lacht. “Dat zeggen alle hondenbezitters. Ook pitbull-eigenaren die hier weleens komen. Uw hond schijnt konijntjes achternagezeten te hebben. Daar moeten we het over hebben.”

Als Gerard de bekeuring, 250 euro, gewoon had betaald was de zaak allang klaar. Maar Gerard herkent zich niet in het proces-verbaal, waarin staat dat hij zijn hond “met hevige armbewegingen” achter konijnen aanstuurde, “met als doel deze te apporteren”. Hij zou daarmee de wet op de natuurbescherming hebben overtreden: ‘Eenieder is verplicht te verhinderen dat een dier dat onder zijn toezicht staat, in het veld dieren opspoort, doodt, verwondt, vangt of bemachtigt.’

Zijn verhaal: in een bestelbus reed hij die maandagochtend met zijn hond naar de Maasvlakte. Aldaar raakte hij in contact met andere baasjes. Vier mannen, vijf honden: een Thaise dingo, drie herdershonden en een jackrussellterriër. Ja, Gerard zag “hollende konijntjes”. Maar daar is zijn hond niet achteraangerend, want die “houdt niet van prikkelbosjes”. Zijn cane corso sukkelde maar wat rond. Over de andere hondenbezitters wil hij niet veel kwijt. Alleen dat hij de Ridderkerker met de Thaise dingo een “vaag figuur” vond. De officier vertelt dat die man uiteindelijk wél bekende op konijnen gejaagd te hebben.

“Uw hond was zich ongetwijfeld van geen kwaad bewust,” zegt de rechter. Maar er moet wel iets opgehelderd worden, vindt hij. “Er is een dood konijn gevonden.” Twee opsporingsambtenaren beweren dat zij hebben gezien hoe het om het leven is gebracht. “Het konijn trachtte te vluchten,” verklaarden zij. “Maar de Thaise dingo sprong erop en heeft gebeten.” Dus niet de cane corso, maar omdat het eruit zag als georganiseerde jacht in groepsverband, wordt Gerard gezien als medepleger.

De handhavers hadden zich verdekt opgesteld. “We hebben ze gevolgd, ze reden vier keer naar een andere plek. We noteerden hun kentekens. Zodra ze de honden weer uitlieten, namen wij positie in. Met hevige armbewegingen stuurden ze hun honden naar de duinrand. Daar kwamen meerdere konijnen uit.” Ze hielden de mannen staande en schreven bekeuringen uit. De rechter: “Als je dit zo leest, dan hebben deze ambtenaren de indruk dat u de hond welbewust op de konijnen afstuurde.”

Gerard protesteert. Hij heeft zijn hond de hele tijd bij zich houden. “En als ik ergens van houd, dan zijn het dieren. Dat is het mooiste wat er is. Mijn zus heeft ook een konijn.” De rechter weigert Gerards liefde voor konijnen te veralgemeniseren. “Ik denk dat het bewuste konijn het wat minder leuk vond,” zo doelt hij op het dood aangetroffen dier. Daarbij: als Gerard zag dat de konijnen wegrenden voor de andere honden, waarom hield hij zijn eigen hond dan niet aangelijnd? “Het is de vraag of u de belangen van de konijntjes wel voldoende in het oog had.”

De officier van justitie vindt het “niet chic” dat Gerard blijft ontkennen. Ze acht het tenlastegelegde “wettig en overtuigend” bewezen. “Je mag konijnen niet door honden laten opsporen.” Ze eist dat Gerard de boete alsnog betaalt. Of hij nog een laatste woord heeft, wil de rechter weten. “Ja, ik wil nog één ding zeggen. Ik heb geen één keer mijn hond achter de konijnen aan gestuurd. Mijn hond heeft het niet gedaan.”

Het jagen acht de rechter niet bewezen. Maar hij rekent Gerard wel aan dat hij niet verhinderd heeft dat zijn hond de konijnen achterna kón zitten. Een lichter vergrijp, maar volgens de rechter geen reden om de boete te verlagen. Die 250 euro mag in termijnen betaald worden, maar hij verwacht dat Gerard de nieuw uitgeschreven boete pas over drie maanden in de bus krijgt. “Dan kan ik het wel opzij zetten,” zegt Gerard. Buiten de zaal deelt hij nog zijn verontwaardiging met de bode. “Hij was zo klein…,” zegt hij terwijl hij zijn hand op kniehoogte houdt. “Dit gaat echt helemaal nergens over.”


Een eerdere versie van dit rechtbankverhaal is verschenen op nrc.nl.

Auteurs
Auteur: Steven de Jong

Steven de Jong (1981) is opinieredacteur bij NRC Handelsblad, was twee jaar rechtbankverslaggever en organiseerde internetdebatten met lezers. Namens de Burgerlijke Raad voor het Regeringsbeleid toetste hij overheden op inspraakgevoeligheid en hielp ze met burgerparticipatie. Bezorgde burgers is zijn debuutroman.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: