De wereld van gisteren
Ergens leek het me metaforisch of ironisch dat je op de dag van de Europese verkiezingen een lofprijzing over hét boek over Europa niet kon vinden. Zweig schreef het boek tijdens de oorlog, zag de wereld in elkaar donderen, vluchtte en streefde naar een grenzeloos continent zonder populisme. De Europese idealen die hij beschrijft lijken nu soms op de tocht te staan en eveneens onvindbaar. Het individualisme lijkt hoogtij te vieren, terwijl de eerste zin van De wereld van gisteren luidt: ‘Ik heb mijn eigen persoon nooit zo belangrijk gevonden dat ik in de verleiding ben geweest anderen de verhalen van mijn leven te vertellen.’
Het is een bekend gegeven dat de meeste kennis achteraf komt. Maar het collectieve geheugen lijkt voor sommigen ultraslecht te zijn deze dagen. Zweig zei in 1942 al: ‘In de nieuwe eeuw hebben wij geleerd ons door geen enkele uitbarsting van bestialiteit meer te laten verrassen.’ En: ‘Wij moesten Freud gelijk geven, toen hij onze cultuur, onze beschaving maar als een dunne laag zag, die elk ogenblik aan stukken gebroken kan worden door de destructieve krachten van de onderwereld, we hebben er langzaam aan moeten wennen zonder grond onder onze voeten te leven, zonder recht, zonder vrijheid, zonder zekerheid.’
Vorige week schreef Maarten Doorman in NRC Handelsblad ook al over het belang van dit boek: ‘Dat verleden met zijn slachtpartijen, ook die van de Eerste Wereldoorlog, is het nu vaak vergeten fundament van het hedendaagse, verenigde Europa. Een Europa dat al bijna driekwart eeuw geen oorlog meer kent, afgezien van de al te vaak genegeerde Balkanoorlog uit de jaren ’90 met zeker honderdduizend doden.
Dit Europa is welvarender dan ooit en vooralsnog, grotendeels, democratisch, sociaal en (relatief) tolerant.’
Eigenlijk lijkt het me onvoorstelbaar simplistisch en vermoeiend om hoe-het-niet-moet en het belang van dit Europa steeds te moeten benoemen. Pedanterie ligt dan al snel op de loer en daar jaag je mensen mee weg. Maar zoals Maarten Doorman schreef: 'De wereld van gisteren laat zien dat onverschilligheid jegens een humaan en democratisch Europa onverwachts snel tot een onaangename toekomst kan leiden, dat we daarom niet schouderophalend aan deze verkiezingen voorbij mogen gaan en dat we al helemaal niet moeten denken dat terugkeer naar de natiestaat van weleer enige bescherming tegen een boze buitenwereld biedt.'
Om het onnodige verval door onwetendheid voor te zijn, zou ik willen aanraden om dit boek eens te lezen.