Boodschappenlijstje (Jeroen Blankert)
Mensen die tijdens het boodschappen doen hun smartphone gebruiken geven meer geld in de supermarkt uit, blijkt uit een onderzoek van de Britse Universiteit Bath.
De onderzoekers concluderen dat klanten worden afgeleid door hun smartphone en daarom niet meer vasthouden aan hun opgestelde boodschappenlijsten en geplande routes door de winkel.
*
Ja, dat vinden wij dus best gek. Wij lopen zelf ook wel eens met onze telefoon door de winkel maar dan zien we daarop een boodschappenlijstje dat we gemaakt hebben in een hele handige boodschappenlijstjesapp. Die controleert automatisch de inhoud van onze ijskast, de kelder, en het keukenkastje. Zelfs de losse groenten op het aanrecht, de trossen knoflook aan het kozijn en het gewicht van de reusachtige ham die zo gezellig hangt te bungelen boven het kookeiland. Eveneens registreert hij de inhoud van de voorraadschuren en stelt hij het moment vast dat de gewassen op het land precies goed zijn om geoogst te worden. Bovendien weet de app hoeveel eieren er in de kippenren liggen, wanneer het biggetje geslacht kan worden, of de zelfgemaakte wijn al is uitgegist en of het brooddeeg is uitgerezen. Wij kunnen via deze app precies zien hoeveel appels er op de grond zijn gevallen en hoeveel we nog moeten plukken. Of de peren lekker eetrijp zijn. Of de forel in de kweekvijver al groot genoeg is, de gans lekker vet, de aardappels stevig, de kolen rond en smaakvol en of we vanavond zoete bessen in de zelfgemaakte yoghurt kunnen doen, of dat het honing wordt van ons bijenvolk, dat altijd voor enorm veel overheerlijke honing zorgt. En zo lopen wij met onze app door de winkel en zien we dat er eigenlijk bijna niks nodig is. Daarom gaan we maar iemand bellen die nog thuis is, om te vragen of we nou echt, echt niks hoeven te kopen bij die mooie grote supermarkt, die toch alles heeft. En ja hoor, gelukkig: iemand heeft zich gesneden bij het uitsteken van de asperges (waarvan wij al wisten dat ze precies goed waren) en dus moeten er pleisters worden gekocht. Hè, gelukkig maar, dan zijn we niet voor Jan Lul naar de winkel gegaan.