Politie (Jeroen Blankert)
*
'Ja hoor, dat heb ik weer,' dacht de agent misschien wel, toen hij uit het bureau kwam. Wie weet had hij geluncht, of nee, thee gedronken. Hoewel het in beide gevallen nogal gek is. Het gebeurde 'omstreeks' 15.15. Wat is dat nou voor een tijd? Te vroeg voor thee en te laat voor lunch. Het kan natuurlijk ook dat hij even van het politietoilet gebruik had gemaakt. Ook een agent moet wel eens, nou ja, laten we zeggen, pissen. Het is niet anders. Maar goed, vorige week had hij vast ook alweer zoiets. Dat iemand de banden van zijn motor leeg had laten lopen. Misschien gebeurde dat wel 's ochtends, om een uur of 10.20. Het kan maar zo. Ook al zo'n rare tijd. In ieder geval te vroeg voor koffie, dat is zeker. Maar nu dus weer die verwarde vrouw. Hij sommeerde haar van de motor te komen, maar ze deed het niet. Ze werd boos en gaf hem een trap. En dat vinden wij heel vreemd. Wij hebben nog nooit op een motor gezeten, maar we zouden nooit, zittend op zo'n ding, naar iemand gaan trappen. Hij zou wel om kunnen lazeren, die hele motor! Wij zouden onze voeten aan de grond houden en de agent desnoods hebben proberen te slaan, als we toch verward waren. Dan konden we net zo goed slaan. En schelden natuurlijk, keihard tieren en schelden, dat zouden we in verwarde toestand vast en zeker ook doen. Het had dus, kortom, allemaal heel veel slechter af kunnen lopen, als die vrouw écht met motor en al was omgevallen. Dan had ze misschien haar been gebroken onder dat loodzware ding! En haar pols! Been én pols! Godsamme! En dan hebben we het nog niet eens over het voertuig zelf. Daar kunnen ook allerlei belangrijke dingen van afbreken. Spiegels bijvoorbeeld. En een agent zonder spiegels, dat is niks. Hij moet voor- en achteruit kunnen kijken, anders kan hij net zo goed thuisblijven.