Zoeken
Woorden als wapens #8. Je weet dat je dit wil (Merel Aalders)
'Words are loaded pistols,' opperde Jean-Paul Sartre tijdens zijn zoektocht naar de zin van literatuur. Literatuur die vecht voor vrijheid en revolutie kan juist ook verbinden. Iedere week zal redactiestagiaire Merel Aalders je proberen aan het lezen te krijgen door te inspireren met strijdbare boeken.  

Woorden als wapens #8. Je weet dat je dit wil (Merel Aalders)

Gepubliceerd op 20 juni, 2019 om 00:00, aangepast op 21 juni, 2019 om 00:00

Deze week las ik het verhalenbundeldebuut You know you want this van Kristen Roupenian. Die zou veelbelovend moeten zijn, aangezien het korte verhaal Cat person dat ze in de New Yorker publiceerde in 2017 meeliftte op de #metoo-golf, viral ging en immens populair werd. Zelf vond ik dat verhaal ook intrigerend, niet omdat het nu zo bijster goed geschreven was, maar omdat het ergens een tijdje bleef hangen. Ik kreeg er maar niet de vinger op gelegd: wat wilde ze hiermee nou precies zeggen?

In Cat person ontmoet Margot de iets oudere, iets sukkeligere Robert, met wie ze naar bed gaat maar in wie ze uiteindelijk geen interesse meer heeft. Robert accepteert dit niet en begint haar lastig te vallen met berichtjes, en het verhaal eindigt met zijn laatste bericht naar haar: Whore.

Was Robert nou het archetype ‘indirecte belager’? Had Margot gewoon alle recht te daten wie ze wil, seks te hebben met wie ze wil, zonder dat wie dan ook daar bepaalde verwachtingen bij hoeft te hebben? Ik had niet het idee dat dat nu helemaal de betekenis was die Kristen in haar verhaal wilde leggen. Meer wilde ze gewoon laten zien, dacht ik, hoe daten tegenwoordig voor veel mensen werkt, en de psychologie die daarbij hoort. Margot die in haar hoofd alles al bespreekt met haar toekomstige, ideale vriend, bijvoorbeeld, en die de Robert die haar berichten stuurt anders ervaart dan de Robert die in levende lijve tegenover haar zit. Robert die voelt dat hem langzamerhand een bepaald soort respect ontnomen wordt. Ik kreeg niet echt zin om een moreel oordeel over de situatie te vellen, daar vraagt het verhaal (mij) niet om. In plaats daarvan bleef het juist lang rondsluimeren, ergens op de achtergrond.  

Hetzelfde gebeurt met You know you want this. Toegegeven: niet alle verhalen zijn even interessant. Het verhaal waarmee de bundel opent wil choqueren maar zegt daardoor te weinig, en bijna alles is entropie: eindigend in chaos – wat voorspelbaar wordt. Toch zeggen ze bijna allemaal op treffende wijze iets over een heersende vorm van narcisme. Bijna alle verhalen cirkelen heen om bedwelming door jezelf of een beeld van jezelf, en dan vooral op het gebied van relaties en seks. Hoe aantrekkelijk je bent, wat je status is, hoeveel macht je over de ander hebt… Onze gedachten over onszelf zijn bepalend voor hoe we ons tot anderen verhouden, en de uitkomst ervan kan, mogen we Kristen geloven, nogal destructief zijn.  

In ‘The good guy’ volgen we Ted, een jongen die tot over zijn oren verliefd wordt op Anna, een mooi meisje dat hem als zijn beste vriend behandelt. Hij is een good guy, zo vertelt hij zichzelf, hij cijfert zichzelf voor haar weg en het enige waar hij van droomt is dat zij hem ziet zoals hij is: een grappige, gevoelige jongen. Omdat hij Anna niet kan veroveren neemt hij maar een ander vriendinnetje, Rachel, dat hij eigenlijk haat. Rachel is onaantrekkelijk en haalt het bloed onder zijn nagels vandaan. Hij is erg emotioneel afstandelijk naar haar toe, en komt erachter dat hij het opwindend vindt om haar pijn te doen. Ergens weet hij dat hij haar slecht behandelt, maar het beeld dat hij van zichzelf heeft als de onbegrepen, goede jongen blijft zo bepalend dat hij erin faalt zich beter te gedragen. Zijn verwrongen zelfbeeld blijft hem zijn leven lang achtervolgen.

Dezelfde obsessie met een ideaal zelfbeeld wordt metaforisch uitgewerkt in een sprookje, ‘The mirror, the bucket, and the old thigh bone’. Hierin wordt een prinses verliefd op een constructie die bestaat uit een gebarsten spiegel, die een vervormde reflectie van haarzelf laat zien, een emmer, die haar eigen stem echoot, en een bot zo dun dat ze wanneer ze het vasthoudt zichzelf omhelst. Het is een lekker naar sprookje met een onheilspellend eind waarbij niemand nog lang en gelukkig leeft, en een welkome afwisseling van vertelvorm.

Het werk van Kristen Roupenian zit heel erg dicht op de tijdsgeest, maar dan wel een specifieke tijdsgeest. Die van de succesvolle, schijnbaar oppervlakkige mensen met een slechte impulscontrole en een liefdesrelatie met het kwaad in zichzelf. De mensen zonder échte problemen, die daardoor (te) veel ruimte krijgen om over zichzelf en hun verhouding tot anderen na te denken, verhoudingen die onevenredig zijn en binnen gesloten, vaak zelfgecreëerde situaties voorkomen. Een verjaardagsfeest, bijvoorbeeld, een appartement waarin een koppel een vriend op de bank laat slapen (en hem daarna seksueel uitbuit), of een middelbare school, waar populariteit nu eenmaal verdeelt en heerst. Je zou het een bijwerking van welvaart kunnen noemen, het ontstaan van deze psychologische ruimten.

Zoals veel van haar personages graag zouden wegkwijnen voor hun eigen spiegel, houdt Kristen de lezer ook weer een spiegeltje voor (de dikke blokletters op de kaft van mijn editie van You know you want this hebben dan ook een spiegelachtige shine). Op het moment dat er dingen in haar verhalen herkenbaar worden, vraag je je eigenlijk af waarom ze zo herkenbaar zijn. Want in hoeverre gaan deze verhalen ook over jou? In hoeverre laat jij je verleiden door het beeld dat je hebt van jezelf? Misschien nog maar eens goed in de spiegel kijken… Of juist niet.
 

Merel Aalders studeert filosofie en literatuurwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam en loopt stage bij uitgeverij Lebowski.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: